Notities bij kennisclips
Jupiter Lab
Om cellen toe te voegen klik je op het plus-teken, je kan ook kiezen of je deze cel schrijft in
markdown(tekst) of code.
Je kan cellen verplaatsen via pijltjes.
Schaartje = cel verwijderen
Cel kopiëren/plakken
Fout in het programma(en duurt heel lang) -> code stoppen met vierkantje
Je kan ook restarten
Werkcollege 1
Variabelen
Een uitdrukking is een stukje code dat een resultaat kan weergeven bv. 1+1
Als je iets wilt doen met dat resultaat en wilt opslaan om later opnieuw te gebruiken, dan
moeten we een variabele aanmaken bv. De variabele: result = 1+1
Het resultaat van de uitdrukking is opgeslagen in de variabele.
Als we die variabele opvragen (dus gewoon result typen en shift+ enter) dan krijgen we
inderdaad: 2.
Die variabele kan je in een nieuwe uitdrukking gebruiken bv. Result + 4.
Dan kan je nog een nieuwe variabele aanmaken bv. Result = result + 4
Als je dit dan opvraagt dan krijg je 6.
TER ILLUSTRATIE
,Wat is een geldige variabele naam?
De naam van een variabele kan bestaan uit letters, nummers en underscores.
Andere karakters zoals @, $, %, - en spaties zijn niet toegestaan
Bepaalde woorden zoals if, not, and, … zijn niet toegestaan als variabele naam.
De naam van een variabele is hoofdlettergevoelig.
Je kan een naam van een functie gebruiken als variabele, maar dit overschrijft de functie.
Bv. Print = 11001 <-> Print(“help”)
Je zal functie niet meer kunnen gebruiken!! (foutmelding)
Het is niet mogelijk om de naam met een nummer te beginnen bv. 1variabele
Gebruik zinvolle variabele namen (verhoogt leesbaarheid code)
Variabele types
Naast een naam heeft een variabele ook een type.
Het type volgt uit de uitdrukking bij toewijzing.
In python gebruiken we een punt in kommagetallen!
Type 1 en 2: int (integer= geheel getal), float (floating point number = kommagetal)
Het is meestal geen probleem om int en float door elkaar te gebruiken.
Type 3: str (strings= korte stukjes tekst) -> enkel of dubbel aanhalingsteken gebruiken ->
afhankelijk van tekst bv. “ It’s just a flesh wound”
Vandaar als je ‘1’+ ‘1’ doet krijg je: ‘11’
Type 4: bool (boolean), meest eenvoudige variabele type
Maar 2 mogelijke opties: True(waar) of False(onwaar)
Je kan type opvragen: type(var_a)
OPGELET: True en False met hoofdletter schrijven!!!
Geen aanhalingsteken gebruiken
WEL Bv. variable_e = True
NIET Bv. variable_e = “True”
,Functies -> herkenbaar aan haakjes
= zijn de werkwoorden van de taal
De meeste functies nemen input (argumenten) en geven output terug.
Functie 1: round()
- Rondt getallen af
- bv. round(3.14159)
- Deze functie als variabele kiezen: rounded = round(3.14159)
- Als je dan rounded gewoon intypt dan krijg je inderdaad 3.
Functie 2: print()
- Wordt gebruikt om tekst weer te geven op het scherm.
- Bv. print(“Hello world!”)
- je kan ook met variabelen werken
- Bv. nr_of_swallows = 2
print(“It takes”, nr_of_swallows, “swallows to carry a coconut”)
It takes 2 swallow to carry a coconut.
Functie 3: Constructor
- een functie die variabele omzet naar een bepaald type.
- Elk variabele type heeft een constructor.
- Voorbeeld: var_a = “123” -> je wilt er een geheel getal van maken
-> var_a = int(var_a)
Functie 4: input()
- Deze functie kan aan de gebruiker van het programma om input vragen. Deze input kan
opgeslagen worden in een variabele.
TER ILLUSTRATIE
, If
Wat zijn control flow statements?
Dat is de volgorde van uitvoeren van je programma.
- Sequentiële control flow (alles volgt elkaar gewoon op)
- Voorwaardelijke control flow
- Lussen of loops ( zie andere kennisclip)
Voorwaardelijke constructies in Python: if, else & elif
Bv. if user_name == “Brian”: print(“He is the messiah!”)
TER ILLUSTRATIE
Code groeperen in Python: inspringen
Hoe duidelijk maken welke code bij if hoort?
Groeperen dmv inspringing (tabs of spaties)
Identation blocks (identation= inspringing)
Zolang zelfde inspringing aangehouden wordt: code hoort bij if
Terug naar het oorspronkelijke niveau: code hoort niet meer bij de if
!! opletten bij copy pasten van code: letten op juiste aantal spaties !!
TER ILLUSTRATIE
Jupiter Lab
Om cellen toe te voegen klik je op het plus-teken, je kan ook kiezen of je deze cel schrijft in
markdown(tekst) of code.
Je kan cellen verplaatsen via pijltjes.
Schaartje = cel verwijderen
Cel kopiëren/plakken
Fout in het programma(en duurt heel lang) -> code stoppen met vierkantje
Je kan ook restarten
Werkcollege 1
Variabelen
Een uitdrukking is een stukje code dat een resultaat kan weergeven bv. 1+1
Als je iets wilt doen met dat resultaat en wilt opslaan om later opnieuw te gebruiken, dan
moeten we een variabele aanmaken bv. De variabele: result = 1+1
Het resultaat van de uitdrukking is opgeslagen in de variabele.
Als we die variabele opvragen (dus gewoon result typen en shift+ enter) dan krijgen we
inderdaad: 2.
Die variabele kan je in een nieuwe uitdrukking gebruiken bv. Result + 4.
Dan kan je nog een nieuwe variabele aanmaken bv. Result = result + 4
Als je dit dan opvraagt dan krijg je 6.
TER ILLUSTRATIE
,Wat is een geldige variabele naam?
De naam van een variabele kan bestaan uit letters, nummers en underscores.
Andere karakters zoals @, $, %, - en spaties zijn niet toegestaan
Bepaalde woorden zoals if, not, and, … zijn niet toegestaan als variabele naam.
De naam van een variabele is hoofdlettergevoelig.
Je kan een naam van een functie gebruiken als variabele, maar dit overschrijft de functie.
Bv. Print = 11001 <-> Print(“help”)
Je zal functie niet meer kunnen gebruiken!! (foutmelding)
Het is niet mogelijk om de naam met een nummer te beginnen bv. 1variabele
Gebruik zinvolle variabele namen (verhoogt leesbaarheid code)
Variabele types
Naast een naam heeft een variabele ook een type.
Het type volgt uit de uitdrukking bij toewijzing.
In python gebruiken we een punt in kommagetallen!
Type 1 en 2: int (integer= geheel getal), float (floating point number = kommagetal)
Het is meestal geen probleem om int en float door elkaar te gebruiken.
Type 3: str (strings= korte stukjes tekst) -> enkel of dubbel aanhalingsteken gebruiken ->
afhankelijk van tekst bv. “ It’s just a flesh wound”
Vandaar als je ‘1’+ ‘1’ doet krijg je: ‘11’
Type 4: bool (boolean), meest eenvoudige variabele type
Maar 2 mogelijke opties: True(waar) of False(onwaar)
Je kan type opvragen: type(var_a)
OPGELET: True en False met hoofdletter schrijven!!!
Geen aanhalingsteken gebruiken
WEL Bv. variable_e = True
NIET Bv. variable_e = “True”
,Functies -> herkenbaar aan haakjes
= zijn de werkwoorden van de taal
De meeste functies nemen input (argumenten) en geven output terug.
Functie 1: round()
- Rondt getallen af
- bv. round(3.14159)
- Deze functie als variabele kiezen: rounded = round(3.14159)
- Als je dan rounded gewoon intypt dan krijg je inderdaad 3.
Functie 2: print()
- Wordt gebruikt om tekst weer te geven op het scherm.
- Bv. print(“Hello world!”)
- je kan ook met variabelen werken
- Bv. nr_of_swallows = 2
print(“It takes”, nr_of_swallows, “swallows to carry a coconut”)
It takes 2 swallow to carry a coconut.
Functie 3: Constructor
- een functie die variabele omzet naar een bepaald type.
- Elk variabele type heeft een constructor.
- Voorbeeld: var_a = “123” -> je wilt er een geheel getal van maken
-> var_a = int(var_a)
Functie 4: input()
- Deze functie kan aan de gebruiker van het programma om input vragen. Deze input kan
opgeslagen worden in een variabele.
TER ILLUSTRATIE
, If
Wat zijn control flow statements?
Dat is de volgorde van uitvoeren van je programma.
- Sequentiële control flow (alles volgt elkaar gewoon op)
- Voorwaardelijke control flow
- Lussen of loops ( zie andere kennisclip)
Voorwaardelijke constructies in Python: if, else & elif
Bv. if user_name == “Brian”: print(“He is the messiah!”)
TER ILLUSTRATIE
Code groeperen in Python: inspringen
Hoe duidelijk maken welke code bij if hoort?
Groeperen dmv inspringing (tabs of spaties)
Identation blocks (identation= inspringing)
Zolang zelfde inspringing aangehouden wordt: code hoort bij if
Terug naar het oorspronkelijke niveau: code hoort niet meer bij de if
!! opletten bij copy pasten van code: letten op juiste aantal spaties !!
TER ILLUSTRATIE
