100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Syntaxis linguïstiek

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
16
Subido en
29-01-2024
Escrito en
2023/2024

Syntaxis linguïstiek

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
29 de enero de 2024
Número de páginas
16
Escrito en
2023/2024
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

SYNTAXIS
-taal bestaat niet uit losse woorden
-zin beschrijft een gebeuren zoals door de spreker ervaren
Syntaxis = studie van de combinatiemogelijkheden van woorden tot een zin
zin heeft bepaalde lengte
zin heeft bepaalde woordvolgorde
(ordeningsproces? Zinnen worden niet alfabetisch of naar woordlengte of -soort
gerangschikt, maar wel PRINCIPE VAN LOKALITEIT/AFSTANDSPRINCIPE VAN PEIRCE = wat
bijeen hoort wordt bij elkaar gezet in de zin)
zin heeft bepaalde grammaticale structuur
zin heeft een intonatiepatroon (of leestekens in geschreven taal)
! positie lexicale elementen in de syntactische structuur heeft een impact op de betekenis
WERKWOORDEN
WOORDKLASSEN
-inhoudswoorden
= vormen een open klasse  laten nieuwe woorden toe
= concrete betekenis
= verwijzen naar iets uit de concrete of denkbeeldige werkelijkheid
Soorten: zelfstandige naamwoorden/substantieven/nomina , bijvoeglijke
naamwoorden/adjectieven, werkwoorden/verba, bijwoorden/adverbia
Functie: lexicale waarde
-functiewoorden
= vormen een gesloten klasse  laten geen nieuwe woorden toe
Soorten: voornaamwoorden/pronomina, lidwoorden/artikels, voorzetsels/preposities
Functie: grammaticale waarde  ze hebben een structurele functie in de zin, verbinden de
inhoudswoorden met elkaar en passen zich aan qua vorm aan de inhoudswoorden die ze
verbinden
SOORTEN WERKWOORDEN
Complexer dan zelfstandige naamwoorden: bevatten meer informatie:
semantische betekenis (conceptueel)

,syntactische status in de zin
morfologische complexiteit (overeenkomst in getal, persoon en tijd)
centrale rol in de zin (zin zonder werkwoord is geen zin!!)
SOORTEN:
 Lexicale werkwoorden = zelfstandige werkwoorden
Intransitieve en transitieve: Verschil zit in het al dan niet aanwezig zijn van een object (LV)
-intransitieve werkwoorden
= onovergankelijk
= hebben NOOIT een (direct) object bij zich (NOOIT LV)
Bv: Kim schrok, De bom ontplofte, De demonstranten schreeuwden, Het kind valt,…
-transitieve werkwoorden
= overgankelijk
= KAN of MOET een object (in/direct) bij zich hebben (soms LV)
MOET: bv: David bespreekt de tekst, Janne verzint het verhaal, Tim beschrijft een brief
KUNNEN: bv: Hij kookt een ei (- het water kookt) , Hij breekt een ei (- het ijs breekt)
Direct object = LV / indirect object = MV
mentaal lexicon bevat:
-betekenis van het werkwoord, maar ook:
-de vereisten om het werkwoord te kunnen gebruiken: aantal objecten nodig/verboden en
soort objecten nodig ( = argumenten)
 Koppelwerkwoord
= komt voor met een naamwoordelijk gezegde
= koppelen het onderwerp aan functie, toestand, eigenschap, hoedanigheid
= kunnen voorkomen met bijwoordelijke bepaling of indirect object
= kunnen nooit voorkomen met een LV
= zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen
Bv: zij is voorzitter / zij is voorzitter geweest tijdens zijn afwezigheid
 Hulpwerkwoord
= geeft samen met zelfstandig of koppelwerkwoord extra betekenis
= extra betekenis is:

, -tijd van het werkwoord (hebben, zijn) bv: Jan HEEFT zijn band geplakt
-mening van de spreker (zullen, kunnen, mogen, moeten, willen) bv: Jan KAN de band
plakken
Indeling zelfstandig, koppel- of hulpwerkwoord afh van de betekenis in de zin (1 werkwoord
kan dus fungeren als meerdere soorten)
GRAMMATICALE MARKERING VAN WERKWOORDEN
Betekenis werkwoord bepaalt soort en aantal argumenten
welke directe/indirecte objecten
aard van het onderwerp
bepalingen, ….
Zin is opgebouwd uit:
werkwoord: is steeds congruent (onderwerp komt overeen met PV in getal en persoon)
met subject (NIET met object)
subject/onderwerp
één of meer (directe/indirecte) objecten
Grammaticale markering verwijst naar zinscongruentie
= morfologische aanpassing van werkwoord in zin
getal: enkelvoud, meervoud
persoon, 1ste,2de,3de persoon
tijd: heden, verleden, toekomst
= werkwoorden verschillen in finietheid obv grammaticale markering
-finiete werkwoorden
= grammaticale markering voor tijd, getal en persoon
= alle hoofdzinnen hebben een finiet werkwoord (=PV)
= bv: hij GAAT jou helpen, ze LOOPT door de sneeuw
-niet-finiete werkwoorden
= geen grammaticale markering voor tijd, getal en persoon
= alle bijzinnen kunnen een finiet of een niet-finiet werkwoord hebben
= bv: Janne is van plan om het boek TE LEZEN, we hebben het idee opgevat om op reis TE
GAAN
$7.78
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
jinthemattheeussen

Conoce al vendedor

Seller avatar
jinthemattheeussen Thomas More Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
1 año
Número de seguidores
0
Documentos
8
Última venta
-

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes