d. Orpheus krijgt Eurydice terug (50-63)
Hanc simul et legem - Rhodopeius - accipit - Orpheus,
Tegelijkertijd ontvangt de Thracische Orpheus haar
> Rhodopeius ... Orpheus
Orpheus kwam uit Thracie, waar het Rhodope-gebergte lag.
> Hanc = Eurydice
> legem wordt uitgewerkt in het vervolg
ne flectat - retro - sua lumina, donec - Avernas -
en de voorwaarde om niet achterom te kijken, totdat hij de onderaardse
> ne flectat = conjunctivus finalis / doel
> sua lumina = metonymia
exierit - valles; aut irrita - dona - futura.
valleien heeft verlaten; of anders zullen de geschenken vergeefs zijn / of dat
anders het geschenk vergeefs zou zijn.
> donec ... exierit = conjunctivus perfectum
> Avernas ... valles = de Avernische valleien
Avernus = moerassig meer bij Napels, waaruit zulke stinkende dampen
opstegen dat vogels dood uit de lucht vielen. Daarom dacht men dar er
een van de ingangen naar de onderwereld was.
Carpitur - adclivis - per muta silentia - trames,
De hellende weg wordt stap voor stap afgelegd in zwijgende stilte,
> adclivis ... trames = onderwerp carpitur
arduus, obscurus, caligine - densus - opaca.
de steile (weg), de donkere, dicht bedekt met schaduwrijke dikke nevel.
> arduus, obscurus, densus = bepalingen bij adclivis ... trames
> caligine ... opaca = ablativus instrumenti / middel
Nec procul - abfuerant - telluris - margine - summae:
Ze waren niet ver af geweest van de grens van de bovenwereld / van de
oppervlakte van de aarde:
> abfuerant = plusquamperfectum
> telluris ... summae = genitivus bij margine
hic, ne deficeret, metuens - avidusque (videndi)
hier, vrezend dat ze verzwakte, en verlangend haar te zien,
> ne deficeret = conjunctivus in vreeszin; onderwerp = Eurydice
> videndi = gerundium, genitivus objectivus
flexit - amans - oculos: et protinus - illa - relapsa est
draaide hij uit liefde zijn ogen: en onmiddellijk is zij terug gegleden
Hanc simul et legem - Rhodopeius - accipit - Orpheus,
Tegelijkertijd ontvangt de Thracische Orpheus haar
> Rhodopeius ... Orpheus
Orpheus kwam uit Thracie, waar het Rhodope-gebergte lag.
> Hanc = Eurydice
> legem wordt uitgewerkt in het vervolg
ne flectat - retro - sua lumina, donec - Avernas -
en de voorwaarde om niet achterom te kijken, totdat hij de onderaardse
> ne flectat = conjunctivus finalis / doel
> sua lumina = metonymia
exierit - valles; aut irrita - dona - futura.
valleien heeft verlaten; of anders zullen de geschenken vergeefs zijn / of dat
anders het geschenk vergeefs zou zijn.
> donec ... exierit = conjunctivus perfectum
> Avernas ... valles = de Avernische valleien
Avernus = moerassig meer bij Napels, waaruit zulke stinkende dampen
opstegen dat vogels dood uit de lucht vielen. Daarom dacht men dar er
een van de ingangen naar de onderwereld was.
Carpitur - adclivis - per muta silentia - trames,
De hellende weg wordt stap voor stap afgelegd in zwijgende stilte,
> adclivis ... trames = onderwerp carpitur
arduus, obscurus, caligine - densus - opaca.
de steile (weg), de donkere, dicht bedekt met schaduwrijke dikke nevel.
> arduus, obscurus, densus = bepalingen bij adclivis ... trames
> caligine ... opaca = ablativus instrumenti / middel
Nec procul - abfuerant - telluris - margine - summae:
Ze waren niet ver af geweest van de grens van de bovenwereld / van de
oppervlakte van de aarde:
> abfuerant = plusquamperfectum
> telluris ... summae = genitivus bij margine
hic, ne deficeret, metuens - avidusque (videndi)
hier, vrezend dat ze verzwakte, en verlangend haar te zien,
> ne deficeret = conjunctivus in vreeszin; onderwerp = Eurydice
> videndi = gerundium, genitivus objectivus
flexit - amans - oculos: et protinus - illa - relapsa est
draaide hij uit liefde zijn ogen: en onmiddellijk is zij terug gegleden