Biomechanica
1. Inleiding tot de biomechanica
1.1. Biomechanica: Definiëring en domeinbepaling
Biomechanica =
o toepassing vd principes vd mechanica op biologische systemen
o Bewegingsleer = kinesiologie = synoniem
o wetenschap die de beweging van de gewrichten, spieren en ledematen van mens
en dier bestudeert
o wetenschap die zich bedient van de klassieke Newtoniaanse mechanica om de
beweging van gewrichten, spieren en ledematen van mens en dier te bestuderen
o kinesitherapie: analyse vd vorm & functie vh musculoskeletaal systeem
1.2. biomechanica binnen de opleiding revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
1.3. De neuro-mechanische visie op beweging
Neurale controle:
o Processen die bijdragen een de controle van de van beweging vindt plaats in het
centrale zenuwstelsel
o Vb. informatieverwerking, uitsturen commando’s naar musculoskeletaal systeem, …
Mechanische controle:
o Musculoskeletaal systeem
o Evenwicht tussen gegenereerde spierkrachten en andere interne & externe krachten
o Interne: wrijving, contactkrachten, trekkrachten in pezen en ligamenten
o Externe: zwaartekracht, contactkrachten, de grondreactiekracht
Collectieve output:
o Uiteindelijke bewegingsresultaat
o Neuraal + mechanisch
o Combinatie van bewegingscoördinatie en houdingsregulatie
Kinematica:
o Beschrijving van het bewegingspatroon lineaire of angulaire positie, snelheid en
versnellingen van het lichaam of lichaamssegmenten
Kinetica:
o Inzichten in oorzaken van de bewegingen krachten en krachtmomenten
directe oorzaak van beweging
Antropometrie (vorm) : koppeling tussen geleverde kracht & uiteindelijke bewegingsresultaat
Mechanische eigenschappen vd spier:
o Actieve kenmerken: mogelijke krachtoutput afhankelijk van lengte & snelheid contractie
1
, o Passieve kenmerken: massa, elasticiteit & viscositeit
Doel biomechanische analyse van het menselijk bewegen = beschrijven, analyseren en
beoordelen van menselijke beweging
Invers dynamische analyse: berekenen mechanische energie en vermogen op basis van
kinematische gegevens in combinatie met externe krachten & de interne
gewrichtsreactiekrachten
1.4. wiskunde in de biomechanica
1.4.1. driehoeken en de stelling van Pythagoras
A2 + B2 = C2
Oppervlakte rechthoekige driehoek: opp. = ½ab
1.4.2. overstaande hoeken en enkele andere nuttige relaties
Overstaande hoeken zijn even groot
1.4.3. de goniometrische cirkel
Straal = 1 / oorsprong: (0,0)
Sos, cas, toa
Tan = sin / cos
1.4.4. omrekenen van graden naar radialen (en omgekeerd)
radialen = 180°
2
, 1 radiaal = 180° :
1° = : 180°
2. Meetsystemen
2.1. Meten van beweging
Meten van beweging/ kracht/ spieractiviteit
2.1.1. Directe meettechnieken
Geen verdere verwerking nodig
De goniometer
Hoekuitwijkingen te meten
Geeft niet de absolute hoekpositie van een gewricht
Voordelen:
o Relatief goedkoop
o Meet ingesloten gewrichtshoek
o Signaal is onmiddellijk bruikbaar voor registratie
o Onafhankelijk van vlak waarin gemeten wordt
Nadelen:
o Hoek is de relatieve beweging segment tov segment ≠ absolute positie
o Aanbrengen vraagt veel tijd en precisiewerk
o Geassocieerde beweging vet/ spieren
o Meerdere gonios -> kabels kunnen elkaar storen
De accelerometer
Meten versnelling
Piëzo-elektrische materiaal of strain gauges
Voordelen:
o Relatief goedkoop
o Klein en eenvoudig in gebruik
o Meten in real time
o Ogenblikkelijke versnelling
o Signaal is direct = onmiddellijk bruikbaar
Nadelen:
o gemeten versnelling afhankelijk van positionering segment
o goniometers = kabelspaghetti + verstoring meting
o schokgevoelig makkelijk stuk
o bij grote versnelling (bvb impact) makkelijk meetruis
sedentaire activiteit onderscheiden van matige en intense fysieke activiteit
activiteitstrackers en “wearables”
2.1.2. beeldvormingstechnieken
positie van 1 of meerdere markeerpunten (markers) op het lichaam worden geregistreerd
optische meetsystemen
passieve en actieve markers
