Burgerlijk Recht 2 Samenvatting / Eigen cijfer = 7,9

Burgerlijk Recht 2 Samenvatting
PV 7.1
Eisen onrechtmatige daad:
 Iemand pleegt een onrechtmatige daad jegens een ander.
 Deze daad kan hem worden toegerekend.
 De ander heeft schade geleden.
 Er bestaat een causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de schade.

Soorten onrechtmatigheid (art. 6:162 lid 2 BW):
 Een inbreuk op een recht.
 Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht.
 Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt (Criteria Kelderluik-arrest).
Een inbreuk op een recht:
 Schending van een recht van een ander; in veel gevallen eigendomsrecht.
 Er moet sprake zijn van een directe, rechtstreekse of opzettelijke schending van het
subjectieve recht.
 Bv: Wanneer iemand een zaak van een ander beschadigt of kapotmaakt, is er sprake
van een inbreuk op eigendomsrecht.
Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht:
 Iemand handelt in strijd met een wettelijke plicht wanneer hij een rechtsregel schendt.
 Bv: Iemand pleegt een strafbaar feit (met als gevolg schadevergoeding)
 Nalaten kan een schending van een rechtsregel opleveren.
 Bv: Nalaten om schade zo veel mogelijk te beperken.

Doen of nalaten in strijd met wat volgens ongeschreven recht in maatschappelijk
verkeer betaamt:
 O.g.v. ongeschreven recht behoort iedereen bepaalde zorgvuldigheidsnormen in acht te
nemen. Neemt iemand die normen niet in acht dan is dit aan te merken als
onrechtmatige daad.
 Uitzondering: rechtvaardigingsgrond: een omstandigheid waardoor de onrechtmatigheid
wordt opgeheven.
Toerekenbaarheid (art. 6:162 lid 3 BW):
 Te wijten aan een schuld van de dader;
 Komt krachtens de wet voor rekening van de dader;
 Komt krachtens verkeersopvattingen voor rekening van de dader.

Te wijten aan een schuld van de dader:
 Wanneer iemand door onoplettendheid of onvoorzichtigheid een onrechtmatige daad
pleegt, is deze aan schuld te wijten.
Krachtens de wet voor rekening van de dader:
 Iemand kan een onrechtmatige daad plegen, zonder dat hem dat te verwijten is.

, Krachtens de wet kan hem dat alsnog worden toegerekend.
 Bv: Een vernieling door iemand met een geestelijke stoornis, zonder dat deze hem te
verwijten is, komt krachtens de wet evenwel voor zijn rekening (art. 6:165 BW)
Krachtens verkeersopvattingen voor rekening van de dader:
 Ingeval iemand door onervarenheid een onrechtmatige daad pleegt, ondanks dat het niet
aan zijn schuld te wijten is, dan kan hem deze krachtens verkeersopvattingen toch
worden toegerekend.
 Bv: Iemand die net zijn rijbewijs heeft behaald en per ongeluk een zijspiegel van een auto
eraf rijdt.
 Kelderluik-criteria

Schade:
 Vermogensschade / materiële schade (art. 6:96 BW)
 Ander nadeel / immateriële schade (art. 6:106 BW)
 Welke schade is ontstaan is niet van belang voor schadevergoeding.

Causaal verband (art. 6:162 lid 1 BW):
 De schade moet het direct gevolg zijn van de daad.
 Zonder het plaatsvinden van de daad zou de schade niet ontstaan zijn.
 Conditio sine qua non

Relativiteit (art. 6:163 BW):
 De geschonden regel moet erop gericht zijn om het belang van de benadeelde te
beschermen.
 Beginsel is erop gericht dat schade die door een derde wordt geleden als (indirect)
gevolg van de onrechtmatige daad, niet voor vergoeding in aanmerking komt.
Soorten schade:
 Gevolgschade (art. 6:84 BW)Vloeit voort uit een ondeugdelijke prestatie door de
schuldenaar, met als gevolg schade voor de schuldeiser, daarnaast recht op nakoming.
 Vertragingsschade (art. 6:85 BW): Vloeit voort uit een te late prestatie door de
schuldenaar; door de vertraging van lijdt schuldeiser schade. Vanaf het moment van
verzuim.
 Vermogensschade (art. 6:96 BW): Financiële schade. 1 = geleden verlies en gederfde
(misgelopen) winst. En art. 6:96 lid 2 BW = kosten tot beperking (beredding) en
vaststelling (expertise) van de schade en incassokosten.
 Immateriële schade/Smartengeld (art. 6:106 BW): Niet financiële schade.

Soorten schadevergoeding:
 Aanvullende schadevergoeding (art. 6:86 BW): voortvloeiend uit
gevolg/vertragingsschade, naast recht op nakoming.
 Vervangende schadevergoeding (art. 6:87 BW): schuldeiser kan of wil niet langer
wachten op nakoming en eist schadevergoeding, maar kan geen nakoming meer
vorderen.

, ZV 21.1 t/m 21.2.5
Contractuele aansprakelijkheid:
 Aansprakelijkheid op grond van het niet nakomen van een overeenkomst.

Belangrijkste bron voor buiten-contractuele aansprakelijkheid:
 Onrechtmatige daad.
 Wanneer iemand schade heeft geleden door een onrechtmatige daad van een ander dan
is die ander o.g.v. art. 6:162 verplicht tot schadevergoeding.
Kwalitatieve aansprakelijkheid:
 Schade veroorzaakt door een onrechtmatige gedraging van een ander tot wie men in een
bepaalde relatie staat of door zaken waarvan men bezitter of (bedrijfsmatige) gebruiker
is.
 Ontstaat o.g.v. een bepaalde kwaliteit die hij heeft m.b.t. de schadeveroorzakende
persoon of zaak.
 Bv: Ouder van een twaalfjarig jongetje dat zijn school in brand heeft gestoken (art. 6:169
BW)
 Bv: Bezitter van een herdershond die op straat een meisje heeft aangegrepen (art. 6:179
BW)
 Bv: Productaansprakelijkheid.

Gevaarzetting:
 Iemand roept een gevaarlijke situatie in het leven of laat een gevaarlijke situatie bestaan
waardoor schade dreigt voor personen of zaken.
 Kan aansprakelijkheid met zich meebrengen wanneer het gevaar zich realiseert, in het
bijzonder wanneer de betreffende persoon geen nodige maatregelen heeft getroffen om
dat te voorkomen.
Kelderluik-arrest criteria:
• Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste onoplettendheid en
voorzichtigheid worden geacht?
• Hoe groot is de kans dat uit deze niet-inachtneming ongevallen staan?
• Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
• Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?
Conclusie Kelderluik-arrest criteria:
 Objectiveren: Zou een gemiddeld persoon …
 Conclusie: Zoals uit de bovenstaande toetsing van de Kelderluik-criteria blijkt dat er een
grote/kleine/redelijke/geen kans van gevaarzetting is. Er is wel/geen sprake van
gevaarzetting en dus sprake van in strijd met de onzorgvuldigheidsbeginselen in het
maatschappelijke verkeer en is er dus wel/geen sprake van onrechtmatigheid
Normen ter bescherming van zuivere vermogensschade: