Samenvatting beschrijvende en inferentiële statistiek
Inhoudsopgave
Samenvatting beschrijvende en inferentiële statistiek....................................................................................1
Module 0: Introductie.................................................................................................................................... 2
Module 1: Beschrijvende statistieken............................................................................................................. 4
Module 2: Samenhang tussen variabelen....................................................................................................... 8
Module 3: Betrouwbaarheidsanalyse........................................................................................................... 10
Module 4: Kansberekening........................................................................................................................... 12
Module 5: Steekproevenverdeling................................................................................................................ 13
Berekeningen SPSS..............................................................................................................................................17
1
,Module 0: Introductie
Statistiek = methoden om gegevens te verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren.
Ultieme doel = d.m.v. data kennis vergaren over de wereld om ons heen.
Statistiek Beschrijving Voorbeeld
Beschrijvende statistiek Beschrijven hoe data en
gegevens eruit zien, zoals
gemiddelde leeftijd en
geluksniveau. Samenvatting
van de verkregen data.
Inferentiële statistiek Doen van uitspraken over
een gehele populatie. Is het
To infer = concluderen uit,
verschil significant en kan dit
opmaken uit.
worden gezegd over de
gehele populatie?
Variabelen = kenmerken van iets of iemand, zoals leeftijd, haarkleur en goals.
Cases = de persoon of iets, zoals een specifieke voetballer of team.
Meetniveaus:
- Nominale variabele = bestaat uit verschillende categorieën die van elkaar verschillen
waarbij er geen rangorde is (de een is niet beter dan de ander), bijvoorbeeld
geslacht;
- Ordinale variabele = bestaat uit verschillende categorieën waarbij er wel een
rangorde, zoals wie er beter is. Enige is dat de je niks over de verschillen tussen de
categorieën kunt zeggen.
Categoriale variabelen = zit geen rangorde in.
- Staafdiagram of kruistabel. X vaak op x-as en Y op y-as als de veronderstelde
causaliteit x y is;
Kwantitatieve variabelen = zit rangorde in, een is beter dan het ander.
Term Betekenis Foto
Conditioneel Gegeven een bepaalde
categorie/conditie, dus de getallen
binnen de kruistabel
Marginaal Totaal, dus cijfers aan de rand
Nominale categorische Kwantitatieve variabelen Ordinale variabelen
variabelen (interval/ratio)
Proporties Gemiddelden Gemiddelden
Hebben als waarden geen Variabelen die als waarde Categorische variabelen met
getallen, maar kenmerken of rangordening tussen de
2
, categorieën getalen aannemen categorieën
Bv. geslacht, nationaliteit, Bv. leeftijd, gewicht, Bv. opleidingsniveau, likert-
religie inkomen schaal,
3
Inhoudsopgave
Samenvatting beschrijvende en inferentiële statistiek....................................................................................1
Module 0: Introductie.................................................................................................................................... 2
Module 1: Beschrijvende statistieken............................................................................................................. 4
Module 2: Samenhang tussen variabelen....................................................................................................... 8
Module 3: Betrouwbaarheidsanalyse........................................................................................................... 10
Module 4: Kansberekening........................................................................................................................... 12
Module 5: Steekproevenverdeling................................................................................................................ 13
Berekeningen SPSS..............................................................................................................................................17
1
,Module 0: Introductie
Statistiek = methoden om gegevens te verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren.
Ultieme doel = d.m.v. data kennis vergaren over de wereld om ons heen.
Statistiek Beschrijving Voorbeeld
Beschrijvende statistiek Beschrijven hoe data en
gegevens eruit zien, zoals
gemiddelde leeftijd en
geluksniveau. Samenvatting
van de verkregen data.
Inferentiële statistiek Doen van uitspraken over
een gehele populatie. Is het
To infer = concluderen uit,
verschil significant en kan dit
opmaken uit.
worden gezegd over de
gehele populatie?
Variabelen = kenmerken van iets of iemand, zoals leeftijd, haarkleur en goals.
Cases = de persoon of iets, zoals een specifieke voetballer of team.
Meetniveaus:
- Nominale variabele = bestaat uit verschillende categorieën die van elkaar verschillen
waarbij er geen rangorde is (de een is niet beter dan de ander), bijvoorbeeld
geslacht;
- Ordinale variabele = bestaat uit verschillende categorieën waarbij er wel een
rangorde, zoals wie er beter is. Enige is dat de je niks over de verschillen tussen de
categorieën kunt zeggen.
Categoriale variabelen = zit geen rangorde in.
- Staafdiagram of kruistabel. X vaak op x-as en Y op y-as als de veronderstelde
causaliteit x y is;
Kwantitatieve variabelen = zit rangorde in, een is beter dan het ander.
Term Betekenis Foto
Conditioneel Gegeven een bepaalde
categorie/conditie, dus de getallen
binnen de kruistabel
Marginaal Totaal, dus cijfers aan de rand
Nominale categorische Kwantitatieve variabelen Ordinale variabelen
variabelen (interval/ratio)
Proporties Gemiddelden Gemiddelden
Hebben als waarden geen Variabelen die als waarde Categorische variabelen met
getallen, maar kenmerken of rangordening tussen de
2
, categorieën getalen aannemen categorieën
Bv. geslacht, nationaliteit, Bv. leeftijd, gewicht, Bv. opleidingsniveau, likert-
religie inkomen schaal,
3
