Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Overzicht van de Psychologie H9 t/m H15

Vendu
7
Pages
33
Publié le
30-10-2018
Écrit en
2018/2019

Samenvatting van het vak 'Overzicht van de Psychologie' van de nieuwste editie van het boek Psychological Science van Gazzaniga. De samenvatting bestaat uit H9 t/m H15 en is in het Nederlands. Ik heb hier zelf een 8 mee gehaald op het tentamen.

Montrer plus Lire moins
Établissement
Cours











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Non
Quels chapitres sont résumés ?
H9 t/m h15
Publié le
30 octobre 2018
Nombre de pages
33
Écrit en
2018/2019
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Overzicht van de Psychologie
Psychological Science, H9 t/m H15

Hoofdstuk 9: Human Development
9.1 Human Development Starts in the Womb
Ontwikkelingspsychologie = studie van veranderingen (over levensduur) in fysiologie, cognitie,
emotie en sociaal gedrag.
Prenatale periode: van bevruchting tot geboorte
- 0-2 weken: zygoot
- 2-8 weken: embryo  organen en interne systemen (zenuwstelsel) beginnen zich te
vormen, embryo is erg kwetsbaar in deze periode
- Na 8 weken: foetus
- 38-42 weken: normale geboortetijd
Teratogenen = middelen die embryo of foetus schaden (drugs, alcohol, bacteriën, virussen en
chemicaliën)  Foetaal Alcohol Syndroom (FAS): laag geboortegewicht, gezichts- en
hoofdafwijkingen, gebrekkige hersengroei en tekenen van verslechtering zoals gedrags- en
cognitieve problemen of laag IQ.
Ontwikkeling van brein:
- Gebieden in hersenen worden volwassen en functioneel: myelinisatie
- Gebieden in hersenen leren te communiceren met elkaar: synaptic pruning
(= synaptische verbindingen in hersenen die worden gebruikt, worden bewaard, en die
niet worden gebruikt vervallen en verdwijnen)

9.2 Biology and Environment Influence Motor Development
Grijpend effect van baby’s = overlevingsmechanisme dat is blijven bestaan van onze voorouders.
Rooting effect = automatisch draaien en zuigen wanneer tepel of soortgelijk voorwerp gebied
nabij mond van peuters raakt  wanneer ze object vinden, vindt zuigreflex plaats.
Dynamische systeemtheorie = ontwikkeling is zelf-organiserend proces, waarin nieuwe
gedragsvormen ontstaan door consistente interacties tussen kind en zijn/haar culturele- en
omgevingscontext.
Opvoeding van kinderen in Afrikaanse culturen promoten snellere ontwikkeling van motorische
vaardigheden die noodzakelijk zijn om te lopen, zoals rechtop zitten.

9.3 Infants Are Prepared to Learn
Pasgeborenen hebben vrij goed ontwikkelde perceptuele vaardigheden wanneer ze worden
geboren: ruiken, horen, proeven en reageren op aanraking. Hun gezichtsscherpte is echter
slecht (= vermogen om onderscheid te maken tussen vormen, patronen en kleuren), maar
verbetert snel over eerste 6 maanden.
Preferentiële kijktechniek: onderzoeker laat peuter 2 dingen zien, wanneer peuter langer naar 1
ding kijkt, weet onderzoeker dat peuter ze kan onderscheiden en 1 daarvan interessanter vindt.
Infantiele amnesie = onvermogen om gebeurtenissen te herinneren uit vroege kindertijd.

9.4 Does Mozart Make You Smarter?
Originele ‘Mozart effect’ ondersteunt niet dat cognitieve capaciteiten worden verbeterd door
muziek af te spelen bij kinderen omdat testresultaten beïnvloedt konden zijn door
stemmingsverbeterende kwaliteiten. Ook waren deelnemers studenten, dus het had geen invloed
op peuters.

,9.5 Infants Develop Attachments
Fundamentele behoefte van peuters is hechting (= sterke, intieme, emotionele band tussen
mensen die door tijd en omstandigheden heen blijven bestaan).
- Veilige hechting = hechtingsstijl voor meerderheid van peuters: peuter heeft genoeg
zelfvertrouwen om in onbekende omgeving te spelen zolang ouder aanwezig is en
gemakkelijk getroost kan worden in tijden van nood
- Onveilige hechting = hechtingsstijl voor minderheid van peuters: peuter kan dit vertonen
d.m.v. verschillende gedragingen, zoals vermijden van contact met verzorger of door af te
wisselen tussen benaderings- en vermijdingsgedrag
- Vermijdende hechting: peuters raken niet van streek of huilen niet wanneer ouder
weg gaat en spelen liever met vreemde dan met ouder
- Ambivalente hechting: peuter huilt veel wanneer ouder weg gaat en is
ontroostbaar wanneer ouder peuter probeert te kalmeren
Volgens Bowlby is hechting adaptief omdat het ervoor zorgt dat peuter en ouder bij elkaar in
buurt blijven wat waarschijnlijkheid dat peuter overleeft en ontwikkelt, vergroot.
Imprinting = jonge dieren hechten zich aan volwassen dier en zullen hem/haar blijven volgen 
hoeft niet per se van eigen soort te zijn.
Hormoon oxytocine speelt rol bij maternale neigingen, gevoelens van sociale acceptatie, binding
en seksuele bevrediging.

9.6 Piaget Emphasized Stages of Cognitive Development
Schema’s = manieren van denken gebaseerd op persoonlijke ervaring.
Volgens Piagets theorie gaan kinderen door 4 stadia van ontwikkeling:
1. Sensomotorisch stadium (0-2 jaar): peuters verwerven informatie over wereld vanuit hun
zintuigen en motorische vaardigheden. Reflexieve reacties ontwikkelen zich tot meer
opzettelijke acties door ontwikkelen en verfijnen van schema's
- Object permanentie: peuters leren te begrijpen dat object blijft voortbestaan zelfs
wanneer het niet kan worden gezien
2. Pre-operationeel stadium (2-7 jaar): kinderen denken symbolisch over objecten maar ze
redeneren op basis van intuïtie en oppervlakkige verschijningsvormen i.p.v. logica
- Egocentrisme: neiging om wereld te bekijken door eigen ervaringen
3. Concreet operationeel stadium (7-12 jaar): kinderen beginnen te denken over en
begrijpen van logische activiteiten (operations) en worden niet langer voor de gek
gehouden door schijn  alleen bij concrete dingen
- Klassieke operation: actie dat ongedaan kan worden (licht aan- en uitzetten)
4. Formeel operationeel stadium (> 12 jaar): men kan abstract denken en hypothesen
formuleren en testen d.m.v. deductieve logica
Elk stadium bouwt voort op de vorige door 2 leerprocessen:
- Assimilatie = proces waarbij nieuwe informatie in bestaand schema wordt geplaatst
- Accommodatie = proces waarbij nieuw schema wordt gemaakt of bestaand schema
drastisch wordt gewijzigd om nieuwe informatie op te nemen die anders niet in schema
zou passen

9.7 Piaget Underestimated Children’s Cognitive Abilities
Ontwikkelingen na Piaget:
- Cognitieve- en taalontwikkeling worden beïnvloedt door sociale relaties/cultuur
- Kinderen bewegen heen en weer tussen stadia als ze bezig zijn met taken die
verschillende vaardigheidsniveaus vereisen
- Meeste volwassenen zijn concrete, operationele denkers (dus niet formeel)

, - Piaget onderschatte leeftijd waarin bepaalde vaardigheden zich ontwikkelen  object
permanentie ontwikkelt zich op z’n vroegst bij leeftijd van 3,5 maanden
- Begrip van natuurwetten: oriënterende reflex (= neiging van mensen om meer te letten op
nieuwe stimuli dan op stimuli waaraan ze gehabitueerd zijn)
9.8- Children
Wiskundige
Learnbegrippen: kinderenwith
from Interacting < 3 jaar kunnen ‘minder dan’ en ‘meer dan’ begrijpen,
Others
volgens Piaget konden kinderen van 4-5 jaar
Theory of mind = vermogen om te begrijpen dat andere dit pas net mentale toestanden hebben die
mensen
hun gedrag beïnvloeden  vindt plaats in frontale kwabben.
Empathie = begrijpen van iemands emotionele toestand (huiveren als je ziet dat iemand gewond
is). Sympathie = gevoelens van bezorgdheid, medelijden of verdriet om een ander.
Pro-sociaal gedrag = elke vrijwillige actie die wordt uitgevoerd met specifieke bedoeling om
iemand ten goede te komen. Betere theory of mind hebben gaat samen met waarschijnlijkheid
om pro-sociaal gedrag te vertonen.

9.9 Moral Development Begins in Childhood
Moraliteit wordt onderverdeeld in:
- Moreel redeneren: hangt af van cognitieve processen. Kohlberg bedacht theorie over
morele oordelen die uit 3 belangrijkste niveaus van moreel redeneren bestaat:
- Pre-conventioneel niveau: beslissingen op basis van egoïsme of plezierige
uitkomsten
- Conventioneel niveau: beslissingen op basis van regels en wetten
- Post-conventioneel niveau: beslissingen op basis van afweging tussen regels en
verlangens
- Morele emoties: zijn verbonden met maatschappelijke belangen als geheel en motiveert
men om goede dingen te doen en slechte dingen te vermijden (schaamte, walging,
verlegenheid, trots en dankbaarheid)
Sociaal intuïtionistisch model van Haidt = morele beslissingen die men neemt, geven zijn/haar 1e
automatische emotionele reactie weer.
Prefrontale cortex helpt ons effecten van ons gedrag op anderen te beoordelen, terwijl insula en
amygdala emotionele reacties produceren die bijdragen aan moraliteit.

