1 Basisbegrippen en nomenclatuur
1.1 Inleiding
In België is kanker de tweede belangrijkste oorzaak van sterven!
Cardiovasculaire ziektes hebben de eerste plaats
1.2 Definities en algemene begrippen
Neoplasie = neo (nieuw) + tumor (plasie)
Nieuwe tumorvorming
Moleculaire definitie van een tumor
- Ontstaan door vermeerderen van cellen met mutaties
- Autonome groei (hebben groeivoordeel)
- Alle tumorcellen zijn hetzelfde, en zijn allemaal afkomstig van een precursorcel die meerdere
malen heeft gedeeld.
Twee basiscomponenten van een tumor
- Clonale neoplastische cellen
- Reactief tumorstroma
o Ontstaan door clonale cellen die met omgeving hebben gereageerd.
o Bestaat uit bindweefsel met fibroblasten en bloedvaten voor autonome voeding
Clonale component is de belangrijkste component, maar stroma heeft ook een rol!
Stroma kan soms in heel beperkte maten aanwezig zijn, en soms juist heel veel!
Indien veel stroma aanwezig: desmoplastische stromareactie
Figuur 1 Blauw zijn de clonale cellen en
groen is de aflijning van de tumor
Figuur 2 duidelijke desmoplastische stromareactie
met veel collageenvezels
, Wat je hier ziet zijn poliepen.
Voorlopers van kanker
Zijn adenomen (goedaardig)
Bij wegname = genezen
1.2.1 Hoe gaan we een biopsie van een tumor onderzoeken?
1) Weefsel/tumor komt toe in een potje met formaldehyde voor goede bewaring
Biopsie is genomen via een endoscopie (soms heel klein, soms heel orgaan!)
Indien heel orgaan moeten we dit verkleinen
2) Met pincet weefselcoupe in cassetje steken en dan ijzeren plaatje op leggen
3) Dan weefselcoupe met cassetje over de nacht in een weefselprocessor steken
Zal het water in het weefsel vervangen door parafine.
Dan nog rond het weefsel vloeibaar parafine doen
Figuur 4 stap 3 (cassetje) Figuur 3 Stap 4
4) Dan met microtoom (soort snijmachine)heel fijne coupe maken van 5micrometer
Resultaat is een soort kleurloos lintje van weefselcoupe
5) Dan van ongekleurd gekleurd maken door kleurstoffen toe te voegen
Hematoxyline = blauwe kleurstof (is bazig en zal binden met zuren)
Bv: nucleïnezuren dus zoals DNA en RNA!
Eosine = roze kleurstof (bindt met basische elementen)
Bv rode bloedcellen en collageenvezels + cytoplasma
6) Dan onderzoeken
,1.2.2 Basisindeling van tumoren
Benigne tumor = goedaardige tumor
- Groeit niet agressief, geen uitzaaiing
- Geen vervangen van weefsels, maar duwt gewoon weefsel beetje weg.
- Bij wegnemen is patiënt genezen
Maligne tumor = kwaadaardige tumor= kanker
- Agressief!
- Tumorcellen zullen de naburige weefselcellen invaseren
- Uitzaaiing mogelijk!
1.3 Naamgeving van tumoren
Je moet 2 basisprincipes volgen:
- Is de tumor benigne of maligne
- Waar is de tumor ontstaan/wat probeert de tumor na te bootsen?
Tumoren kunnen voorkomen op verschillende soorten weefsels:
- Epitheel
o Aanwezig om delen in het lichaam af te lijnen
- Steunweefsel
o Geven steun in het lichaam (bot, spieren…)
Onderscheid tussen verschillende vormen van epitheel:
- Meerlagig squameus epitheel/meerlagig plaveiselcelepitheel.
o Terug te vinden mond, huid, anus (in de huid is het verhoornd)
o Ligt op het basaal membraan
- Eenlagig epitheel/klierepitheel
o In maag, darmen…
▪ Moet dun zijn om stoffen op te nemen
o Heeft een soort inkeping gemaakt in basaal membraan = lumen
- Overgangsepitheel/transitie-epitheel
o In blaas
, Naamgeving:
- Goedaardig: stam + oma
- Kwaadaardig: stam + carcin + oma
Epitheliale tumoren
Goedaardig Kwaadaardig
Eenlagig/ klier epitheel Adenoma Adenocarcinoma
Meerlagig Plaveiselcelepitheel Papilloma Plaveiselcelcarcinoma
Overgangsepitheel (urotheel) Papilloma Urotheelcelcarcinoma
Naamgeving:
- Goedaardig: stam + oma
- Kwaadaardig: stam + sarc + oma
Steunweefsel of mesenchymale tumoren
Goedaardig Kwaadaardig
Vetweefsel Lipoma Liposarcoma
Kraakbeenweefsel Chondroma Chondrosarcoma
Botweefsel Osteoma Osteosarcoma
Glad Spierweefsel Leiomyoma Leiomyosarcoma
Gestreept Spierweefsel Rhabdomyoma Rhabdomyosarcoma
Bloedvaten Angioma Angiosarcoma
Bindweefsel Fibroma Fibrosarcoma
Lymfevaten Lymfangioma Angiosarcoma
OPMERKINGEN
1) Opvallend: angiosarcooma bij bloedvaten en bij lymfevaten omdat de cellen niet meer te
herkennen zijn.
2) Tumor bij glad spierweefsel in baarmoeder ook wel vleesboom genoemd.
3) Goedaardige vettumor ook wel vetbolletje genoemd
4) Goedaardige bloedvattumor: rood vlekje in de huid