Geschiedenis van de psychiatrie
HC = Hoorcollege
CL = Cliëntopdrachten (online les)
SG = Studiegroep (altijd op vrijdag)
Week 8 = Herfstvakantie (kan toets zijn)
→ Vervroegde kansen jaar B
→ Lesweek 4 toets inschrijven
I
,Inleiding Psychopathologie
Biopsychosociaal model = is een uitbreiding van een medisch model
over het menselijk functioneren, waarin niet alleen aandacht is voor
biomedische aspecten, maar ook voor psychologische en
sociale factoren die medebepalend zijn voor ziekte en
het genezingsproces.
→ Na de 2e wereldoorlog
Denkwijze van bedenkers:
- Verzet tegen eenzijdig ziektemodel
- Verzet tegen eenzijdig psychologisch of
sociologisch model
- Drie invalshoeken combineren
- Classificeren versus diagnosticeren
- Integrale en holistische visie (de
onmisbaarheid van wetenschappelike
rationaliteit)
Systeemtheorie = Ontwikkeld door ludwig von Bertalanffy. Hij hield
zich bezig met de vraag hoe het mogelijk was dat een levend wezen erin
slaagt om niet dood te gaan. Volgens hem kon de mens pas werkelijk begrepen kan worden
in de context van zijn relaties. Ondanks dat we vaak denken dat iemand een vaststaand
karakter heeft, zien we mensen zich in verschillende contexten steeds anders gedragen
→ 1930 ontwikkelt
,Wanneer is gedrag abnormaal?
Bij abnormaal gedrag kijk je naar de norm van een groep mensen. Je houdt rekening met de
tijd en plaats wanneer iets gebeurt.
Bijvoorbeeld: Docent geeft les in bikini.
Wanneer is gedrag gestoord?
Bij gestoord gedrag wordt het door anderen ook als storend gezien. Anderen hebben er last
van.
Wanneer is iets een psychische stoornis?
Er wordt uit gegaan van een psychische stoornis als er een persoon significant lijdt. Ook
wordt het functioneren van deze persoon beperkt.
Te herkennen aan:
- Cognitieve functies
- Emotieregulatie
- Gedrag van een persoon
Een psychische stoornis is een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen
op het gebied van de cognitieve functies, emotieregulatie of het gedrag van een persoon,
dat een uiting is van een disfunctie in psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen
die ten grondslag liggen aan het psychisch functioneren. Psychische stoornissen gaan
gewoonlijke gepaard met significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op
sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden. Een reactieve op een
veelvoorkomende stressor of een verlies, bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare, die
te verwachten valt en cultureel wordt geaccepteerd, is geen psychische stoornis. Sociaal
deviant gedrag (politiek, religieus of seksueel bijvoorbeeld) en conflicten die zich vooral
afspelen tussen een individu en de maatschappij zijn geen psychische stoornissen, tenzij de
deviantie of het conflict het gevolg is van disfunctioneren van het individu, zoals in het
voorgaande wordt beschreven.
Soorten classificaties:
Categoriale classificatie Dimensionale Prototypische classificatie
classificatie
Kwalitatief onderscheid (alles Kwantitatief Grote variabiliteit tussen
of niets) tussen gezond/ onderscheid (glijdende individuen, maar wel algemene
ongezond schaal) kenmerken
Stoornissen worden duidelijk Stoornissen worden op Stoornissen worden
afgebakend een continuüm onderverdeeld naar een
geplaatst ‘prototype’ waar ze op lijken
Hiërarchische onderverdeling Dimensies (DSM-5) Meerassig systeem (DSM-IV)
(DSM-IV)
Belangrijkste wijzigingen in de DSM-5 TR:
- De teksten van meer dan zeventig stoornissen zijn aangescherpt en geactualiseerd.
- De persisterende-rouwstoornis is toegevoegd.
- Alle online updates van de DSM-5 zijn meegenomen.
, - In de volgende secties is veel aangepast: prevalentie, risico- en prognostische
factoren, cultuurgebonden factoren, issues rondom sekse en gender, suïcidale
gedachten en suïcidaal gedrag, en co-morbiditeit.
- Er zijn onder andere nieuwe codes voor het rapporteren van suïcidaal gedrag en
niet-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag.
- De ICD-9-CM-codes zijn vervangen door ICD-10-codes.
Assen in de DSM 5-TR:
AS 1: Op deze as worden de stoornissen geregistreerd.
AS 2: Hierop worden opvallende persoonlijkheidstrekken beschreven of afwijkende
persoonlijkheidstypen.
AS 3: Op deze as staan de eventuele lichamelijke ziekten
AS 4: Hierop worden de psychosociale en andere omgevingsproblemen geregistreerd
AS 5: Op deze as wordt geregistreerd hoe iemand het laatste jaar psychosociaal heeft
gefunctioneerd.
Zie blz. 41
Incidentie = Het aantal mensen wat er afgelopen week bij komt. (Kraan die druppelt)
Prevalentie = Het totaal aantal mensen die op dit moment een depressie heeft. (Bad met
water)
Epidemiologie = De leer van het aantal depressieve mensen.
HC = Hoorcollege
CL = Cliëntopdrachten (online les)
SG = Studiegroep (altijd op vrijdag)
Week 8 = Herfstvakantie (kan toets zijn)
→ Vervroegde kansen jaar B
→ Lesweek 4 toets inschrijven
I
,Inleiding Psychopathologie
Biopsychosociaal model = is een uitbreiding van een medisch model
over het menselijk functioneren, waarin niet alleen aandacht is voor
biomedische aspecten, maar ook voor psychologische en
sociale factoren die medebepalend zijn voor ziekte en
het genezingsproces.
→ Na de 2e wereldoorlog
Denkwijze van bedenkers:
- Verzet tegen eenzijdig ziektemodel
- Verzet tegen eenzijdig psychologisch of
sociologisch model
- Drie invalshoeken combineren
- Classificeren versus diagnosticeren
- Integrale en holistische visie (de
onmisbaarheid van wetenschappelike
rationaliteit)
Systeemtheorie = Ontwikkeld door ludwig von Bertalanffy. Hij hield
zich bezig met de vraag hoe het mogelijk was dat een levend wezen erin
slaagt om niet dood te gaan. Volgens hem kon de mens pas werkelijk begrepen kan worden
in de context van zijn relaties. Ondanks dat we vaak denken dat iemand een vaststaand
karakter heeft, zien we mensen zich in verschillende contexten steeds anders gedragen
→ 1930 ontwikkelt
,Wanneer is gedrag abnormaal?
Bij abnormaal gedrag kijk je naar de norm van een groep mensen. Je houdt rekening met de
tijd en plaats wanneer iets gebeurt.
Bijvoorbeeld: Docent geeft les in bikini.
Wanneer is gedrag gestoord?
Bij gestoord gedrag wordt het door anderen ook als storend gezien. Anderen hebben er last
van.
Wanneer is iets een psychische stoornis?
Er wordt uit gegaan van een psychische stoornis als er een persoon significant lijdt. Ook
wordt het functioneren van deze persoon beperkt.
Te herkennen aan:
- Cognitieve functies
- Emotieregulatie
- Gedrag van een persoon
Een psychische stoornis is een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen
op het gebied van de cognitieve functies, emotieregulatie of het gedrag van een persoon,
dat een uiting is van een disfunctie in psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen
die ten grondslag liggen aan het psychisch functioneren. Psychische stoornissen gaan
gewoonlijke gepaard met significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op
sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden. Een reactieve op een
veelvoorkomende stressor of een verlies, bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare, die
te verwachten valt en cultureel wordt geaccepteerd, is geen psychische stoornis. Sociaal
deviant gedrag (politiek, religieus of seksueel bijvoorbeeld) en conflicten die zich vooral
afspelen tussen een individu en de maatschappij zijn geen psychische stoornissen, tenzij de
deviantie of het conflict het gevolg is van disfunctioneren van het individu, zoals in het
voorgaande wordt beschreven.
Soorten classificaties:
Categoriale classificatie Dimensionale Prototypische classificatie
classificatie
Kwalitatief onderscheid (alles Kwantitatief Grote variabiliteit tussen
of niets) tussen gezond/ onderscheid (glijdende individuen, maar wel algemene
ongezond schaal) kenmerken
Stoornissen worden duidelijk Stoornissen worden op Stoornissen worden
afgebakend een continuüm onderverdeeld naar een
geplaatst ‘prototype’ waar ze op lijken
Hiërarchische onderverdeling Dimensies (DSM-5) Meerassig systeem (DSM-IV)
(DSM-IV)
Belangrijkste wijzigingen in de DSM-5 TR:
- De teksten van meer dan zeventig stoornissen zijn aangescherpt en geactualiseerd.
- De persisterende-rouwstoornis is toegevoegd.
- Alle online updates van de DSM-5 zijn meegenomen.
, - In de volgende secties is veel aangepast: prevalentie, risico- en prognostische
factoren, cultuurgebonden factoren, issues rondom sekse en gender, suïcidale
gedachten en suïcidaal gedrag, en co-morbiditeit.
- Er zijn onder andere nieuwe codes voor het rapporteren van suïcidaal gedrag en
niet-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag.
- De ICD-9-CM-codes zijn vervangen door ICD-10-codes.
Assen in de DSM 5-TR:
AS 1: Op deze as worden de stoornissen geregistreerd.
AS 2: Hierop worden opvallende persoonlijkheidstrekken beschreven of afwijkende
persoonlijkheidstypen.
AS 3: Op deze as staan de eventuele lichamelijke ziekten
AS 4: Hierop worden de psychosociale en andere omgevingsproblemen geregistreerd
AS 5: Op deze as wordt geregistreerd hoe iemand het laatste jaar psychosociaal heeft
gefunctioneerd.
Zie blz. 41
Incidentie = Het aantal mensen wat er afgelopen week bij komt. (Kraan die druppelt)
Prevalentie = Het totaal aantal mensen die op dit moment een depressie heeft. (Bad met
water)
Epidemiologie = De leer van het aantal depressieve mensen.
