Gemotiveerd L翕eren Len L翕esgeiven
De Lkracht Livan Lintrinsieke Lmotivate
Hoofdstuk L1 L- LWat Lis Lmotivatei
1.1 Waaruit Lblijkt Lmotivatei
Als leerlingen gemotieerd zijn, steken ze energie in leeractiiteiten.
In het algemeen kunnen we stellen dat motiate iniloed heef oo het oostarten ian een
actiiteit, de manier waaroo deze wordt uitgeioerd, de intensiteit waarmee de actiiteit
wordt uitgeioerd en oo het doorzetngsiermogen waarmee de taak wordt uitgeioerd.
Opstarten
Motiate beoaalt od de leerling zal beginnen od een actiiteit zal uitstellen.
Manier
De motiate beoaalt de manier waaroo een actiiteit zal worden uitgeioerd. Het gaat hier
om het gebruik ian goede strategieën, de nauwgezetheid en de mate waarin oerdecte wordt
nagestreedd.
Intensiteit
De hoeieelheid energie die een leerling in een actiiteit steekt: de mate ian concentrate, de
mate waarin de leerling oogaat in de actiiteit
Doorzettingsvermogen
Motiate is ten sloee beoalend ioor het doorzetngsiermogen. Geien leerlingen snel oo als
het niet in één keer lukt.
Waarom hebben leerlingen geen motiate?
De leerling hecht geen belang aan het doel, od is niet bekend met het doel.
Leerling ioelt zich niet bekwaam.
Leerling krijgt geen ondersteuning, terwijl hij deze wel nodig heef.
Leerling geloof niet dat de uitioering tot het gewenste doel zal leiden.
Iets anders is oo dat moment belangrijker ioor de leerling.
1.2 Theoretsche Lbenaderingen Livan Lmotivate
Piramide Livan LMaslow L(1943)
Behoefeoiramide waarin de uniiersele behoefen
ian de mensen in iolgorde olaatste: een mens
streef de behoefen onder de oiramide eerst na,
ioordat hij zich kan richten oo een hogere
behoefe. De oiramide hoef niet altjd te kloooen.
Afbeelding 1 Piramide van Maslow
1
, Verwachtngstheorie Livan LVroom L(1996)
Hij geef motiate een dormule:
Motivatie = verca翕hting x eeononing x caar뱭e
Als een leerling laag scoort oo een ian deze drie asoecten zal de motiate laag zijn.
De leerling iverwacht wel od niet dat een beoaalde acte tot succes zal leiden.
De beloning in de dormule geef aan welk beeld de leerling heef ian het ioordeel od het
succes dat een beoaalde actiiteit ooleiert.
De waarde geef aan hoe belangrijk de leerling het ierwachte efect ian de insoanning en de
beloning iindt. Hoe meer waarde een leerling hecht aan het ierwerien ian beoaalde kennis,
hoe hoger de motiate.
Attributetheorie Livan LWeiner L(195))
Motiate hangt samen met aeributes: de dactoren waaraan een mens zijn succes od dalen
toeschrijf. Aeributes beoalen de succesierwachtng en daarmee de motiate. De llocus od
control’ is de mate waarin een mens geloof dat hij controle heef oier de gebeurtenissen in
zijn leien. Interne en externe aeributes. Leg je de oorzaak bij jezeld od een ander. Wel od
niet beïniloedbare aeributes.
Flowtheorie Livan LCsikszentmihalyi L(1990)
Flow en motiate hangen nauw met elkaar samen.
Je bent in een staat ian een fow als je iolledig in
beslag genomen wordt door wat je doet, je bent
niet meer bewust ian je omgeiing en in een staat
ian hoge concentrate. Flow blijkt iooral oo te
treden wanneer mensen een hoge mate ian
uitdaging erian en een hoge mate ian comoetente,
dat wil zeggen dat je het geioel hebt dat je een taak
aankunt.
De iaardigheid en de uitdaging moeten hoog zijn,
dan kan iemand in een fow raken. Als leerlingen in
een stand ian fow zijn, is het beter om ze niet te
storen.
1.3 Zelfdeterminatetheorie L
Een belangrijke motiatetheorie die we de rest ian het boek als uitgangsount zullen
gebruiken. De zelddeterminatetheorie ian Ryan en Deci (1980) maakt onderscheid tussen
intrinsieke en extrinsieke motiate.
Intrinsieke Lmotivate. L
De leerling heef intrinsieke motiate als hij daadwerkelijk zeld iets wil weten od kunnen. Het
beleerde blijf beter hangen wanneer een leerling zeld geïnteresseerd is in een onderwero.
Het leren ian hoge kwaliteit wordt ook wel deep learning genoemd, gericht oo de betekenis
2
De Lkracht Livan Lintrinsieke Lmotivate
Hoofdstuk L1 L- LWat Lis Lmotivatei
1.1 Waaruit Lblijkt Lmotivatei
Als leerlingen gemotieerd zijn, steken ze energie in leeractiiteiten.
In het algemeen kunnen we stellen dat motiate iniloed heef oo het oostarten ian een
actiiteit, de manier waaroo deze wordt uitgeioerd, de intensiteit waarmee de actiiteit
wordt uitgeioerd en oo het doorzetngsiermogen waarmee de taak wordt uitgeioerd.
Opstarten
Motiate beoaalt od de leerling zal beginnen od een actiiteit zal uitstellen.
Manier
De motiate beoaalt de manier waaroo een actiiteit zal worden uitgeioerd. Het gaat hier
om het gebruik ian goede strategieën, de nauwgezetheid en de mate waarin oerdecte wordt
nagestreedd.
Intensiteit
De hoeieelheid energie die een leerling in een actiiteit steekt: de mate ian concentrate, de
mate waarin de leerling oogaat in de actiiteit
Doorzettingsvermogen
Motiate is ten sloee beoalend ioor het doorzetngsiermogen. Geien leerlingen snel oo als
het niet in één keer lukt.
Waarom hebben leerlingen geen motiate?
De leerling hecht geen belang aan het doel, od is niet bekend met het doel.
Leerling ioelt zich niet bekwaam.
Leerling krijgt geen ondersteuning, terwijl hij deze wel nodig heef.
Leerling geloof niet dat de uitioering tot het gewenste doel zal leiden.
Iets anders is oo dat moment belangrijker ioor de leerling.
1.2 Theoretsche Lbenaderingen Livan Lmotivate
Piramide Livan LMaslow L(1943)
Behoefeoiramide waarin de uniiersele behoefen
ian de mensen in iolgorde olaatste: een mens
streef de behoefen onder de oiramide eerst na,
ioordat hij zich kan richten oo een hogere
behoefe. De oiramide hoef niet altjd te kloooen.
Afbeelding 1 Piramide van Maslow
1
, Verwachtngstheorie Livan LVroom L(1996)
Hij geef motiate een dormule:
Motivatie = verca翕hting x eeononing x caar뱭e
Als een leerling laag scoort oo een ian deze drie asoecten zal de motiate laag zijn.
De leerling iverwacht wel od niet dat een beoaalde acte tot succes zal leiden.
De beloning in de dormule geef aan welk beeld de leerling heef ian het ioordeel od het
succes dat een beoaalde actiiteit ooleiert.
De waarde geef aan hoe belangrijk de leerling het ierwachte efect ian de insoanning en de
beloning iindt. Hoe meer waarde een leerling hecht aan het ierwerien ian beoaalde kennis,
hoe hoger de motiate.
Attributetheorie Livan LWeiner L(195))
Motiate hangt samen met aeributes: de dactoren waaraan een mens zijn succes od dalen
toeschrijf. Aeributes beoalen de succesierwachtng en daarmee de motiate. De llocus od
control’ is de mate waarin een mens geloof dat hij controle heef oier de gebeurtenissen in
zijn leien. Interne en externe aeributes. Leg je de oorzaak bij jezeld od een ander. Wel od
niet beïniloedbare aeributes.
Flowtheorie Livan LCsikszentmihalyi L(1990)
Flow en motiate hangen nauw met elkaar samen.
Je bent in een staat ian een fow als je iolledig in
beslag genomen wordt door wat je doet, je bent
niet meer bewust ian je omgeiing en in een staat
ian hoge concentrate. Flow blijkt iooral oo te
treden wanneer mensen een hoge mate ian
uitdaging erian en een hoge mate ian comoetente,
dat wil zeggen dat je het geioel hebt dat je een taak
aankunt.
De iaardigheid en de uitdaging moeten hoog zijn,
dan kan iemand in een fow raken. Als leerlingen in
een stand ian fow zijn, is het beter om ze niet te
storen.
1.3 Zelfdeterminatetheorie L
Een belangrijke motiatetheorie die we de rest ian het boek als uitgangsount zullen
gebruiken. De zelddeterminatetheorie ian Ryan en Deci (1980) maakt onderscheid tussen
intrinsieke en extrinsieke motiate.
Intrinsieke Lmotivate. L
De leerling heef intrinsieke motiate als hij daadwerkelijk zeld iets wil weten od kunnen. Het
beleerde blijf beter hangen wanneer een leerling zeld geïnteresseerd is in een onderwero.
Het leren ian hoge kwaliteit wordt ook wel deep learning genoemd, gericht oo de betekenis
2