voordelen opto-elektrische systemen:
o absolute positie en relatieve beweging van 1 segment tov een ander kan bepaald worden
3
, o # markers is niet gelimiteerd
o Aanbrengen markers gaat relatief snel
Nadelen:
o gewenste markeerpunten moeten manueel op elk beeld aangeduid worden =>
arbeidsintensief
o duur
o vergt voldoende kennis
o dataverwerking is tijdrovend
o metingen kunnen enkel uitgevoerd worden in bewegingslab
elektromagnetische trackers
bepalen de absolute positie en oriëntatie binnen een elektromagnetisch veld
voordelen:
o sensoren zijn toegewezen en worden gedurende de hele meting herkend
nadelen:
o beschikbare meetvolume is relatief klein
o meetfrequentie daalt wanneer # sensoren stijgt => gelimiteerd
tracking op basis van ultrageluid
gebruikt de vluchttijd van een ultrasone impuls
ROM gewricht bepalen of snelheid en versnelling vastleggen
Voor- & nadelen zijn vergelijkbaar met de elektromagnetische trackers
2.1.3. verwerking van kinematische gegevens
Beeldvormingstechnieken geven positiecoördinaten (x,y,z) van markeerpunten
= ruwe data
o Er is ruis (meetfouten) aanwezig in deze data
Ruis = alle componenten (info) in het uiteindelijke signaal die niet afkomstig zijn van de
beweging die we meten
o Afkomstig van elektronica, beperking in resolutie & fouten in detectie van de
markeerpunten
o Ruis leidt tot variabele fouten (random error)
Deze zo goed mogelijk elimineren 2 manieren:
o Smoothing:
Veronderstelling dat het signaal een specifieke vorm heeft -> met wiskundige
functie benaderen
Op het hele signaal of een stuk -> wiskundige curve (polynoom) gefit
o Digitale filtering:
Bepaalde frequenties worden doorgelaten, diegene die ruis bevatten worden
tegengehouden
Verschillende types: low-pass, high-pass, band-pass
Cut-off waarde = de frequentie die de grens aangeeft tussen frequenties die
worden doorgelaten en deze die worden tegengehouden
2.2. meten van kracht en druk
2.2.1. een krachttransducer
4
1. Inleiding tot de biomechanica
1.1. Biomechanica: Definiëring en domeinbepaling
Biomechanica =
o toepassing vd principes vd mechanica op biologische systemen
o Bewegingsleer = kinesiologie = synoniem
o wetenschap die de beweging van de gewrichten, spieren en ledematen van mens
en dier bestudeert
o wetenschap die zich bedient van de klassieke Newtoniaanse mechanica om de
beweging van gewrichten, spieren en ledematen van mens en dier te bestuderen
o kinesitherapie: analyse vd vorm & functie vh musculoskeletaal systeem
1.2. biomechanica binnen de opleiding revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
1.3. De neuro-mechanische visie op beweging
Neurale controle:
o Processen die bijdragen een de controle van de van beweging vindt plaats in het
centrale zenuwstelsel
o Vb. informatieverwerking, uitsturen commando’s naar musculoskeletaal systeem, …
Mechanische controle:
o Musculoskeletaal systeem
o Evenwicht tussen gegenereerde spierkrachten en andere interne & externe krachten
o Interne: wrijving, contactkrachten, trekkrachten in pezen en ligamenten
o Externe: zwaartekracht, contactkrachten, de grondreactiekracht
Collectieve output:
o Uiteindelijke bewegingsresultaat
o Neuraal + mechanisch
o Combinatie van bewegingscoördinatie en houdingsregulatie
Kinematica:
o Beschrijving van het bewegingspatroon lineaire of angulaire positie, snelheid en
versnellingen van het lichaam of lichaamssegmenten
Kinetica:
o Inzichten in oorzaken van de bewegingen krachten en krachtmomenten
directe oorzaak van beweging
Antropometrie (vorm) : koppeling tussen geleverde kracht & uiteindelijke bewegingsresultaat
Mechanische eigenschappen vd spier:
o Actieve kenmerken: mogelijke krachtoutput afhankelijk van lengte & snelheid contractie
1
, o Passieve kenmerken: massa, elasticiteit & viscositeit
Doel biomechanische analyse van het menselijk bewegen = beschrijven, analyseren en
beoordelen van menselijke beweging