9.10 Puberty Causes Physical Changes
Puberteit = begin van adolescentie, gekenmerkt door begin van geslachtsrijpheid en dus
vermogen om zich voort te planten (8-18 jaar bij mannen, 10-16 jaar bij vrouwen).
- Puberale groeispurt: snelle, hormonaal aangedreven toename in lengte en gewicht
- Primaire geslachtkenmerken: rijping van mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen 
bij vrouwen begin van menstruatie, bij mannen begin van capaciteit voor ejaculatie
- Secundaire geslachtskenmerken: bij mannen: toename van spiermassa, verlaagde stem,
hoekigere kaken. Bij vrouwen: vetophopingen op heupen en borsten, verlies van baby vet
op buik, taille wordt meer bepaald. Bij beiden: schaamhaar en lichaamshaar
Relatie tussen hersenontwikkeling en risicobereidheid bij adolescenten: limbische systeem
(belonings- en emotionele centrum van hersenen) rijpt sneller dan frontale kwabben waardoor
beloningsgestuurde en emotionele impulsen van adolescenten sterker zijn dan hun vermogen
om controle uit te oefenen.

9.11 A Sense of Identity Forms
Volgens Erikson zijn er 8 stadia van psychosociale ontwikkeling die nadruk leggen op
leeftijdsgerelateerde, cultuurneutrale uitdagingen: peutertijd, kleuter, voorschools stadium,
kindertijd, adolescentie, jongvolwassenheid, middelmatige volwassenheid, ouderdom. Bij elk
stadium vindt er grote ontwikkelingscrisis plaats.
Sekse = biologische status van man of vrouw zijn.

, Gender = psychologische verschillen tussen mannen en vrouwen.
Gender identiteit = iemands gevoel van man of vrouw zijn.
Genderrol = gedrag dat typisch geassocieerd wordt met man of vrouw zijn.



Interseksualiteit = aspecten van biologische geslacht zijn dubbelzinnig of inconsistent met elkaar.
Transgender = iemand die geboren is als 1 biologische geslacht, maar gevoel heeft dat zijn/haar
ware genderidentiteit die van andere geslacht is.
Biculturele identiteit = men identificeert zich sterk met 2 culturen en combineert probleemloos
identiteitsgevoel met beide groepen.

9.12 Peers and Parents Help Shape the Adolescent Self
Cliques = groepsleden met dezelfde persoonlijke kenmerken en interesses in dezelfde
activiteiten.
Belangrijkste omgevingsinvloeden tijdens adolescentie zijn ouders, leeftijdsgenoten en zelfbeeld.
Pesters lijken zich niet slecht te voelen over hun gedrag omdat ze morele emoties van schuld en
schaamte waarschijnlijk niet voelen. Zelfverzekerde pesters hebben neiging morele terugtrekking
te vertonen (onverschilligheid of trots) en om hun gedrag te rationaliseren of rechtvaardigen.

9.13 Adults Are Affected by Life Transitions
Mannen hebben meeste voordeel tijdens huwelijk t.o.v. vrouwen omdat vrouwen hen
aanmoedigen om gezonde leefstijl te hebben en hen sociale steun bieden.

9.14 Will Parenthood Make You Happy?
Ouders zijn het gelukkigst tijdens opvoeden van hun kinderen wanneer ze effectief leren te
communiceren en elkaars problemen leren te begrijpen.

9.15 The Transition to Old Age Can Be Satisfying
Vanaf leeftijd van 50 begint haar grijs te worden, huid te rimpelen en frontale kwabben meer te
krimpen dan andere hersengebieden.
Dementie = hersenaandoening waarbij denken, geheugen en gedrag geleidelijk verslechteren.
Socio-emotionele selectiviteitstheorie van Carstensens = tijd wordt als beperkt gezien naarmate
mensen ouder worden, waardoor ze hun focus naar zinvolle gebeurtenissen, ervaringen en
doelen verschuiven.

9.16 Cognition Changes with Age
Lange-termijn geheugen is minder gevoelig voor veroudering dan korte-termijn geheugen.
Ouderen maken geen gebruik van effectieve strategieën voor coderen of ophalen van informatie
en hebben langzamere reactiesnelheden. Ook vermindering van dopamine-activiteit in frontale
kwabben kan oorzaak zijn voor achteruitgang van werkgeheugen.
IQ en vloeibare intelligentie (vermogen om nieuwe informatie die geen voorafgaande kennis
vereist, te verwerken) vermindert met veroudering, maar gekristalliseerde intelligentie (specifieke
kennis dat geleerd of onthouden moet worden) verbetert.
$6.59
Accéder à l'intégralité du document:
Acheté par 7 étudiants

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien


Document également disponible en groupe

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les 4 avis
3 année de cela

5 année de cela

6 année de cela

6 année de cela

4.3

4 revues

5
1
4
3
3
0
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
lottekalk02 Rijksuniversiteit Groningen
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
507
Membre depuis
7 année
Nombre de followers
325
Documents
32
Dernière vente
2 semaines de cela

3.9

49 revues

5
11
4
27
3
9
2
1
1
1

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions