CARDIORESPIRATOIRE PAHTOLOGIE
Longziekten: Lapperre
ASTMA
Prevalentie van astma
- 300 miljoen mensen wereldwijd
- 2/3 remissie in vroege tiener jaren, waarvan 1/3 recidiveert tijdens volwassen leven
- Vaker voorkomend bij vrouwen dan mannen
- Vaak oorzaak voor werkverzuim of afwezigheid van school
- Vooral in westerse langen
Definitie & diagnostiek
Definitie
- Respiratoire symptomen zoals: piepende ademhaling, kortademigheid, beklemmend gevoel op de borst
en hoesten
o KA op voorgrond
- De symptomen variëren in de tijd en in intensiteit
o Dag niks, volgende dag wel
- Variabele expiratoire luchtwegobstructie
- Astma is een heterogene aandoening, gekarakteriseerd door chronische luchtweginflammatie
o Geassocieerd met variatie in longfunctie
o Heterogeen: niet elke astma P is zelfde
o Bv allergische astma kan ook
Pathologie: chronische inflammatie luchtwegen
- Luchtweg wand is verdikt
- Toename inflammatoire cellen (ontstekingscellen)
- Epitheelcellen: maken slijm aan wordt uitgescheiden in lumen (meer)
- Gladde spiercellen in luchtweg: hypertrofisch en gaan extra hard reageren, meer samentrekken bij
bepaalde stoffen of inspanning
- Verminderde epitheliale intactheid
- Verhoogd aantal in luchtweg slijmvlies van
o T-lymfocyten
o Eosinofielen
o Mastcellen (belangrijk bij allergische reactie)
o Neutrofielen
- Verhoogde dikte vd reticulaire laag van epitheliale membraan
o Basaalmembraan: daar liggen epitheel cellen op verdikt bij astma
- Verhoogd volume van gladde spier
Pathobiologie van astma
- Th2 = T-helper type 2 lymfocyten (CD4 +)
- Epitheel cellen en T-lymfocyten orkestratie inflammatie via cytokinen en chemokinen
o P ademt prikkels in: triggert epitheelcellen (overgevoelig) geven stoffen aan = cytokines en
chemokines
o Daar cellen aantrekken (er is iets aan de hand) = allergenen
o Overdreven reactie van ontstekingscellen: goed maar kan ook schadelijk
- Mestcellen en eosinofiele granulocyten leukotrienen, prostaglandinen
o Verschillende typen van ontsteking
o Eosinofiele ontsteking: onderscheiden in allergische reactie en niet allergisch
Allergisch: immunoglobuline – E igE
Niet allergisch: ILC2: innate lymphoid cells
- Bronchiale hyperreactiviteit
1
, o = de predispositie vd luchtwegen om overmatig te vernauwen als respons op stimuli die bij
gezonden weinig tot geen effect hebben
o Toename gladde spiercellen meer ontstekingscellen
o Luchtwegvernauwing
o Of opstoten van exacerbaties: perioden dat P langdurig meer klachten heeft met ernstigere
medicatie vermindering ontsteking
- Vroege en late reactie na inhalatie allergeen
o Nachtelijke symptomen
o Vroege reactie type 1: blootstelling direct klachten geven
o Latere reactie type 2: P heeft astma vaak ’s nachts klachten dan heeft ontsteking zijn werk
gedaan
- Atopische triade
o Astma – allergische rhinitis – atopische dermatitis / eczeem
o 30-40% van de kinderen met eczeem ontwikkelt astma, 66% ontwikkelt rhinoconjunctivitis
o 80-90% van de kinderen en adolescenten met astma zijn atopisch
o Minstens 50% van de volwassen astma P zijn atopisch
o Atopy allergy
Met huidprik test, allergenen in huid prikken of in bloed
Of specific IgE en totaal IgE
Reacties zien: atopy aanwezig
Klachten hebben: dan pas allergie
Diagnose
- Typische symptomen (triggers, ’s nachts) bevestiging variabele luchtwegobstructie diagnose astma
2
, - Spirometrie: luchtwegobstructie
o FEV1 / FVC = tiffeneau
Vermindert bij obstructieve longziekte
o Hoe reversibel is obstructie?
Partieel
Reversibiliteit test + als FEV1 > 12% en > 200 mL
= voldoende verbetering
o Obstructief: astma en COPD
Bij astma kan obstructie op dag klachten zijn en op andere dag normaal
COPD: permanente obstructie
- Piekflow meting
o Ochtend 3x, avond 3w, gedurende 1 week
o Minder dan 80% ideale piekflow = kenmerkend dat iets aan hand is
o Onder 60% naar ziekenhuis of dokter
o Astma aantonen of P die mogelijks beroepsastma hebben
- Piekflow dagboek
o Bv zien beroepsastma in weekend is er een daling van PEF door iets anders dan werk
o Volwassenen: dagelijkse variatie > 10%
o Kinderen: > 13%
- Inspanningsastma: inspanningsprovocatietest
o Na inspanning daalt de longfunctie
o Volwassenen daling FEV1 > 10% en >200 ml
o Kinderen: daling FEV1 > 12% of PEF > 15%
- Hyperreactieve luchtwegen
o Histamine provocatietest
Verschillende concentraties inademen
Normaal: geen ernstige daling, plateau tonen
Prikkel: steeds verder dalen, geen plateau
Brittle astma kan doodgaan van astma
o Afname ESW met meer dan 20% bij concentratie van histamine of methacholine van minder dan
16 mg/ml, wordt als diagnostisch voor bronchiale hyperreactiviteit beschouwd
o Metacholine provocatietest
Onder 80%: test stoppen
Bij 2 de dosis nog extra daling zien
3
Longziekten: Lapperre
ASTMA
Prevalentie van astma
- 300 miljoen mensen wereldwijd
- 2/3 remissie in vroege tiener jaren, waarvan 1/3 recidiveert tijdens volwassen leven
- Vaker voorkomend bij vrouwen dan mannen
- Vaak oorzaak voor werkverzuim of afwezigheid van school
- Vooral in westerse langen
Definitie & diagnostiek
Definitie
- Respiratoire symptomen zoals: piepende ademhaling, kortademigheid, beklemmend gevoel op de borst
en hoesten
o KA op voorgrond
- De symptomen variëren in de tijd en in intensiteit
o Dag niks, volgende dag wel
- Variabele expiratoire luchtwegobstructie
- Astma is een heterogene aandoening, gekarakteriseerd door chronische luchtweginflammatie
o Geassocieerd met variatie in longfunctie
o Heterogeen: niet elke astma P is zelfde
o Bv allergische astma kan ook
Pathologie: chronische inflammatie luchtwegen
- Luchtweg wand is verdikt
- Toename inflammatoire cellen (ontstekingscellen)
- Epitheelcellen: maken slijm aan wordt uitgescheiden in lumen (meer)
- Gladde spiercellen in luchtweg: hypertrofisch en gaan extra hard reageren, meer samentrekken bij
bepaalde stoffen of inspanning
- Verminderde epitheliale intactheid
- Verhoogd aantal in luchtweg slijmvlies van
o T-lymfocyten
o Eosinofielen
o Mastcellen (belangrijk bij allergische reactie)
o Neutrofielen
- Verhoogde dikte vd reticulaire laag van epitheliale membraan
o Basaalmembraan: daar liggen epitheel cellen op verdikt bij astma
- Verhoogd volume van gladde spier
Pathobiologie van astma
- Th2 = T-helper type 2 lymfocyten (CD4 +)
- Epitheel cellen en T-lymfocyten orkestratie inflammatie via cytokinen en chemokinen
o P ademt prikkels in: triggert epitheelcellen (overgevoelig) geven stoffen aan = cytokines en
chemokines
o Daar cellen aantrekken (er is iets aan de hand) = allergenen
o Overdreven reactie van ontstekingscellen: goed maar kan ook schadelijk
- Mestcellen en eosinofiele granulocyten leukotrienen, prostaglandinen
o Verschillende typen van ontsteking
o Eosinofiele ontsteking: onderscheiden in allergische reactie en niet allergisch
Allergisch: immunoglobuline – E igE
Niet allergisch: ILC2: innate lymphoid cells
- Bronchiale hyperreactiviteit
1
, o = de predispositie vd luchtwegen om overmatig te vernauwen als respons op stimuli die bij
gezonden weinig tot geen effect hebben
o Toename gladde spiercellen meer ontstekingscellen
o Luchtwegvernauwing
o Of opstoten van exacerbaties: perioden dat P langdurig meer klachten heeft met ernstigere
medicatie vermindering ontsteking
- Vroege en late reactie na inhalatie allergeen
o Nachtelijke symptomen
o Vroege reactie type 1: blootstelling direct klachten geven
o Latere reactie type 2: P heeft astma vaak ’s nachts klachten dan heeft ontsteking zijn werk
gedaan
- Atopische triade
o Astma – allergische rhinitis – atopische dermatitis / eczeem
o 30-40% van de kinderen met eczeem ontwikkelt astma, 66% ontwikkelt rhinoconjunctivitis
o 80-90% van de kinderen en adolescenten met astma zijn atopisch
o Minstens 50% van de volwassen astma P zijn atopisch
o Atopy allergy
Met huidprik test, allergenen in huid prikken of in bloed
Of specific IgE en totaal IgE
Reacties zien: atopy aanwezig
Klachten hebben: dan pas allergie
Diagnose
- Typische symptomen (triggers, ’s nachts) bevestiging variabele luchtwegobstructie diagnose astma
2
, - Spirometrie: luchtwegobstructie
o FEV1 / FVC = tiffeneau
Vermindert bij obstructieve longziekte
o Hoe reversibel is obstructie?
Partieel
Reversibiliteit test + als FEV1 > 12% en > 200 mL
= voldoende verbetering
o Obstructief: astma en COPD
Bij astma kan obstructie op dag klachten zijn en op andere dag normaal
COPD: permanente obstructie
- Piekflow meting
o Ochtend 3x, avond 3w, gedurende 1 week
o Minder dan 80% ideale piekflow = kenmerkend dat iets aan hand is
o Onder 60% naar ziekenhuis of dokter
o Astma aantonen of P die mogelijks beroepsastma hebben
- Piekflow dagboek
o Bv zien beroepsastma in weekend is er een daling van PEF door iets anders dan werk
o Volwassenen: dagelijkse variatie > 10%
o Kinderen: > 13%
- Inspanningsastma: inspanningsprovocatietest
o Na inspanning daalt de longfunctie
o Volwassenen daling FEV1 > 10% en >200 ml
o Kinderen: daling FEV1 > 12% of PEF > 15%
- Hyperreactieve luchtwegen
o Histamine provocatietest
Verschillende concentraties inademen
Normaal: geen ernstige daling, plateau tonen
Prikkel: steeds verder dalen, geen plateau
Brittle astma kan doodgaan van astma
o Afname ESW met meer dan 20% bij concentratie van histamine of methacholine van minder dan
16 mg/ml, wordt als diagnostisch voor bronchiale hyperreactiviteit beschouwd
o Metacholine provocatietest
Onder 80%: test stoppen
Bij 2 de dosis nog extra daling zien
3