WC 2 – Algemene aspecten, bronnentheorie en eigen woning
Vraag 1
a. De woning valt in box 1van de inkomstenbelasting (art. 3.111 IB). De inkomsten
uit de eigen woning worden berekend aan de hand van het eigenwoningforfait
(art. 3.112 IB). De WOZ-waarde van het huis is €475.000. Het woningforfait
bedraagt dan 0.70%. De inkomsten uit eigen woning worden dus op €3.325
geschat (€475.000 * 0,007). Deze dit bedrag wordt dus bij de inkomsten opgeteld
en daar moet belasting over betaald worden.
b. €3.325,- maar hier kan de hypotheekrente nog van worden afgetrokken. Deze
bedraagt €9.500. Dus er is sprake van een negatief belastbaar inkomen.
c. Geen belastbaar inkomen, want de aankoop van de bank en nieuwe eettafel met
stoelen is €18.000 en het hefngsvrije vermogen bedraagt €30.000 per persoon
Vraag 2
a. De lening moet zijn aangegaan in verband met de eigen woning
Er is een contractuele verplichting om de lening annuïtair en binnen maximaal 360
maanden af te lossen overeenkomstig art. 3.119c IB
De verplichting tot afossing moet ook nagekomen zijn
b. De WOZ waarde bedraagt €400.000. Het woningforfait wordt bedraagt 0,70%. De
inkomsten uit eigen woning worden dus geschat op €2.800
c. Nee, want er wordt uitgegaan van een eigen woningforfait. De inkomsten uit de
eigen woning worden dus als het ware geschat op een bepaald percentage van de
WOZ waarde van de woning. Werkelijke kosten zoals schilderkosten kunnen
daarom niet van de inkomsten worden afgetrokken.
Vraag 3
Over €180.000 euro krijgt ze nog 25 jaar renteaftrek
Eigenwoningreserve is €20.000. Dat gaat dus van het nieuwe geleende bedrag af. Dus ze
krijgt maximaal over €230.000 hypotheekrenteaftrek.
€230.000 – €180.000 = €50.000
Over €50.000 krijgt ze nog 30 jaar renteaftrek.
Vraag 4
a. Om aangemerkt te worden als een bron van inkomen, moet er voordeel met de
activiteit worden beoogd en dat voordeel moet ook redelijkerwijs te verwachten
zijn. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van redelijkerwijs te verwachten
voordeel met betrekking tot de stuntvliegactiviteiten. Kosten zijn altijd hoger dan
de opbrengsten (dus niet redelijkerwijs te verwachten). Kosten kunnen dus niet in
aftrek worden gebracht.
b. Nee, de kosten zijn alleen aftrekbaar als een positief voordeel redelijkerwijs te
verwachten was. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet het geval is. De
belastingplichtige begeeft zich dus in de hobbysfeer, waardoor de kosten niet
aftrekbaar zijn.
Vraag 5
Deelname aan het economisch verkeer ja
Voordeel beoogd ja
Redelijkerwijs te verwachten nee, niet voldoende aantoonbaar dat ze in de toekomst
wel winst gaat maken.
Vraag 1
a. De woning valt in box 1van de inkomstenbelasting (art. 3.111 IB). De inkomsten
uit de eigen woning worden berekend aan de hand van het eigenwoningforfait
(art. 3.112 IB). De WOZ-waarde van het huis is €475.000. Het woningforfait
bedraagt dan 0.70%. De inkomsten uit eigen woning worden dus op €3.325
geschat (€475.000 * 0,007). Deze dit bedrag wordt dus bij de inkomsten opgeteld
en daar moet belasting over betaald worden.
b. €3.325,- maar hier kan de hypotheekrente nog van worden afgetrokken. Deze
bedraagt €9.500. Dus er is sprake van een negatief belastbaar inkomen.
c. Geen belastbaar inkomen, want de aankoop van de bank en nieuwe eettafel met
stoelen is €18.000 en het hefngsvrije vermogen bedraagt €30.000 per persoon
Vraag 2
a. De lening moet zijn aangegaan in verband met de eigen woning
Er is een contractuele verplichting om de lening annuïtair en binnen maximaal 360
maanden af te lossen overeenkomstig art. 3.119c IB
De verplichting tot afossing moet ook nagekomen zijn
b. De WOZ waarde bedraagt €400.000. Het woningforfait wordt bedraagt 0,70%. De
inkomsten uit eigen woning worden dus geschat op €2.800
c. Nee, want er wordt uitgegaan van een eigen woningforfait. De inkomsten uit de
eigen woning worden dus als het ware geschat op een bepaald percentage van de
WOZ waarde van de woning. Werkelijke kosten zoals schilderkosten kunnen
daarom niet van de inkomsten worden afgetrokken.
Vraag 3
Over €180.000 euro krijgt ze nog 25 jaar renteaftrek
Eigenwoningreserve is €20.000. Dat gaat dus van het nieuwe geleende bedrag af. Dus ze
krijgt maximaal over €230.000 hypotheekrenteaftrek.
€230.000 – €180.000 = €50.000
Over €50.000 krijgt ze nog 30 jaar renteaftrek.
Vraag 4
a. Om aangemerkt te worden als een bron van inkomen, moet er voordeel met de
activiteit worden beoogd en dat voordeel moet ook redelijkerwijs te verwachten
zijn. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van redelijkerwijs te verwachten
voordeel met betrekking tot de stuntvliegactiviteiten. Kosten zijn altijd hoger dan
de opbrengsten (dus niet redelijkerwijs te verwachten). Kosten kunnen dus niet in
aftrek worden gebracht.
b. Nee, de kosten zijn alleen aftrekbaar als een positief voordeel redelijkerwijs te
verwachten was. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet het geval is. De
belastingplichtige begeeft zich dus in de hobbysfeer, waardoor de kosten niet
aftrekbaar zijn.
Vraag 5
Deelname aan het economisch verkeer ja
Voordeel beoogd ja
Redelijkerwijs te verwachten nee, niet voldoende aantoonbaar dat ze in de toekomst
wel winst gaat maken.