1: Brede kennis belastingrecht
1.1Belastingen/heffingen per overheidsorgaan
We maken onderscheid tussen:
Het Rijk
Provincies
Gemeenten
Waterschappen.
We spreken dus over rijks-, provinciale-, gemeentelijke en
waterschapsbelastingen.
Het Rijk
De ‘grote’ belastingen, waaruit voor de overheid de meeste inkomsten
voortvloeien:
- Omzetbelasting
- Loon- en inkomstenbelasting
- Vennootschapsbelasting
- Kansspelbelasting
- Dividendbelasting
- Motorrijtuigenbelasting
- Overdrachtsbelasting
- Accijnzen.
Provincies
Door de provincie worden de zogenoemde opcenten geheven die door de
houder van een motorrijtuig moeten worden betaald, samen met de
motorrijtuigenbelasting.
Gemeenten
De bekendste is de onroerendezaakbelasting (OZB). Eigenaren van
onroerende zaken moeten over de waarde van hun onroerende zaak aan de
gemeente belasting betaling. Ook heft de gemeente toeristen- en
hondenbelasting, en:
- Reinigingsheffing
- Rioolheffing
- Precariobelasting
- Baatbelasting
- Reclamebelasting
- Parkeerbelasting
- Forensenbelasting.
Waterschappen
Om de kwaliteit van het waterbeheer te waarborgen, wordt door waterschappen
eveneens belastingen geheven, de waterschapsbelasting.
1.2Belastingplichtige bij Wet op de inkomstenbelasting
Bij de Inkomstenbelasting kunnen alleen natuurlijke personen belastingplichtig
zijn. Dit geldt voor alle natuurlijke personen die in Nederland wonen en hier
genieten van hun inkomen. Ook natuurlijke personen die niet in Nederland wonen
, (binnenlands), maar hier wel een binnenlands inkomen genieten, worden gezien
als belastingplichtigen (buitenlands).