VERDIEPING IN DE
THEORETISCHE
ORTHPEDAGOGIEK
Sarah Van Liedekerke
MT3 orthopedagogie
2022 – 2023
, Inleiding
1 Inhoudelijke situering
2 grote doelstellingen
Orthopedagogiek als handelingswetenschap:
1. Centraal: voortdurende wisselwerking tussen theorie en praktijk
o Orthopedagogische handelen vertrekt vanuit theorie + wordt getoetst aan de theorie
2. Voortdurend in beweging
o Begeleider: verwacht dat hij/zij permanent op de hoogt blijft van nieuwe tendensen
▪ Moet competent zijn nieuwe theorieën te verwerken en kritisch te
benaderen
Op de werkvloer
➢ Geconfronteerd met diverse werkwijzen
o Met elk zijn eigen specificiteit en uitgangspunten
▪ Humanist: niet labelen, benadrukt menselijke aspect
▪ Gedragstherapeut: beïnvloeding van gedrag met bekrachtingsprincipes
▪ Analist: hechtingsproblematieken en defensieve mechanisme
▪ Systeemtheoreticus: onderlinge relaties en loyaliteit
Interprofessionele samenwerking
➢ In de interprofessionele samenwerking in functie van een ondersteuningsvraag
o Verschillende focus en uiteenlopende inzichten hanteren
▪ Op basis van theoretische denkkaders
4 paradigma’s (E. Broekaert)
1. Mens als kennis → empirisch analytisch paradigma
2. Mens als verhaal → existentieel-fenomenologische paradigma
3. Mens als gerechtigheid → postmodern-kritisch paradigma
4. Mens als totaliteit → holistisch-integratief paradigma
, 2 Orthopedagogische denkkaders
Orthopedagogiek
= een handelingswetenschap en richt zich op wetenschappelijk verantwoorde praktijk
Wetenschappelijk onderbouwd werken
➢ Impliceert: werken vanuit een 1 of meerdere theorieën
o Ontwikkelingen van denkstappen die leiden tot advies voor het handelen
▪ Analyseren van ondersteunings-situaties
▪ Formuleren van het wenselijke en gerechtvaardigde doelen
➢ Doel: verantwoord handelen
o Verondersteld een permanente wisselwerking tussen theorie en praktijk
Orthopedagogiek
➢ Een permanente evolutie
o Centraal: dagelijkse reflectieve actie
▪ Al handelend blijft men permanent reflecteren
, Hoofdstuk 1: empirisch
De mens als
kennis analytisch paradigma
1 De empirische-analytische benadering onder de loep
Wat?
➢ Willen onderzoeken wat er werkt (effectiviteit) om ons handelen hieraan aan te passen
o Theorie toetsen aan praktijk
➢ Belang van kennisverwerving
➢ Grondig bestuderen en observatie van gedrag → kennis over verwerken
o Handelen naar richten
➢ Mens als kennis – cognitief gedragstherapeutisch kader
Artikel van IJzendoorn
➢ Onderzoeksmethode past binnen het empirisch analytisch kader
o Empirisch:
▪ Waarnemen in de praktijk
o Analytisch:
▪ Uiteenrafelen van de praktijk en elk deel apart gaan onderzoeken
• Kijken hoe alles samen samenhangt en elkaar beïnvloed
➢ Van objectieve kennis naar wenselijke verandering
o Wat werkt? Wat helpt?
