TENTAMEN VERBINTENISSENRECHT
,OPENINGSCOLLEGE
WEEK 1
- Probleem 1 (precontractuele fase en vertegenwoordiging)
- Probleem 2 (inhoud en gelding overeenkomst)
- Art. 3:40 BW
WEEK 2
- Probleem 3 (algemene voorwaarden)
- Probleem 4 (remedies bij tekortkoming, verzuim, klachtplicht)
- Koop
WEEK 3
- Aansprakelijkheidsrecht
- Probleem 5 (productaansprakelijkheid, remedies bij gebrekkige zaak)
- Probleem 6 (onrechtmatige daad, relativiteitsvereiste, kwalitatieve aansprakelijkheden)
- Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen
WEEK 4
- Probleem 7 (aansprakelijkheid, causaal verband, kwalitatieve aansprakelijkheden)
- Derdenwerking
, WEEK 1
De precontractuele fase (kennisclip 1)
De precontractuele fase begint met een aanbod of een uitnodiging om in onderhandeling te
treden. Zij eindigt doordat partijen hetzij een overeenkomst aangaan, hetzij zonder het
sluiten van een overeenkomst de onderhandelingen definitief beëindigen. Het gaat hier dus
om de situatie voor contractsluiting.
Norm uit Baris/Riezenkamp: geen contract maar wel onderhandeling. In deze fase betekent
dat niet dat je alles mag doen wat je wilt. Partijen, door in onderhandeling te treden over het
sluiten van een overeenkomst, tot elkaar komen te staan in een bijzondere door de goede
trouw beheerste rechtsverhouding, medebrengende dat zij hun gedrag mede moeten laten
bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij (ipv ‘goede trouw’ nu
‘redelijkheid en billijkheid’).
à Voorovereenkomst: partijen geven zelf regels voor de precontractuele fase.
à Rompovereenkomst: met betrekking tot hetgeen waarover wel reeds overeenstemming
bereikt is, kan een ‘rompovereenkomst’ bestaan.
De Plas/Valburg-doctrine
Drie stadia van onderhandelingen:
1. het afbreken van onderhandelingen is zonder meer geoorloofd. Het is een
verkennende fase en het beginsel van contractvrijheid prevaleert.
2. de onderhandelingen mogen worden afgebroken, maar niet zonder dat men
bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten voor zijn rekening brengt (NEGATIEF
CONTRACTSBELANG)
à Dit houdt in dat de wederpartij financieel gezien weer in de situatie verkeerd alsof
er geen onderhandelingen hebben plaatsgevonden.
3. het afbreken is in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid Volgens
Plas/Valburg is het derde stadium van de onderhandelingsfase bereikt, wanneer de
wederpartij mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de
onderhandelingen zou resulteren (POSITIEF CONTRACTSBELANG)
à Wederpartij moet in de positie komen alsof er wel een contract was gekomen (dus
ook de winst die er gemaakt zou worden).
à wel moeilijk om te weten in welke fase je zit en wanneer aanbod en aanvaarding is
HR 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337, AA 2005, p. 1027-1034, m.nt. T. Hartlief
(CBB/JPO)
JPO was in onderhandeling met gemeente Arnhem over aankoop bouwgrond. JPO was ook in
onderhandeling met CBB over doorlevering van een deel van een perceel. CBB besloot
onderhandelingen af te breken omdat ze vonden dat onderhandeling met gemeente niet
snel genoeg ging. CBB heeft toen rechtstreeks gekocht bij gemeente. JPO stelde dat de
onderhandelingen met de gemeente werden vertraagd door problemen met de
bouwvergunning, maar later bleek dat de nieuwbouw van CBB al voldeed. JPO is zelf
doorgegaan. CBB vordert daarom schadevergoeding. JPO vordert ook schadevergoeding
omdat CBB onderhandeling heeft afgebroken.
à Nuancering Plas/Valbrug.
Hof: CBB mocht niet afbreken, schadevergoeding
,OPENINGSCOLLEGE
WEEK 1
- Probleem 1 (precontractuele fase en vertegenwoordiging)
- Probleem 2 (inhoud en gelding overeenkomst)
- Art. 3:40 BW
WEEK 2
- Probleem 3 (algemene voorwaarden)
- Probleem 4 (remedies bij tekortkoming, verzuim, klachtplicht)
- Koop
WEEK 3
- Aansprakelijkheidsrecht
- Probleem 5 (productaansprakelijkheid, remedies bij gebrekkige zaak)
- Probleem 6 (onrechtmatige daad, relativiteitsvereiste, kwalitatieve aansprakelijkheden)
- Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen
WEEK 4
- Probleem 7 (aansprakelijkheid, causaal verband, kwalitatieve aansprakelijkheden)
- Derdenwerking
, WEEK 1
De precontractuele fase (kennisclip 1)
De precontractuele fase begint met een aanbod of een uitnodiging om in onderhandeling te
treden. Zij eindigt doordat partijen hetzij een overeenkomst aangaan, hetzij zonder het
sluiten van een overeenkomst de onderhandelingen definitief beëindigen. Het gaat hier dus
om de situatie voor contractsluiting.
Norm uit Baris/Riezenkamp: geen contract maar wel onderhandeling. In deze fase betekent
dat niet dat je alles mag doen wat je wilt. Partijen, door in onderhandeling te treden over het
sluiten van een overeenkomst, tot elkaar komen te staan in een bijzondere door de goede
trouw beheerste rechtsverhouding, medebrengende dat zij hun gedrag mede moeten laten
bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij (ipv ‘goede trouw’ nu
‘redelijkheid en billijkheid’).
à Voorovereenkomst: partijen geven zelf regels voor de precontractuele fase.
à Rompovereenkomst: met betrekking tot hetgeen waarover wel reeds overeenstemming
bereikt is, kan een ‘rompovereenkomst’ bestaan.
De Plas/Valburg-doctrine
Drie stadia van onderhandelingen:
1. het afbreken van onderhandelingen is zonder meer geoorloofd. Het is een
verkennende fase en het beginsel van contractvrijheid prevaleert.
2. de onderhandelingen mogen worden afgebroken, maar niet zonder dat men
bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten voor zijn rekening brengt (NEGATIEF
CONTRACTSBELANG)
à Dit houdt in dat de wederpartij financieel gezien weer in de situatie verkeerd alsof
er geen onderhandelingen hebben plaatsgevonden.
3. het afbreken is in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid Volgens
Plas/Valburg is het derde stadium van de onderhandelingsfase bereikt, wanneer de
wederpartij mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de
onderhandelingen zou resulteren (POSITIEF CONTRACTSBELANG)
à Wederpartij moet in de positie komen alsof er wel een contract was gekomen (dus
ook de winst die er gemaakt zou worden).
à wel moeilijk om te weten in welke fase je zit en wanneer aanbod en aanvaarding is
HR 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337, AA 2005, p. 1027-1034, m.nt. T. Hartlief
(CBB/JPO)
JPO was in onderhandeling met gemeente Arnhem over aankoop bouwgrond. JPO was ook in
onderhandeling met CBB over doorlevering van een deel van een perceel. CBB besloot
onderhandelingen af te breken omdat ze vonden dat onderhandeling met gemeente niet
snel genoeg ging. CBB heeft toen rechtstreeks gekocht bij gemeente. JPO stelde dat de
onderhandelingen met de gemeente werden vertraagd door problemen met de
bouwvergunning, maar later bleek dat de nieuwbouw van CBB al voldeed. JPO is zelf
doorgegaan. CBB vordert daarom schadevergoeding. JPO vordert ook schadevergoeding
omdat CBB onderhandeling heeft afgebroken.
à Nuancering Plas/Valbrug.
Hof: CBB mocht niet afbreken, schadevergoeding
