Hoorcollege 1 Pedagogisch-didactisch handelen v/d leerkracht 14/11/2018
Doel: ‘Taal van de leerkracht’ kunnen spreken.
De ideale leerkracht?
Kenmerken:
- Het kind wordt gezien
- Levendige lessen
- Etc.
Didactiek
Wat moeten leraren allemaal kunnen? Klassenmanagement, effectief instructie geven, omgaan met verschillen
(differentiëren), een positief klimaat creëren, organiseren en monitoren, leerlingen ‘leren leren’, etc.
3 soorten competenties die leerkrachten moeten bezitten:
- Vakinhoudelijke bekwaamheid: bijvoorbeeld ‘geef je geschiedenis, dan moet je bekwaam zijn in
geschiedenis’.
- Vakdidactische bekwaamheid: het overbrengen van kennis. Bijvoorbeeld: weten hoe leerlingen
rekenen, zodat je dit kan overbrengen. Elk vak heeft een eigen didactiek.
- Pedagogische bekwaamheid: leerlingen ‘zien’, positief klimaat schetsen, etc.
De praktijk
Wat komt een leerkracht allemaal tegen?
- Externaliserend probleemgedrag: o.a. ADHD, opstandig of antisociaal gedrag, agressief gedrag, pesten;
- Internaliserend probleemgedrag: o.a. faalangstig, depressief, gebrek aan weerbaarheid;
- Problematische werkhouding: o.a. gebrek aan inzet, gebrek aan concentratie;
- Communicatieproblemen: o.a. spraak-/taalstoornis, begrijpt anderen niet goed;
- Verstandelijke beperking en/of vertraagde ontwikkeling: zeer moeilijk lerend, downsyndroom,
algehele vertraagde ontwikkeling;
- Leerachterstand: o.a. achterstand in taal/lezen, achterstand in rekenen;
- Lichamelijke beperkingen: visuele handicap, auditieve handicap, motorische handicap, overige fysieke
beperking;
- Dyslexie;
- Autisme of verwante stoornis;
- Hoogbegaafdheid;
- Etc.
Shift!
Laatste jaren een shift! Niet alleen maar inzoomen op leerproblemen (zoals vroeger), maar vooral ook bezig
met ‘hoe kan de leerkracht er in de klas mee om gaan?’ → Leer- en onderwijsproblemen.
Begeleiding is niet alleen maar direct op de leerling gericht, maar ook indirect via de leerkracht (leerkracht is
handelingsverlegen bij problemen). Onderwijsproblemen: leerkracht heeft ook een probleem, want kan niet
met de leerkracht verder. Er zit een mismatch tussen leerling en leerkracht: leerkracht weet niet aan te sluiten
bij de onderwijsbehoeften van de leerling.
Wat ‘werkt’?
Welke maatregel werkt en wat is het effect
ervan op de leerling? Alle effecten boven 0.4
leveren een substantieel deel bij aan het
leren van leerlingen.
→Het effect van de leerkracht en lesgeven is
dus groot. SES speelt wel een rol
(thuissituatie), maar de invloed van de
leerkracht en de invloed van lesgeven is
1