Summary Words in Context - Hoofstuk 7

Engels Nederlands
economy economie
economic growth economische groei
income inkomen
economist econoom
gross domestic product bruto binnenlands product
living standard levensstandaard
demand lvraag
supply and demand vraag en aanbod
consumption consumptie
consumer consument
to maintain something iets handhaven
inflation inflatie
rate of inflation inflatiepercentage
to encourage consumer spending consumentenbestedingen bevorderen
to cut taxes belastingen verlagen
interest rate rentepercentage
to increase supply het aanbod vergroten
raw material grondstof
personnel personeel
to manufacture something iets produceren/fabriceren
goods goederen
unemployment werkloosheid
to follow a cyclical pattern een cyclisch patroon volgen
boom sterke groei
recession recessie
decrease afname
manufacturing productie
slump sterke daling
stock market aandelenmarkt
share, stock aandeel
infrastructure infrastructuur
efficient op rendabele wijze
transport vervoer
to transport somebody/something iemand/iets vervoeren
skilled labour geschoolde arbeidskrachten
skill vaardigheid
population populatie
debts schulden
to be in dept schulden hebben
to have a large foreign debt een grote buitenlandse schuld hebben
developing country ontwikkelingsland
newly industrialized nation
emerging nation nieuw geïndustrialiseerd land (synoniem)
economic decline economische teruggang
financial crisis financiële crisis
Great Depression Grote Depressie
to go bankrupt failliet gaan
to bail somebody out borg staan voor iemand
downturn daling

, housing bubble vastgoedzeepbel
property vastgoedzeepbel
real estate onroerend goed
credit crunch kredietcrisis
to play a significant role in something een rol spelen bij iets
European Sovereign Debt crisis Europese Staatsschuldencrisis
globalization globalisering
the interweaving of something de vervlechting van iets
to interweave something iets met elkaar vervlechten
to shrink something iets doen krimpen
economy economie
transport vervoer
to transport somebody/something iets/iemand vervoeren
boundary grens
consumer consument
goods goederen
economic economisch
production costs productiekosten
merger fusie
economic tie economische band
globe aardbol
capital kapitaal
investment investering
to invest in something investeren in iets
phenomenon fenomeen
supporter voorstander
to promote something iets bevorderen
trade handel
competition competitie
competitiveness concurrentie
protectionist barriers against imports beschermende maatregelen tegen import
to erect/create trade barriers handelsbarrières opwerpen
to remove somethign iets uit de weg ruimen
exchange uitwisseling
to raise something iets verhogen
living standard levensstandaard
purchasing power koopkracht
spread verspreiding
to spread iets verspreiden
critic criticus
gain winst
to be at the expense of something/somebody ten koste gaan van iets/iemand
multinational multinational
to aim to do something iets als doel hebben
profit winst
in turn op zijn beurt
human rights mensenrechten
to relocate something to a different place iets elders vestigen
labour arbeidskrachten
to protect somebody from something iemand tegen iets beschermen