Multiple Choicee (geee gcsceoi eetie) : eeeel oiedee scaaaede cevuulvuae woi dea vue eeae de Vul het
antwoord in (A, B, C of D).
(……/10)
1 2 3 4 5 6 7 8
1. In welke van onderstaande situatie dient er een gemeenschappelijke aangifte
ingediend te worden in aanslagjaar 2017?
A. Gehuwd in 2015
B. Feitelijk samenwonend in 2016
C. Alleenstaand in 2016
D. Aangifte van overleden moeder die weduwe was in 2015
2. Welke stelling is fout inzake de onroerende inkomsten in de personenbelasting?
A. Indien een koppel gehuwd is volgens het wettelijke stelsel dan zullen de
onroerende inkomsten voor 50% bij elke echtgenoot belast worden.
B. Indien een koppel gehuwd is volgens het stelsel van scheiding van
goederen zullen de onroerende inkomsten à rato van het
eigendomsaandeel belast worden.
C. Indien een koppel feitelijk samenwonend is dan zullen de onroerende
inkomsten voor 50% bij elke echtgenoot belast worden.
D. Indien een koppel wettelijk samenwonend is dan zullen de onroerende
inkomsten à rato van het eigendomsaandeel belast worden.
3. Welke stelling is fout inzake de roerende inkomsten?
A. Auteursrechten worden belast als beroepsinkomen.
B. Interesten ontvangen op spaarrekeningen worden voor een gedeelte (tot
1.880 EUR) niet belast.
C. Dividenden ontvangen buiten de beroepswerkzaamheid worden belast als
roerend inkomen.
D. Inkomsten ontvangen uit de verhuring van meubilair worden belast als
roerend inkomen.
4. Welk van onderstaande elementen geeft geen recht op een
belastingsvermindering in de personenbelasting?
A. Uitgaven met betrekking tot kinderoppas
B. Vrijwillig sparen voor bijkomend pensioen
C. Dienstencheques
D. loonbonus
antwoord in (A, B, C of D).
(……/10)
1 2 3 4 5 6 7 8
1. In welke van onderstaande situatie dient er een gemeenschappelijke aangifte
ingediend te worden in aanslagjaar 2017?
A. Gehuwd in 2015
B. Feitelijk samenwonend in 2016
C. Alleenstaand in 2016
D. Aangifte van overleden moeder die weduwe was in 2015
2. Welke stelling is fout inzake de onroerende inkomsten in de personenbelasting?
A. Indien een koppel gehuwd is volgens het wettelijke stelsel dan zullen de
onroerende inkomsten voor 50% bij elke echtgenoot belast worden.
B. Indien een koppel gehuwd is volgens het stelsel van scheiding van
goederen zullen de onroerende inkomsten à rato van het
eigendomsaandeel belast worden.
C. Indien een koppel feitelijk samenwonend is dan zullen de onroerende
inkomsten voor 50% bij elke echtgenoot belast worden.
D. Indien een koppel wettelijk samenwonend is dan zullen de onroerende
inkomsten à rato van het eigendomsaandeel belast worden.
3. Welke stelling is fout inzake de roerende inkomsten?
A. Auteursrechten worden belast als beroepsinkomen.
B. Interesten ontvangen op spaarrekeningen worden voor een gedeelte (tot
1.880 EUR) niet belast.
C. Dividenden ontvangen buiten de beroepswerkzaamheid worden belast als
roerend inkomen.
D. Inkomsten ontvangen uit de verhuring van meubilair worden belast als
roerend inkomen.
4. Welk van onderstaande elementen geeft geen recht op een
belastingsvermindering in de personenbelasting?
A. Uitgaven met betrekking tot kinderoppas
B. Vrijwillig sparen voor bijkomend pensioen
C. Dienstencheques
D. loonbonus