o Kennis over de mens gebruiken om de mens te veranderen
▪ Maakbaarheid
o Objectief = dingen die we kunnen weten en zo veralgemenen
De empirische cyclus
➢ methodologie van gedragswetenschappelijk onderzoek
o Observatie Observatie
o Inductie: van specifiek naar algemeen gaan
▪ Hypothese maken
Evaluatie Inductie
o Deductie: weer specifiek maken
▪ Hypothese toetsbaar maken
o Toetsen
Toetsen Deductie
o Evaluatie
THEORETISCHE
ORTHPEDAGOGIEK
Sarah Van Liedekerke
MT3 orthopedagogie
2022 – 2023
, Inleiding
1 Inhoudelijke situering
2 grote doelstellingen
Orthopedagogiek als handelingswetenschap:
1. Centraal: voortdurende wisselwerking tussen theorie en praktijk
o Orthopedagogische handelen vertrekt vanuit theorie + wordt getoetst aan de theorie
2. Voortdurend in beweging
o Begeleider: verwacht dat hij/zij permanent op de hoogt blijft van nieuwe tendensen
▪ Moet competent zijn nieuwe theorieën te verwerken en kritisch te
benaderen
Op de werkvloer
➢ Geconfronteerd met diverse werkwijzen
o Met elk zijn eigen specificiteit en uitgangspunten
▪ Humanist: niet labelen, benadrukt menselijke aspect
▪ Gedragstherapeut: beïnvloeding van gedrag met bekrachtingsprincipes
▪ Analist: hechtingsproblematieken en defensieve mechanisme
▪ Systeemtheoreticus: onderlinge relaties en loyaliteit
Interprofessionele samenwerking
➢ In de interprofessionele samenwerking in functie van een ondersteuningsvraag
o Verschillende focus en uiteenlopende inzichten hanteren
▪ Op basis van theoretische denkkaders
4 paradigma’s (E. Broekaert)
1. Mens als kennis → empirisch analytisch paradigma
2. Mens als verhaal → existentieel-fenomenologische paradigma
3. Mens als gerechtigheid → postmodern-kritisch paradigma
4. Mens als totaliteit → holistisch-integratief paradigma
, 2 Orthopedagogische denkkaders
Orthopedagogiek
= een handelingswetenschap en richt zich op wetenschappelijk verantwoorde praktijk
Wetenschappelijk onderbouwd werken
➢ Impliceert: werken vanuit een 1 of meerdere theorieën
o Ontwikkelingen van denkstappen die leiden tot advies voor het handelen
▪ Analyseren van ondersteunings-situaties
▪ Formuleren van het wenselijke en gerechtvaardigde doelen
➢ Doel: verantwoord handelen
o Verondersteld een permanente wisselwerking tussen theorie en praktijk
Orthopedagogiek
➢ Een permanente evolutie
o Centraal: dagelijkse reflectieve actie
▪ Al handelend blijft men permanent reflecteren
, Hoofdstuk 1: empirisch
De mens als
kennis analytisch paradigma
1 De empirische-analytische benadering onder de loep
Wat?
➢ Willen onderzoeken wat er werkt (effectiviteit) om ons handelen hieraan aan te passen
o Theorie toetsen aan praktijk
➢ Belang van kennisverwerving
➢ Grondig bestuderen en observatie van gedrag → kennis over verwerken
o Handelen naar richten
➢ Mens als kennis – cognitief gedragstherapeutisch kader
Artikel van IJzendoorn
➢ Onderzoeksmethode past binnen het empirisch analytisch kader
o Empirisch:
▪ Waarnemen in de praktijk
o Analytisch:
▪ Uiteenrafelen van de praktijk en elk deel apart gaan onderzoeken
• Kijken hoe alles samen samenhangt en elkaar beïnvloed
➢ Van objectieve kennis naar wenselijke verandering
o Wat werkt? Wat helpt?
o Kennis over de mens gebruiken om de mens te veranderen
▪ Maakbaarheid
o Objectief = dingen die we kunnen weten en zo veralgemenen
De empirische cyclus
➢ methodologie van gedragswetenschappelijk onderzoek
o Observatie Observatie
o Inductie: van specifiek naar algemeen gaan
▪ Hypothese maken
Evaluatie Inductie
o Deductie: weer specifiek maken
▪ Hypothese toetsbaar maken
o Toetsen
Toetsen Deductie
o Evaluatie