Vermogensrecht samenvatting, incl. oefentoets, 9,4 gehaald!

Vermogensrecht (verbintenissenrecht & goederenrecht)
HBO-rechten – periode 1.2




*Tip: markeer de rechtsvoorwaarden in de artikelen. Zie voorbeeld in
samenvatting op p. 4.
*Tip: let op verschil schade o.g.v. niet nakomen ovk -> 6:74 (TKK) en ontbinden
van ovk (6:265) ook TKK (tekortkoming). houd deze artikelen strikt gescheiden;
gaat nl vaak fout.

College 1: Introductie, rechtshandeling, wilsontbreken, ontstaan.
 Herhaling + plaats bepalen vermogensrecht,
 Rechtshandeling herhaling + verdieping,
 Handelingsonbekwaamheid, Wilsdefect, Geestelijke stoornis, Strijd met
wet, openbare orde of goede zeden
 Bijzonderheden aanbod

 Vermogensrecht: ‘alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn’.
 Gelaagde structuur in het Burgerlijk wetboek.
- Boek 1 = Personen- en familierecht.
- Boek 2 = Rechtspersonen.
- Boek 3 = Vermogensrecht in het algemeen.
- Boek 4 = Erfrecht.
- Boek 5 = Zakelijke rechten (college 4 en 5).
- Boek 6 = Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht.
- Boek 7 = Bijzondere overeenkomsten (jaar 2).





 Goederenrecht: verhouding tussen burgers en goed.
 Verbintenissenrecht: verhouding burgers onderling.
 Verbintenis = iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of
laten.
Prestatie = de verplichting tot doen of nalaten
Prestatie moet op geld waardeerbaar zijn
 Bron van de verbintenissen:
- ovk (overeenkomst) OF
- wet


1

, 3 soorten rechtsfeiten:
1. Rechtshandeling: rechten en plichten aan verbonden
2. Feitelijke handeling: zonder beoogd rechtsgevolg
3. Bloot rechtsfeit: zelf geen invloed op bijv. verjaring of geboorte.





 Totstandkoming ovk - (Artikel
6:217 lid 1 BW)

Dit zijn rechtshandelingen.

- Ik zou hier een simpel voorbeeld gebruiken. Houd een flesje of een
pointer in je hand. Stel dat je dit aanbiedt voor 20 euro. Wat is dat?
(een aanbod). Stel dat iemand zegt: ik neem hem. Dan is dat een
aanvaarding. Samen = overeenkomst.
 Rechtshandeling – (Artikel 3:33 BW)
 ‘Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard’.
 Wilsdefect
 Tenzij-clausule – gerechtvaardigd vertrouwen – (Artikel 3:35 BW)
 dus zowel bij het aanbod als bij de aanvaarding moeten de wil en
verklaring overeenstemmen.


1) Handelingsonbekwaam? (3:32 lid 2 BW)
 Uitgangspunt: 3:32 lid 1: iedere natuurlijk persoon is bekwaam tot het
verrichten van rechtshandelingen, tenzij de wet anders bepaalt. Dat
anders bepalen gebeurt bijv. in lid 2:
1. Minderjarigen (1:234 BW).
2. Onder curatele gestelden (1:379 BW).
 Rechtshandeling door handelingsonbekwame? vernietigbaar


2) Wilsdefect of wilsontbreken?
 Wil en verklaring stemmen niet overeen
 uitgangspunt: geen rechtshandeling (dus geen ovk)
 Uitzondering: gerechtvaardigd vertrouwen (3:35 BW). Zie hierboven.

3. Geestelijke stoornis (Artikel 3:34 BW)
 Geestesvermogen tijdelijk of blijven gestoord
 Rechtsvermoeden ter bescherming geestelijk
gestoorde!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!



2

,  Let op het artikel daarna -> als je er in alle redelijkheid op kon vertrouwen.
Lees goed door. Art. 3:35.


4. Strijd met de wet, openbare orde of goede zeden (artikel 3:40 BW)
 Lid 1: “Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de
goede zeden of de openbare orde, is nietig.”
 Lid 2: “Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de
rechtshandeling, doch…..”


 Bijzonderheden aanbod
 Aansluitende aanvaarding (6:225 BW). Aanvaarding die afwijkt van
een aanbod, geldt als een nieuw voorstel. “Een aanvaarding die van het
aanbod afwijkt, geldt als een nieuw aanbod en als een verwerping van het
oorspronkelijke. Bijv. 1200,-.
 Bepaalbaar (6:227 BW). “De verbintenissen die partijen op zich nemen,
moeten bepaalbaar zijn.” Bijv. pensioenregeling werknemer. Spreek heel
concreet af welk pensioenstelsel je gebruikt.
 Verschil aanbod en uitnodiging om in onderhandeling te treden.
Art .6:218 en verder.
 Arrest Hofland/Hennis. Ging om een individueel bepaalde zaak (woning) is
heel specifiek geen massaproducten. Koop van zo’n zaak is niet alleen
afhankelijk van prijs, maar ook van de overdrachtsdatum en wat te doen
met roerende zaken. In dit geval was het geen aanbod maar een
uitnodiging.
 Herroepelijk VS onherroepelijk (Artikel 6:219 BW)
 Wel aanbod gedaan, maar wil er van af. Gaat over herroeping of
vrijblijvend aanbod.
 Art. 218. Een aanbod is geldig, nietig of vernietigbaar overeenkomstig de
regels voor meerzijdige rechtshandelingen.
 Art. 219 1Een aanbod kan worden herroepen, tenzij het een termijn
voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere
wijze uit het aanbod volgt.
In principe kun je een aanbod herroepen tenzij het een termijn voor
aanvaarding inhoudt. Je mag er een week over nadenken = aanbod onder
tijdsbepaling, dus niet herroepen.
 Art. 219 2De herroeping kan slechts geschieden, zolang het aanbod niet is
aanvaard en evenmin een mededeling, houdende de aanvaarding is
verzonden.
Bevat het aanbod de mededeling dat het vrijblijvend wordt gedaan, dan
kan de herroeping nog onverwijld na de aanvaarding geschieden. Wie wil
hem kopen, zonder termijn van aanvaarding, in principe kan ik hem dan
herroepen, tenzij iemand hem al heeft aanvaard. Al aanvaard = niet meer
heroepen. Vrijblijvend aanbod. Deze week laptop voor 500,-. Aanbod onder
tijdsbepaling. Is er dan een ovk. Is een vrijblijvend aanbod. Zolang de
voorraad sterkt. Enkele aanvaarding is niet genoeg om ovk tot stand te
brengen.
 Overeenkomst langs elektronische weg (Artikel 6:227a BW)
veelvoud aan bepalingen over opgenomen. Wat doe je met verzendkosten,

3