100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Statistiek 1

Rating
-
Sold
2
Pages
35
Uploaded on
28-01-2024
Written in
2023/2024

Hier vind je een samenvatting van alle lessen (powerpoints met eigen notities, aangevuld door het handboek voor verduidelijking) van Statistiek in het eerste jaar in de bachelor Toegepaste Psychologie.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Verduidelijking bij de powerpoints
Uploaded on
January 28, 2024
Number of pages
35
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING STATISTIEK
THEMA 1: SITUERING

H1: DE STATISTIEK IN HET ONDERZOEK

- Belangrijke begrippen
o Kwaliteitsvol onderzoek – voorwaarden van Brinkman
o Onderzoeksfasen – operationalisering
o Experiment – correlationeel onderzoek – kwalitatief – kwantitatief
o Variabele – afhankelijke variabele – onafhankelijke variabele – covariaat
o Causaliteit – criteria van Hume & Mill
o Populatie – steekproef – steekproeftrekkingen
o Beschrijvende statistiek – inductieve statistiek
- Wat is statistiek?
o = wetenschap van gegevensverzameling; gegevens classificeren, samenvatten, organiseren, analyseren en
interpreteren
o Gegevens verzameld via een steekproef van een populatie
 Populatie = de bestudeerde groep
 Steekproef = selectie uit de populatie
o Gegevens geanalyseerd via beschrijvende/inductieve statistiek
 Beschrijvende statistiek
 Kenmerken/parameters bepalen van steekproef
 Geen veralgemening naar populatie
 Inductieve statistiek
 Kenmerken/parameters bepalen van populatie
 Van steekproef naar populatie = inductieve redenering
o (<-> deductief)
 Extra vertaalslag nodig = foutgevoelig
 = de statistiek die obv een steekproef probabilistische uitspraken probeert te maken over de
populatie
 = kansberekeningen worden gebruikt om de mate van onzekerheid uit te drukken
- Wat is onderzoek?
o Onderzoek leidt tot uitspraken
 Deterministische uitspraken = wetmatigheden
 Deduceren = afleiden uit
o  wat voor IEDEREEN van toepassing is (populatie), is ook STEEDS van toepassing
op ieder individu uit de populatie
 Probabilistische uitspraken = waarschijnlijkheden/onzekerheden  kansen
 Induceren = gevolgen trekken uit
o  wat voor een DEEL van toepassing is (steekproef), is MOGELIJKS ook van
toepassing op de rest van de populatie
 Vb onderzoek binnen gedragswetenschappen
 Onzekerheden afkomstig van…
o Werken met mensen = onvermijdelijk
o Afkomstig van slecht onderzoeksopzet = vermijdelijk
o (her)interpretatie van gepubliceerde onderzoeken = wees kritisch
o Kwaliteitsvolle gegevens bekomen kwaliteitsvol onderzoek (Brinkman)
 Objectiviteit  inzicht als onderzoeker  jouw visie/ideologie opzij zetten, uzelf tijdelijk als ‘robot’
instellen
 Controleerbaarheid  van A  Z onderzoek perfect uitvoeren, met gegevens omgaan, met alle
mogelijke situaties omgaan

,  Herhaalbaarheid  draaiboek kennen & gebruiken, jij EN iemand anders moeten onderzoek identiek
opnieuw kunnen uitvoeren
 Systematiek  vooronderzoek doen, je kent de volgende stappen: ‘vervolgonderzoek’ en je kent je
eigen onderzoek  systematisch te werk gaan
o Soorten onderzoek
 Experiment
 Regels Brinkman toepassen
 Alles heel systematisch met controle
 Kijken naar juistheid & snelheid bvb
 Met onafhankelijke en afhankelijke variabele
o Onafhankelijke variabele (OV) bestaande uit condities
o Afhankelijke variabele (AV) om verschillen tussen condities te meten
o Resultaten bepalen wat het effect/verband is van de condities op de metingen
 Correlationeel onderzoek
 Vb. survey-onderzoek
 Zaken meten & in verband brengen MAAR is niet causaal  het ene is niet de oorzaak van
het andere
o Vb. ontbijttype (nutri-score) in verband brengen met IQ-score  een gezonder
ontbijt hangt positief samen met IQ-score
 GEEN OV of AV, enkel metingen = covariaten
 Covariaten (cov) om verbanden tussen variabelen te meten
 Resultaten bepalen of er een verband is tussen de metingen
o Soorten verbanden





 De impact van variabelen op elkaar interpreteren
 Direct causale verbanden  criteria van Hume & Mill
 = vereisten voor direct causaal (als-dan) verband
 1. Tijdruimtelijke structuur van oorzaak en gevolg
 2. Oorzaak vindt plaat VOOR het gevolg
 3. Als de vermoedelijke oorzaak niet plaatsvindt, dan is er geen meetbaar gevolg
 4. Er zijn GEEN alternatieve verklaringen mogelijk
 Experiment = criteria 1-3 ok
o Chronologie  OV dan AV dan resultaten
o Oorzaak VOOR gevolg  OV VOOR AV
o Controleconditie  OV bevat controleconditie
o GEEN indirecte verbanden  blijft vaak discussiepunt…
 Criteria Brinkman & criteria Hume & Mill
 Criteria Brinkman = noodzakelijke voorwaarden voor kwaliteitsvol onderzoek
 Criteria van Hume & Mill = voorwaarden om sterkere uitspraken te kunnen maken; in het
beste geval: causale (als-dan) uitspraken
o Onderzoeksfasen
 1. Vraagstelling
 2. Literatuuronderzoek
 3. Operationalisering
 Gender
 Stress
 Persoonlijkheid
 4. Steekproefopzet
 Aselect: iedereen maakt kans om deel te nemen aan onderzoek  je brengt iedereen van de
populatie in kaart door iedereen te betrekken

, o Gestratificeerd: populatie indelen: vb man-vrouw
o Clustersteekproef  heterogene groepen: ze zijn er omdat het zo georganiseerd is:
vb scholengroep
o Getrapt: combinatie van strategieën
 Niet-aselect: soms gaat dat gewoon niet dus je moet het dan doen met de mensen uit je
kennissenkring
o Convenience sampling: studenten (die je kent) nemen steekproef af om iets van
studenten van hele populatie te zeggen
o Judgment sampling: experts (die je kent) betrekken in onderzoek MAAR is die
alwetend?
o Snowball sampling
o Quota sampling
o Random walk en andere strategie in boek NIET kennen
 5. Gegevensverzameling: onderzoek uitvoeren
 6. Analyse
 7. Rapportering
o  experiment waterpistool-kaneel (=targetwoord)
 Klankgerelateerde woorden: vb kamer
 Niet-klankgerelateerde woorden: vb bureau

, H2: OPERATIONALISEREN & METEN

- Belangrijke begrippen
o Operationaliseren – concretiseren
o Kwalitatief – kwantitatief – discreet – continue
o Goede operationalisering – mutueel exclusief – exhaustief
o Meetniveaus – nauwkeurigheid – NOIR
o Scale – Likert schalen
o Betrouwbaarheid – validiteit
o Data Cleaning – hercodering – itemanalyse – samenvatten
- Operationaliseren
o Vb. Marshmallow-experiment
 Hoe ontwikkelt zelfcontrole zich bij kinderen tussen 3 en 9 jaar?
 Uit literatuur: 1e tekenen rond 5 jaar, zichtbare vermijdingsstrategieën bij zelfcontrole-in-
ontwikkeling
 Onderzoeksprocedure (beknopt)
o 1 marshmallow voor hen
o ALS 30 min niet opeten, DAN 2e marshmallow als beloning <-> niet kunnen wachten
 Criteria Brinkman: voldaan
 Objectiviteit
 Herhaalbaarheid
 Controleerbaarheid
 Systematiek
 Criteria Hume & Mill: voldaan
 Chronologie: verschillende stappen van het experiment
 Oorzaak voor gevolg
 Controlecondities
 Indirecte verbanden: omgeving = saai
 Variabelen: leeftijd, geslacht, omgeving, kind alleen of met 2, type beloning, feit dat je moet wachten
+ duur, vaagheid van de duur, afleiding, hongerigheid, …
 Operationaliseren: 4 opties van vragen (worden specifieker, nauwkeuriger)
 1. Simpele ja-nee-vraag: is het kind ouder dan 5 jaar?
 2. Gesloten meerkeuzevraag: 5 antwoorden: welk leeftijdsbereik is van toepassing? <4j, 4-5j,
5-6j, 6-7j, >= 7j
 3. Open brede vraag: wat is de leeftijd uitgedrukt in jaren?
 4. Open gedetailleerde vraag: wat is de leeftijd uitgedrukt in maanden?
o Verschillende manieren van operationaliseren
 Kwalitatieve variabelen = indeling volgens een (antwoord)categorie (vb. favoriete huisdier, geslacht,
…)  vaak in de praktijk gebruikt
 Kwantitatieve variabelen = de waarden bestaan uit getallen/scores/cijfers
 Discreet/gehele getallen/telbaar (vb. aantal broers/zussen)
 Continue/kommagetallen/ontelbaar (vb. lichaamslengte)  in praktijk afgerond!
  variabelen verschillen naargelang nauwkeurigheid = meetniveaus
- Meetniveaus
o Wat is er minimaal nodig voor een goede operationalisering?
 Mutueel exclusiviteit = iedere deelnemer heeft 1 en slechts 1 waarde/antwoord op de variabele
 Vooral bij gesloten meerkeuzevragen van belang
 Exhaustiviteit = de operationalisering houdt rekening met alle mogelijke antwoorden: vb. variabele
‘huisdier’: kies jouw favoriet: honden, katten, ander
 Vooral bij gesloten vragen belangrijk dat je lijst met opties geeft  kan ook bij open vragen
of bvb om toelichting vragen of bvb meerdere antwoorden en als laatste ‘ander’ als keuze of
‘ander, namelijk…’

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
marthesprangers Thomas More Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
23
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
17
Last sold
1 month ago

4.3

3 reviews

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions