1
12.1 Pijnstiller
Atoommodel van Bohr:
Elektronen hebben een bepaalde structuur
Hij deelde de elektronen wolk op in banen = schillen.
- Elektronen die in dezelfde schil zitten, hebben dezelfde afstand tot de
kern.
Elektronenconfiguratie: de verdeling van elektronen over de elektronenschillen.
Beschrijf Cl-35 volgens Bohr C-35 heeft een atoomnummer 17, dus 17 protonen
en elektronen. Het aantal neutronen is 35-17 = 18. De elektronenconfiguratie is 2,8,7
om in de buitenste schil een octet te krijgen neemt Cl één elektron op.
Isotopen: atomen met hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal
neutronen.
Elektrovalentie: Het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan.
Valentie-elektronen: zijn elektronen die in de buitenste schil van een atoom zitten.
De valentie-elektronen bepalen de chemische eigenschappen van een groep.
Edelgasconfiguratie: Atomen staan elektronen af, nemen ze op of delen
elektronen, zodat er uiteindelijk acht elektronen in de buitenste schil zijn: een octet.
Octetregel: Het streven naar 8 elektronen in de buitenste schil. Let op
waterstof H, helium He en Lit willen 2 elektronen in de buitenste schil.
Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen. Deze covalentie
van een atoomsoort kun je afleiden uit het atoommodel van Bohr
Het aantal elektronen in de buitenste schil is de covalentie (Bohr)
Streepje in structuur formule: atoombinding, een gemeenschappelijk
elektronenpaar.
Symbool Covalentie
H, F, Cl, Br, I 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
Waarom maakt C vier, H één en O twee atoombindingen?
C heeft vier valentie elektronen en zal vier bindingen maken om dezelfde
elektronenconfiguratie te hebben enzovoort..
Lewisstructuur: elektronenformule
Isomeer: moleculen met verschillende structuurformules, maar dezelfde
molecuulformule.
, 2
Additiereactie: (toevoegen)
Bij additiereacties zal een dubbele binding openklappen om een nieuwe binding te
vormen. Het is belangrijk te onthouden dat de nieuwe moleculen alleen vast komen
te zitten aan de koolstoffen van de oorspronkelijke dubbele binding
Substitutiereactie: (vervangen)
Een substitutiereactie wordt ook wel een vervangingsreactie genoemd, het vervangt
namelijk een waterstof voor een ander molecuul.
Beginproducten Reactie Eindproducten
C2H6 + Br2 → C2H5Br + HBr
12.1 Pijnstiller
Atoommodel van Bohr:
Elektronen hebben een bepaalde structuur
Hij deelde de elektronen wolk op in banen = schillen.
- Elektronen die in dezelfde schil zitten, hebben dezelfde afstand tot de
kern.
Elektronenconfiguratie: de verdeling van elektronen over de elektronenschillen.
Beschrijf Cl-35 volgens Bohr C-35 heeft een atoomnummer 17, dus 17 protonen
en elektronen. Het aantal neutronen is 35-17 = 18. De elektronenconfiguratie is 2,8,7
om in de buitenste schil een octet te krijgen neemt Cl één elektron op.
Isotopen: atomen met hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal
neutronen.
Elektrovalentie: Het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan.
Valentie-elektronen: zijn elektronen die in de buitenste schil van een atoom zitten.
De valentie-elektronen bepalen de chemische eigenschappen van een groep.
Edelgasconfiguratie: Atomen staan elektronen af, nemen ze op of delen
elektronen, zodat er uiteindelijk acht elektronen in de buitenste schil zijn: een octet.
Octetregel: Het streven naar 8 elektronen in de buitenste schil. Let op
waterstof H, helium He en Lit willen 2 elektronen in de buitenste schil.
Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen. Deze covalentie
van een atoomsoort kun je afleiden uit het atoommodel van Bohr
Het aantal elektronen in de buitenste schil is de covalentie (Bohr)
Streepje in structuur formule: atoombinding, een gemeenschappelijk
elektronenpaar.
Symbool Covalentie
H, F, Cl, Br, I 1
O, S 2
N, P 3
C, Si 4
Waarom maakt C vier, H één en O twee atoombindingen?
C heeft vier valentie elektronen en zal vier bindingen maken om dezelfde
elektronenconfiguratie te hebben enzovoort..
Lewisstructuur: elektronenformule
Isomeer: moleculen met verschillende structuurformules, maar dezelfde
molecuulformule.
, 2
Additiereactie: (toevoegen)
Bij additiereacties zal een dubbele binding openklappen om een nieuwe binding te
vormen. Het is belangrijk te onthouden dat de nieuwe moleculen alleen vast komen
te zitten aan de koolstoffen van de oorspronkelijke dubbele binding
Substitutiereactie: (vervangen)
Een substitutiereactie wordt ook wel een vervangingsreactie genoemd, het vervangt
namelijk een waterstof voor een ander molecuul.
Beginproducten Reactie Eindproducten
C2H6 + Br2 → C2H5Br + HBr