Invers dynamische analyse: berekenen mechanische energie en vermogen op basis van
kinematische gegevens in combinatie met externe krachten & de interne
gewrichtsreactiekrachten
1.4. wiskunde in de biomechanica
1.4.1. driehoeken en de stelling van Pythagoras
A2 + B2 = C2
Oppervlakte rechthoekige driehoek: opp. = ½ab
1.4.2. overstaande hoeken en enkele andere nuttige relaties
Overstaande hoeken zijn even groot
1.4.3. de goniometrische cirkel
Straal = 1 / oorsprong: (0,0)
Sos, cas, toa
Tan = sin / cos
1.4.4. omrekenen van graden naar radialen (en omgekeerd)
radialen = 180°
2
, 1 radiaal = 180° :
1° = : 180°
2. Meetsystemen
2.1. Meten van beweging
Meten van beweging/ kracht/ spieractiviteit
2.1.1. Directe meettechnieken
Geen verdere verwerking nodig
De goniometer
Hoekuitwijkingen te meten
Geeft niet de absolute hoekpositie van een gewricht
Voordelen:
o Relatief goedkoop
o Meet ingesloten gewrichtshoek
o Signaal is onmiddellijk bruikbaar voor registratie
o Onafhankelijk van vlak waarin gemeten wordt
Nadelen:
o Hoek is de relatieve beweging segment tov segment ≠ absolute positie
o Aanbrengen vraagt veel tijd en precisiewerk
o Geassocieerde beweging vet/ spieren
o Meerdere gonios -> kabels kunnen elkaar storen
De accelerometer
Meten versnelling
Piëzo-elektrische materiaal of strain gauges
Voordelen:
o Relatief goedkoop
o Klein en eenvoudig in gebruik
o Meten in real time
o Ogenblikkelijke versnelling
o Signaal is direct = onmiddellijk bruikbaar
Nadelen:
o gemeten versnelling afhankelijk van positionering segment
o goniometers = kabelspaghetti + verstoring meting
o schokgevoelig makkelijk stuk
o bij grote versnelling (bvb impact) makkelijk meetruis
sedentaire activiteit onderscheiden van matige en intense fysieke activiteit
activiteitstrackers en “wearables”
2.1.2. beeldvormingstechnieken
positie van 1 of meerdere markeerpunten (markers) op het lichaam worden geregistreerd
optische meetsystemen
passieve en actieve markers
voordelen opto-elektrische systemen:
o absolute positie en relatieve beweging van 1 segment tov een ander kan bepaald worden
3
, o # markers is niet gelimiteerd
o Aanbrengen markers gaat relatief snel
Nadelen:
o gewenste markeerpunten moeten manueel op elk beeld aangeduid worden =>
arbeidsintensief
o duur
o vergt voldoende kennis
o dataverwerking is tijdrovend
o metingen kunnen enkel uitgevoerd worden in bewegingslab
elektromagnetische trackers
bepalen de absolute positie en oriëntatie binnen een elektromagnetisch veld
voordelen:
o sensoren zijn toegewezen en worden gedurende de hele meting herkend
nadelen:
o beschikbare meetvolume is relatief klein
o meetfrequentie daalt wanneer # sensoren stijgt => gelimiteerd
tracking op basis van ultrageluid
gebruikt de vluchttijd van een ultrasone impuls
ROM gewricht bepalen of snelheid en versnelling vastleggen
Voor- & nadelen zijn vergelijkbaar met de elektromagnetische trackers
2.1.3. verwerking van kinematische gegevens
Beeldvormingstechnieken geven positiecoördinaten (x,y,z) van markeerpunten
= ruwe data
o Er is ruis (meetfouten) aanwezig in deze data
Ruis = alle componenten (info) in het uiteindelijke signaal die niet afkomstig zijn van de
beweging die we meten
o Afkomstig van elektronica, beperking in resolutie & fouten in detectie van de
markeerpunten
o Ruis leidt tot variabele fouten (random error)
Deze zo goed mogelijk elimineren 2 manieren:
o Smoothing:
Veronderstelling dat het signaal een specifieke vorm heeft -> met wiskundige
functie benaderen
Op het hele signaal of een stuk -> wiskundige curve (polynoom) gefit
o Digitale filtering:
Bepaalde frequenties worden doorgelaten, diegene die ruis bevatten worden
tegengehouden
Verschillende types: low-pass, high-pass, band-pass
Cut-off waarde = de frequentie die de grens aangeeft tussen frequenties die
worden doorgelaten en deze die worden tegengehouden
2.2. meten van kracht en druk
2.2.1. een krachttransducer
4