100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

Samenvatting cellen, weefsels en immunologie (MHVP1CLL2A)

Rating
-
Sold
-
Pages
44
Uploaded on
31-01-2024
Written in
2020/2021

Uitwerking van de colleges voor het tentamen cellen, weefsels en immunologie. Naast de uitwerking van de tekst zijn alle afbeelding aan de samenvatting toegevoegd, wat voor een complete en duidelijke samenvatting zorgt.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 31, 2024
Number of pages
44
Written in
2020/2021
Type
Class notes
Professor(s)
-
Contains
All classes

Subjects

Content preview

Basisbegrippen natuurkunde, scheikunde en biologie:
1. Wat zijn de kenmerken van het leven ?
• Metabolisme = stofwisseling
- Twee deelprocessen: katabolisme en anabolisme
1. Katabolisme = uiteenvallen van grote moleculen in kleinere moleculen
2. Anabolisme = alle opbouwreacties, als grondstoffen voor anabolisme worden
tussenproducten van het katabolisme gebruikt.
• Groei
• Voortplanting
• Adaptie = aanpassen naar omstandigheden. Voor betere overleving kans.
• Prikkelbaarheid
• Prikkelverwerking
• Beweging
• Homeostase


2. Hoe is het menselijk lichaam opgebouwd ?
• Atomen, ionen ‘
• Moleculen, zouten
• Cellen
• weefsels
• Orgaan
• Orgaanstelsel
• Organisme


3. Wat verstaan we onder homeostase ? geef een voorbeeld
= gelijk blijven, het streven van het lichaam naar het constant houden van het
inwendige milieu van het lichaam.
Voorbeeld: iemand die gaat sporten produceert meer koolstofdioxide door de
toegenomen verbranding.

Buffersysteem = Een buffer is een stof die H+ reversibel aan zich kan binden.

4. Waarom is de vochtbalans zo belangrijk ?
Wanneer de vochtbalans is verstoord heeft dit ernstige gevolgen voor de
lichaamsfuncties. Het kan dodelijk zijn. Bij sterk vochtverlies zullen de nieren minder
urine produceren

,5. Wat zijn elektrolyten en wat is hun functie ?
Het zijn mineralen (zouten)
Functie:
• Bouwstof
• Osmolariteit
• Bestanddelen van hormonen en enzymen
• Impulsgeleiding
• Spiercontractie

6. Hoe wordt de PH (zuurgraad) gereguleerd ? wat is een buffer ?
Een buffer is een stof die een H+ reversibel aan zich kan binden

7. Wat verstaan we onder anabole processen ? en katabole processen ?

• Anabole: opbouwende, zorgen voor minder vet en meer spiermassa
• Katabole: afbrekende

Groep 2:

1. Wat verstaan we onder metabolisme ?
Stofwisseling, enzymen spelen een belangrijke rol.

2. Wat zijn koolhydraten ? geef voorbeelden.
Brandstoffen. Sacharose, zetmeel en lipiden (vetten)

3. Hoe zijn lipiden opgebouwd ? en eiwitten ?
• Lipiden: glycerol molecuul en 3 vetzuren
• Eiwitten: aminozuren

4. Wat is ATP ?
Wordt energie in opgeslagen, wat nodig is bij verbranding.

5. Wat gebeurt er in de glycolyse ? en in de citroenzuurcyclus ?




6. Wat zijn enzymen en wat doen ze ?
Eiwit die als katalysator werkt, versnelt proces.

7. Wat is het verschil tussen aerobe en anaerobe verbranding en hoeveel ATP levert dit
op per glucose molecuul ?
Aerobe: met zuurstof, 38 ATP bruto en 36 netto
Anaerobe: zonder zuurstof.

, Groep 3


1. Hoe werkt zeep ? gebruik de begrippen hydrofoob en hydrofiel.
Een zeep deeltje heeft een hydrofobe staart en een hydrofiele kop. De staart zal het
vetdeeltje omringen.

2. Waaruit bestaat het celmembraan ?
Dubbele fosfolipiden laag met een hydrofiele kop en hydrofobe staart.

3. Wat is het verschil tussen actief en passief transport ?
Actief transport is doormiddel van ATP ( er is energie voor nodig), passief transport is
doormiddel van diffusie en osmose.

4. Geef een voorbeeld van diffusie. Welke factoren hebben invloed op de
diffusiesnelheid ?
Suiker in een kop thee. Temperatuur, molecuul, massa, concentratieverschil,
diffusieoppervlak en afstand

5. Wat verstaan we onder osmose ? wat gebeurt er met een cel in een hyperosmotische
milieu ?
Water gaat van een lage naar hoge concentratie opgeloste stof.

, College 2: celdeling

Chromosomen
• Normale cellen zijn diploïd: bevat van elk chromosoom twee exemplaren (één van je
moeder en één van je vader). 23 chromosomen paren in totaal 46 chromosomen
• Geslachtcellen zij haploïd, 23 chromosomen, bevat maar een exemplaar



Cel cyclus
Twee fases:

• interfase ( 24 uur)
- Gap-fase 1 (G1): cel groei, toename
cytoplasma, eiwit productie, energie productie
- S-fase: verdubbeling van het centrosoom,
verdubbeling van het DNA = chromosoom
duplicatie
- Gap-fase 2 (G2): cel groei, toename
cytoplasma, eiwit productie, energie productie,
voorbereiding op mitotische fase

• mitotische fase ( 1 uur )
- mitose = kerndeling
- cytokinese = celsplitsing
- delingsfase
$10.18
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
ezrarijpstra

Get to know the seller

Seller avatar
ezrarijpstra Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
5 year
Number of followers
0
Documents
3
Last sold
3 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions