H1 Het christendom is de godsdienst met de meeste aanhangers. Het begon in Palestina
met een groep volgelingen van Jezus, zij zagen Jezus als de Christus; gezalfde. Uit dit
woord kun je de woorden christenen en christendom afleiden.
Het geloof in Jezus betekent het navolgen van zijn levenswijze, de verschillende groepen die
hieruit zijn ontstaan kun je zien als ‘wegen van navolging’.
- Rooms- katholiek (Grootst, paus, Rome, 1054)
- Protestants (Reformatie: protest tegen Rome, 1517)
- (Oost) orthodox (Midden-Oosten, Oost-Europa, 1054)
- Anglicaans (Engeland, conflict met RKK , 1535)
Het christendom heeft zich tussen de jaren 100 en 200 vanuit Klein-Azië over Europa
verspreid. Het geloof is flink aanwezig, door de vele kerken in Europa.
In veel dorpjes en steden zijn nog kerken te vinden. Het was het middelpunt van de
samenleving en de centrale ontmoetingsplaats voor mensen.De drie functies van de kerk
zijn om te bidden, te vieren en te rouwen.
Rooms-Katholiek Protestants
Mis of viering (Samenkomst) Kerkdienst of eredienst
Beelden en schilderijen van heiligen Alleen een kruis aan de muur (Sober)
Mariabeeld (Bijzondere plaats voor haar in Psalmenbord (Bord waarop staat welke
de kerk, soms als aparte stoel) gezangen er in de dienst gezonden worden)
Crucifix (Kruisbeeld met lichaam van Jezus) Een kaal kruis
Priester Dominee
Doopvont voor kinderen Doopvont voor kinderen en volwassenen
Eucharistie Avondmaal
Zeven sacramenten Twee sacramenten
Een viering in de kerk heeft een vaste orde die liturgie wordt genoemd, want elke kerk heeft
dezelfde onderdelen:
- het zingen van liederen door de gemeente of een koor.
- het lezen van gedeelten uit de bijbel.
- een preek met uitleg over een gedeelte uit de bijbel door een priester of dominee.
- het uitspreken of zingen van gebeden.
- het inzamelen van geld voor de kerk en voor liefdadigheidsprojecten.
- het verrichten van een of meer rituelen.
Als je spreekt van de Heilige Drie-eenheid of Drievuldigheid van God, betekent dat je over
verschillende beelden van God kunt spreken, namelijk als:
- Vader: God is de ‘Schepper en Vader’ van alle mensen. Het beeld hiervan is dat God
een vader is en zorgt voor zijn kinderen.