Geschiedenis samenvatting paragraaf 6.2 + 6.3 - 9789006080995
6.2 In de ban van Hitler
Fascisme en nationaalsocialisme
8-11-1923 = Hitler + generaal Ludendorff plegen staatsgreep in Munchen (hoofdstad van
deelstaat Beieren)
- Hitler ging luxegevangenis in (lagere straf in vergelijking met wat er met
communistische of socialistische revolutionairen gebeurden)
- Ideologie van Hitler staat in zijn boek Mein Kampf (Mijn strijd)
- Mussolini (dictator Italië) is zijn voorbeeld
MUSSOLINI
Mussolini vond dat er maar 1 leider en 1 partij kon zijn
Mussolini = nationalist
Vrijheid van meningsuiting was er niet
Politieke tegenstanders werden vermoord of moesten naar strafkampen
Romeinse bijl met roedenbundel (fasces) werd symbool van zijn fascisme
>> fasces werd in klassieke Oudheid gedragen door gewapende gevolg van
Romeinse bestuurders die over leven + dood konden beslissen
Fascisme = ideologie van Mussolini (totale dictatuur, nationalisme + ontbreken
van vrijheid van meningsuiting)
HITLER
Wilde alleenheerschappij
Kapitalisten + socialisten hebben Duitsland kapot gemaakt volgens hem
Duitsland = niet geschikt voor democratie
Er bestonden volgens hem verschillende mensenrassen
Arische ras = beter dan andere
Duitsers = Germanen (afstammelingen van de blanke ariërs uit India)
Hij vervormde het Aziatische zonnerad tot het hakenkruis
Zigeuners, donkergekleurde mensen (vooral joden) die hij on-Duits vond >
bedreigen de volksgemeenschap
Hitler + veel Duitsers gaven Joden schuld van alle problemen
Joden = semitische ras
Hitler gelooft in:
1. Nationalisme
2. Discriminatie
3. Racisme
4. Antisemitisme (jodenhaat)
Duitsland moest groot worden en het vernederende Vrede van Versailles
terugdraaien
Hitler’s ideologie = nationaalsocialisme
Hitler’s partij = Nationaalsocialistische Duitse Arbeidsers Partij (NSDAP)
6.2 In de ban van Hitler
Fascisme en nationaalsocialisme
8-11-1923 = Hitler + generaal Ludendorff plegen staatsgreep in Munchen (hoofdstad van
deelstaat Beieren)
- Hitler ging luxegevangenis in (lagere straf in vergelijking met wat er met
communistische of socialistische revolutionairen gebeurden)
- Ideologie van Hitler staat in zijn boek Mein Kampf (Mijn strijd)
- Mussolini (dictator Italië) is zijn voorbeeld
MUSSOLINI
Mussolini vond dat er maar 1 leider en 1 partij kon zijn
Mussolini = nationalist
Vrijheid van meningsuiting was er niet
Politieke tegenstanders werden vermoord of moesten naar strafkampen
Romeinse bijl met roedenbundel (fasces) werd symbool van zijn fascisme
>> fasces werd in klassieke Oudheid gedragen door gewapende gevolg van
Romeinse bestuurders die over leven + dood konden beslissen
Fascisme = ideologie van Mussolini (totale dictatuur, nationalisme + ontbreken
van vrijheid van meningsuiting)
HITLER
Wilde alleenheerschappij
Kapitalisten + socialisten hebben Duitsland kapot gemaakt volgens hem
Duitsland = niet geschikt voor democratie
Er bestonden volgens hem verschillende mensenrassen
Arische ras = beter dan andere
Duitsers = Germanen (afstammelingen van de blanke ariërs uit India)
Hij vervormde het Aziatische zonnerad tot het hakenkruis
Zigeuners, donkergekleurde mensen (vooral joden) die hij on-Duits vond >
bedreigen de volksgemeenschap
Hitler + veel Duitsers gaven Joden schuld van alle problemen
Joden = semitische ras
Hitler gelooft in:
1. Nationalisme
2. Discriminatie
3. Racisme
4. Antisemitisme (jodenhaat)
Duitsland moest groot worden en het vernederende Vrede van Versailles
terugdraaien
Hitler’s ideologie = nationaalsocialisme
Hitler’s partij = Nationaalsocialistische Duitse Arbeidsers Partij (NSDAP)