Ontwikkelingspsychologie
Inleiding
Ontwikkelingspsychologie = levenslooppsychologie
Wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering en stabiliteit die zich voordoen bij
toenemende leeftijd, dus van conceptie tot aan de dood
Ontwikkeling: Het veranderen van een aanwezige structuur
Ontwikkelingspsychologie als wetenschap:
1) Continue verandering VS discontinue verandering
- Continue verandering: ontwikkeling is geleidelijk aan en de prestaties vloeien voort uit die van
de vorige niveaus bv. verandering in lengte
- Discontinue verandering: vindt plaats in aparte stappen, trapsgewijs
Beide soorten bestaan naast elkaar
2) Kritieke VS gevoelige periode
- Kritieke periode: periode in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis grote
consequenties heeft
- Gevoelige periode: gevoelig zijn voor stimuli
3) Nature vs. Nurture
- Nature: aangeboren eigenschappen
- Nurture: omgevingsinvloeden
4) Levensloop perspectief VS focus op specifieke perioden
- Specifieke perioden: vroeger keek men alleen naar babytijd en adolescentie
- Totale levensloop (levenslooppsychologie): hier kijkt men nu naar
Levensloopperspectief:
Elke levensfase heeft evenveel impact, elke fase heeft belangrijke ontwikkelingen en in elke fase kan
er verandering optreden op een domein bv. in de sociale ontwikkeling
ontwikkeling is een levenslang proces
Ontwikkeling is:
- Multi-dimensioneel: heeft plaats op verschillende domeinen
- Multi-directioneel: de ontwikkeling van je vaardigheden is niet oneindig, er is zowel toename
als afname van vaardigheden
- Plastisch = veranderbaar: ontwikkeling is kneedbaar in elke leeftijdsfase
Ontwikkeling wordt beinvloed door meerdere factoren die intrageren met elkaar
Cohort: Een groep mensen rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren bv. een oorlog heeft
invloed op alle leden van een cohort (een generatie)
Mensen die tot een cohort behoren zijn onderhevig aan normatieve gebeurtenissen
1
,Normatieve gebeurtenissen:
Mensen die behoren tot een cohort hebben dezelfde normatieve gebeurtenissen meegemaakt:
• Historisch: bv. terroristische aanslagen
• Leeftijdsgebonden: bv. Menopauze
• Socio-cultureel: bv. uit ander land komen en geen Nederlands kunnen
Niet-normatieve gebeurtenissen
Overkomt de meeste mensen niet bv. borstkanker krijgen, kind dat een poëzie wedstrijd wint,.. ze
hebben een grotere invloed op de ontwikkeling dan normatieve gebeurtenissen
Deze gebeurtenissen bepalen de verschillende mogelijkheden en paden van het levensloop
perspectief.
Levenslooppsychologie: de ontwikkeling van individu
Ontwikkelingsfasen
• Prenataal
• Geboorte en pasgeborene
• Babytijd
• Peutertijd
• Kleutertijd
• Lagere schooltijd
• Adolescentie
• Jongvolwassenheid
• Volwassenheid
• Ouderdom
De grenzen zijn gebaseerd op biologische verandering, het gaat om gemiddelden qua leeftijd en kan
bij iedereen verschillen bv. leeftijd waarop je liefdesrelaties aangaat
Ontwikkelingsdomeinen
• Lichamelijke ontwikkeling (opgroeien)
• Motorische ontwikkeling (beweging) grove motoriek: lopen, voetballen,.. fijne motoriek: schrijven,
tekenen,..
• Tekenontwikkeling (deelaspect van motorische ontw en spel ontw.)
• Perceptuele ontwikkeling (zintuigen)
• Seksuele ontwikkeling
• Sociaal-emotionele ontwikkeling (contact)
• Cognitieve ontwikkeling (denken)
• Taalontwikkeling (praten)
• Morele ontwikkeling (goed VS kwaad)
• Spelontwikkeling (spelen)
• Persoonlijkheidsontwikkeling (identiteit)
2
,Samenhang tussen ontwikkelingsdomeinen:
- Horizontale samenhang: de verschillende ontwikkelingsgebieden binnen 1 leeftijdsfase.
Vb. kind moet eerst verschillende cognitieve mogelijkheden bezitten om te kunnen praten,
schrijven,..
- Verticale samenhang: stadia volgen elkaar op.
Vb. je leert eerst krabbelen en dan figuren tekenen
Theoretische perspectieven
Psychodynamisch perspectief Overgewicht wegens fixatie in de orale
ontwikkelingsfase
Behavioristisch perspectief Overgewicht omdat hij niet beloond werd om
‘gezond’ te eten en te bewegen.
Cognitief perspectief Overgewicht omdat hij geen manier heeft
gevonden om ‘gezond’ te blijven en hecht hij
geen waarde aan goede voeding/beweging
Contextueel perspectief Overgewicht omdat maaltijden heel belangrijk
zijn in het gezin
Evolutionair perspectief Overgewicht wegens genetische aanleg, de
voorouders konden overleven met extra vet in
hongersnood
3
, De prenatale ontwikkeling
De bevruchting
conceptie: zaadcel en eicel komen samen om een 1cellige zygote te vormen. Begin van het leven.
Hier begint de ontwikkeling van het ongeboren kind. Vanaf het begin beinvloed door
omgevingsfactoren.
Stadia van de prenatale ontwikkeling
(eerste 2 weken) -> de zygote (bevruchte eicel)
begint zich te delen, het trosje cellen gaat naar
de eileider en daarna naar de baarmoeder.
Er ontstaan:
• De placenta (voeding en zuurstof)
Prenatale fase: germinale periode • Navelstreng (tussen moeder en placenta)
• Vruchtzak (kind zit er in met vruchtwater)
De innesteling van de zygote in de baarmoeder
is cruciaal moment. Wanneer dit mislukt merk je
dit vaak niet, de menstruatie start een paar
dagen later.
(2 tot 8 weken) -> de embryo
In 40dagen alle inwendige en uitwendige
structuren van menselijk lichaam in aanzet
gevormd.
Er ontstaan 3 cellagen:
• Endoderm (inwendige organen)
• Mesoderm (skelet, hart, bloed(somloop),
Prenatale fase: embryonale periode
geslachtsorganen, spierstelsel
• Ectoderm (huid, haar, tanden, zintuigen,
hersenen, ruggenmerg)
Vanaf week 4: hart dat klopt
Week 5: hoofd en ledematen
Week 8: menselijke vormen
Het ontwikkelen van de orgaansystemen heet
organogenese
Cruciale periode voor misvallen
(8 tot 38 weken) -> de foetus
Botvorming, groei, verdere ontwikkeling
Lengte en gewichtstoename
Einde derde maand: geslachtskenmerken
Prenatale fase: foetale periode
zichtbaar
Begint meer te bewegen, ontwikkelt reflexen,..
Begin 4e maand: baby te voelen in de buik
Vanaf 8e maand: moeder voorziet baby van
antistoffen via het vruchtwater
4
Inleiding
Ontwikkelingspsychologie = levenslooppsychologie
Wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering en stabiliteit die zich voordoen bij
toenemende leeftijd, dus van conceptie tot aan de dood
Ontwikkeling: Het veranderen van een aanwezige structuur
Ontwikkelingspsychologie als wetenschap:
1) Continue verandering VS discontinue verandering
- Continue verandering: ontwikkeling is geleidelijk aan en de prestaties vloeien voort uit die van
de vorige niveaus bv. verandering in lengte
- Discontinue verandering: vindt plaats in aparte stappen, trapsgewijs
Beide soorten bestaan naast elkaar
2) Kritieke VS gevoelige periode
- Kritieke periode: periode in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis grote
consequenties heeft
- Gevoelige periode: gevoelig zijn voor stimuli
3) Nature vs. Nurture
- Nature: aangeboren eigenschappen
- Nurture: omgevingsinvloeden
4) Levensloop perspectief VS focus op specifieke perioden
- Specifieke perioden: vroeger keek men alleen naar babytijd en adolescentie
- Totale levensloop (levenslooppsychologie): hier kijkt men nu naar
Levensloopperspectief:
Elke levensfase heeft evenveel impact, elke fase heeft belangrijke ontwikkelingen en in elke fase kan
er verandering optreden op een domein bv. in de sociale ontwikkeling
ontwikkeling is een levenslang proces
Ontwikkeling is:
- Multi-dimensioneel: heeft plaats op verschillende domeinen
- Multi-directioneel: de ontwikkeling van je vaardigheden is niet oneindig, er is zowel toename
als afname van vaardigheden
- Plastisch = veranderbaar: ontwikkeling is kneedbaar in elke leeftijdsfase
Ontwikkeling wordt beinvloed door meerdere factoren die intrageren met elkaar
Cohort: Een groep mensen rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren bv. een oorlog heeft
invloed op alle leden van een cohort (een generatie)
Mensen die tot een cohort behoren zijn onderhevig aan normatieve gebeurtenissen
1
,Normatieve gebeurtenissen:
Mensen die behoren tot een cohort hebben dezelfde normatieve gebeurtenissen meegemaakt:
• Historisch: bv. terroristische aanslagen
• Leeftijdsgebonden: bv. Menopauze
• Socio-cultureel: bv. uit ander land komen en geen Nederlands kunnen
Niet-normatieve gebeurtenissen
Overkomt de meeste mensen niet bv. borstkanker krijgen, kind dat een poëzie wedstrijd wint,.. ze
hebben een grotere invloed op de ontwikkeling dan normatieve gebeurtenissen
Deze gebeurtenissen bepalen de verschillende mogelijkheden en paden van het levensloop
perspectief.
