Krachten tussen deeltjes
Aggregatietoestanden
Oplossingen
1. Een biomolecule van 2,00 g wordt opgelost in 15,0 g CCl 4 (en zal hierbij niet dissociëren). Het
kookpunt van die oplossing is 77,85 °C. Het kookpunt van zuiver CCl 4 is 76,50°C en de
kookpuntsverhogingsconstante is 5,03 °C kg/mol. Dichtheid van CC l4 = 1,594 g/mL.
a) Bereken de molaire massa van de biomolecule
b) De osmotische druk van de oplossing bij 25 °C
2. Een mengsel van ethanol (C2H5OH) en methanol (CH3OH) heeft bij 25 °C een dampdruk van
0,1043 bar. De massaverhouding ethanol/methanol in de dampfase bedraagt 1,86. Bij 25 °C
bedraagt de dampdruk van zuiver ethanol en zuiver methanol resp. 0,0807 bar en 0,168 bar.
a) Bereken de molfracties van beide componenten in de dampfase en in de vloeistoffase
b) Schets het bijhorende p,X – diagram