Krachtwerk hoofdstuk 5
Krachten inventariseren
5.1 Het belang van een krachteninventarisate
Het hart van de KI wordt gevormd door de vraag wat de cliënt wenst in het leven. Door die vraag
krijgen mensen weer toegang tot voor hen belangrijke waarden en tot wat zij voor zichzelf
beschouwen als een goed en zingevend leven. Ontdekken wat de krachten en kwaliteiten van
mensen zijn, geef zicht op hun zingevingskader en op de waarden die verbonden zijn met hun ‘ware
zelf’ en die intrinsiek motverend zijn. De KI is daarmee een ontdekkingstocht naar wat in het leven
van de cliënt de hefoom voor verandering kan zijn en geef inzicht in zijn vermogen tot
zelfregulering. De inventarisate van krachten dient ook voor de volgende doelen:
- Ze geef de cliënt de mogelijkheid om na te gaan in welke situates in zijn leven hij succesvol
is geweest als gevolg van eigen actes en krachten.
- De verzamelde informate wordt door de cliënt en de begeleider benut bij het formuleren
van doelen en de actes die nodig zijn om deze te bereiken.
- Het zoekproces draagt bij aan de verdere ontwikkeling van een positeve werkrelate tussen
de cliënt en de begeleider.
- De focus op krachten en kwaliteiten voorkomt dat de begeleider vervalt in scepsis of
hopeloosheid.
5.2 Nieuwsgierig naar het zelf van de cliënt
5.2.1 Empowerment
De KI staat in het teken van de empowerment van de cliënt. Op individueel niveau is empowerment
een proces van toenemende bewustwording, zelfeschikking en ontgroeien van lijdzaamheid en
machteloosheid. Empowerment vraagt om wederkerigheid en samenwerking en om een focus op het
individu, op zijn omgeving en op de interacte daartussen.
5.2.2 Langzaam proces
Het inventaristeren van krachten en hulpbronnen is een langzaam proces, dat is gebaseerd op
vertrouwen en samenwerken.
5.2.3 Onderdompelen en samen optrekken
Begeleiders krijgen pas echt zicht op het vermogen tot zelfregulering en de interesses en behoefen
van cliënten als zij zich onderdompelen in hun dagelijks leven. In de eerste fase van de begeleiding
wordt daarom intensief met de cliënt opgetrokken om vast te stellen ‘waar hij is’. Het samen
optrekken is van groot belang om zicht op de situate van de cliënt te krijgen. Objecteve en feitelijke
waarneming vormt een basis voor een goede werkrelate, maar biedt ook gelegenheid om eventuele
risicofactoren te signaleren en te bespreken.
Krachten inventariseren
5.1 Het belang van een krachteninventarisate
Het hart van de KI wordt gevormd door de vraag wat de cliënt wenst in het leven. Door die vraag
krijgen mensen weer toegang tot voor hen belangrijke waarden en tot wat zij voor zichzelf
beschouwen als een goed en zingevend leven. Ontdekken wat de krachten en kwaliteiten van
mensen zijn, geef zicht op hun zingevingskader en op de waarden die verbonden zijn met hun ‘ware
zelf’ en die intrinsiek motverend zijn. De KI is daarmee een ontdekkingstocht naar wat in het leven
van de cliënt de hefoom voor verandering kan zijn en geef inzicht in zijn vermogen tot
zelfregulering. De inventarisate van krachten dient ook voor de volgende doelen:
- Ze geef de cliënt de mogelijkheid om na te gaan in welke situates in zijn leven hij succesvol
is geweest als gevolg van eigen actes en krachten.
- De verzamelde informate wordt door de cliënt en de begeleider benut bij het formuleren
van doelen en de actes die nodig zijn om deze te bereiken.
- Het zoekproces draagt bij aan de verdere ontwikkeling van een positeve werkrelate tussen
de cliënt en de begeleider.
- De focus op krachten en kwaliteiten voorkomt dat de begeleider vervalt in scepsis of
hopeloosheid.
5.2 Nieuwsgierig naar het zelf van de cliënt
5.2.1 Empowerment
De KI staat in het teken van de empowerment van de cliënt. Op individueel niveau is empowerment
een proces van toenemende bewustwording, zelfeschikking en ontgroeien van lijdzaamheid en
machteloosheid. Empowerment vraagt om wederkerigheid en samenwerking en om een focus op het
individu, op zijn omgeving en op de interacte daartussen.
5.2.2 Langzaam proces
Het inventaristeren van krachten en hulpbronnen is een langzaam proces, dat is gebaseerd op
vertrouwen en samenwerken.
5.2.3 Onderdompelen en samen optrekken
Begeleiders krijgen pas echt zicht op het vermogen tot zelfregulering en de interesses en behoefen
van cliënten als zij zich onderdompelen in hun dagelijks leven. In de eerste fase van de begeleiding
wordt daarom intensief met de cliënt opgetrokken om vast te stellen ‘waar hij is’. Het samen
optrekken is van groot belang om zicht op de situate van de cliënt te krijgen. Objecteve en feitelijke
waarneming vormt een basis voor een goede werkrelate, maar biedt ook gelegenheid om eventuele
risicofactoren te signaleren en te bespreken.