Levenslooppsychologie: de ontwikkeling van individu
Ontwikkelingsfasen
• Prenataal
• Geboorte en pasgeborene
• Babytijd
• Peutertijd
• Kleutertijd
• Lagere schooltijd
• Adolescentie
• Jongvolwassenheid
• Volwassenheid
• Ouderdom
De grenzen zijn gebaseerd op biologische verandering, het gaat om gemiddelden qua leeftijd en kan
bij iedereen verschillen bv. leeftijd waarop je liefdesrelaties aangaat
Ontwikkelingsdomeinen
• Lichamelijke ontwikkeling (opgroeien)
• Motorische ontwikkeling (beweging) grove motoriek: lopen, voetballen,.. fijne motoriek: schrijven,
tekenen,..
• Tekenontwikkeling (deelaspect van motorische ontw en spel ontw.)
• Perceptuele ontwikkeling (zintuigen)
• Seksuele ontwikkeling
• Sociaal-emotionele ontwikkeling (contact)
• Cognitieve ontwikkeling (denken)
• Taalontwikkeling (praten)
• Morele ontwikkeling (goed VS kwaad)
• Spelontwikkeling (spelen)
• Persoonlijkheidsontwikkeling (identiteit)
2
,Samenhang tussen ontwikkelingsdomeinen:
- Horizontale samenhang: de verschillende ontwikkelingsgebieden binnen 1 leeftijdsfase.
Vb. kind moet eerst verschillende cognitieve mogelijkheden bezitten om te kunnen praten,
schrijven,..
- Verticale samenhang: stadia volgen elkaar op.
Vb. je leert eerst krabbelen en dan figuren tekenen
Theoretische perspectieven
Psychodynamisch perspectief Overgewicht wegens fixatie in de orale
ontwikkelingsfase
Behavioristisch perspectief Overgewicht omdat hij niet beloond werd om
‘gezond’ te eten en te bewegen.
Cognitief perspectief Overgewicht omdat hij geen manier heeft
gevonden om ‘gezond’ te blijven en hecht hij
geen waarde aan goede voeding/beweging
Contextueel perspectief Overgewicht omdat maaltijden heel belangrijk
zijn in het gezin
Evolutionair perspectief Overgewicht wegens genetische aanleg, de
voorouders konden overleven met extra vet in
hongersnood
3
, De prenatale ontwikkeling
De bevruchting
conceptie: zaadcel en eicel komen samen om een 1cellige zygote te vormen. Begin van het leven.
Hier begint de ontwikkeling van het ongeboren kind. Vanaf het begin beinvloed door
omgevingsfactoren.
Stadia van de prenatale ontwikkeling
(eerste 2 weken) -> de zygote (bevruchte eicel)
begint zich te delen, het trosje cellen gaat naar
de eileider en daarna naar de baarmoeder.
Er ontstaan:
• De placenta (voeding en zuurstof)
Prenatale fase: germinale periode • Navelstreng (tussen moeder en placenta)
• Vruchtzak (kind zit er in met vruchtwater)
De innesteling van de zygote in de baarmoeder
is cruciaal moment. Wanneer dit mislukt merk je
dit vaak niet, de menstruatie start een paar
dagen later.
(2 tot 8 weken) -> de embryo
In 40dagen alle inwendige en uitwendige
structuren van menselijk lichaam in aanzet
gevormd.
Er ontstaan 3 cellagen:
• Endoderm (inwendige organen)
• Mesoderm (skelet, hart, bloed(somloop),
Prenatale fase: embryonale periode
geslachtsorganen, spierstelsel
• Ectoderm (huid, haar, tanden, zintuigen,
hersenen, ruggenmerg)
Vanaf week 4: hart dat klopt
Week 5: hoofd en ledematen
Week 8: menselijke vormen
Het ontwikkelen van de orgaansystemen heet
organogenese
Cruciale periode voor misvallen
(8 tot 38 weken) -> de foetus
Botvorming, groei, verdere ontwikkeling
Lengte en gewichtstoename
Einde derde maand: geslachtskenmerken
Prenatale fase: foetale periode
zichtbaar
Begint meer te bewegen, ontwikkelt reflexen,..
Begin 4e maand: baby te voelen in de buik
Vanaf 8e maand: moeder voorziet baby van
antistoffen via het vruchtwater
4