Kwalitatieve data-analyse
Het semi-gestructureerde interview
concepties over interviews:
- informatie overdragen
- het is een transactie dus er is bias: herkennen en controleren
- dagelijks leven overbrengen
doelen v interview:
- informatie verzamelen
- hypotheses testen of nieuwe suggereren
- in combinatie met andere onderzoeksmethoden onderzoek opzetten
pro:
- diepgang
- respondenten emer betrokken/gemotiveerd
contra:
- subjectief, bias door interviewer
gestructureerd interview:
- onderzoekers zijn bewust van wat ze niet weten
- vragen om kennis die ze nodig hebben te vergaren
- vergelijkbare data verzamelen
ongestructureerd interview:
- als onderzoekers nog niet weten wat ze nog niet weten
- vertrouwen op respondenten om het hen te vertellen
1. bestaande informatie inwinnen
wat bestaat er al ? Wat is er al geweten ? Wat is er al onderzocht?
probleemstelling + onderzoeksvragen
voorbereidingsproces: r
- raadplegen v schriftelijke/mondelinge bronnen
o theoretische bronnen
o empirische bronnen
- grondig literatuuronderzoek: aanleiding om onderzoeksdoelstelling verder te
concretiseren in onderzoeksvragen
semi-gestructureerd: laat openheid toe waarop interviewer niet is/kan voorbereid
zijn: totaal onverwachte zaken, irrelevent in kader v onderzoeksvragen
vermijden? interviewleidraag (= sturingsmaatregel om gesprek in goede
(onderzoeks)banen te leiden.)
2. interviewleidraad
voorbereidende studie
, discussietopics die onderzoeker kan voorleggen in interview
topics goede onderzoeksvragen
volgens Krueger & Casey: 6 stappen
- brainstormen: organiseren v gesprek met inhoudsrijke informanten en
inventariseren v vragen
- (her)formuleren v vragen)
- ordenen v vragen
- rekening houden met tijd die interview kan/mag beslaan
- feedback vragen v anderen over ontwikkelde interviewleidraad
- testen v vraagstellingen bij aantal willekeurige personen
Kenmerken goede interviewleidraad:
- geordende vragen
- transparante en gebruikelijke taal: zo weinig mogelij afkortingen, jargon..
- gemakkelijk begin: gesprek op gang brengen
- logische opvolging v vragen (met rationale)
- v algemeen nr specifiek
- tijdindicaties
- op niveau v respondenten
- gemakkelijk om voor te lezen
- kort van aard
- open einde
- unidimensioneel
Vragen die gesprek moeten stimuleren of op gang houden
- openingsvragen
in 10 sec antw op geven
polsen nr feiten
- inleidende vragen
beschrijvend v aard
gesprek op gang trekken
- overgangsvragen
interview in richting v onderzoeker loodsen
brug naar belangrijkste vragen
- Kernvragen
belangrijkste vragen
verzamelde feiten gebruiken om kernvragen in te leiden
duidelijk markeren: mag niet overgeslagen worden
- Slotvragen
veelzijdig
bij beëindigen van goed afgekbakend geheel
terugkomen op eerder gestelde vraag?
samenvatting maken v geheel v antwoorden v respondent
schets geven v doelstelling v interviewafname
3. selectie en uitnodiging respondenten
3.1. Sampling
Welke is de eenheid van analyse ?
, - deelnemers/respondenten/informanten (wie?)
- acties, gebeurtenissen, programma’s, periodes (wat?)
- scholen, organisatie
Hoe kunnen eenheden/cases worden geselecteerd?
Kwalitatieve steekproefmethodes: (+ Cohen hfdst 4!)
non-probability (= kans van deelnemers is niet gekend, sommige zullen zeker w
uitgesloten en andere zeker w gekozen, niet elk lid heeft evenveel kans om deel te
nemen, doelbewust een kleiner deel v populatie gekozen, specifieke groep
representeren, specifieke groep voor ogen, wil niet generaliseren maar enkel
uitspraken doen over die groep, bij kleinschalig onderzoek, minder ingewikkeld
om op te zetten )
- purposive/theoretical sampling (bv. doelgericht obv wat je te weten wil komen
die kenmerken zoeken of mensen in die situatie waarvan je denkt dat ze je de
informatie gaan knn geven die je nodig hebt)
= kiezen van casussen die variatie brengen
= kiezen van casussen via vastgelegde criteria (theorie/data)
- theoretical sampling
toepassing v grounded theory: sample moet groot genoeg zijn om tot saturatie te
komen om theoretische verklaring te geven
weet niet op voorhand hoeveel nodig
o welke groepen benaderen voor data
o voor welke theoretische doeleinden zoeken we meer data?
sample grootte kan afhangen v grootte v groep of toegang tot participanten
- quota sampling (tegenhanger v stratified sampling)
wil opvallende karakteristieken representeren in proportie
o karakteristieken in populatie identificeren
o proporties v karakteristieken in populatie identifieren
o verzekeren dat zelfde proportie in sample terugkomt (soms start-survey
nodig)
- dimensional sampling: probleem v sample size bij quota sampling reduceren
verfijning v quota sampling
één respondent per combinatie v factoren
- convenience sampling (bv. mensen die bereikbaar zijn, je buurjongen zit toevallig
in eerste bachelor, ze zijn in de buurt/bereikbaar/beschikbaar…)
sample w bepaald door wie beschikbaar en toegankelijk is
case study/serie v case studies
- snowball sampling (je doet interview met iemand, die zegt dit aan iemand anders
waardoor die ook wil meedoen…
= cases die zich voordoen; pragmatisch
= aanspreken van netwerken van informanten
Het semi-gestructureerde interview
concepties over interviews:
- informatie overdragen
- het is een transactie dus er is bias: herkennen en controleren
- dagelijks leven overbrengen
doelen v interview:
- informatie verzamelen
- hypotheses testen of nieuwe suggereren
- in combinatie met andere onderzoeksmethoden onderzoek opzetten
pro:
- diepgang
- respondenten emer betrokken/gemotiveerd
contra:
- subjectief, bias door interviewer
gestructureerd interview:
- onderzoekers zijn bewust van wat ze niet weten
- vragen om kennis die ze nodig hebben te vergaren
- vergelijkbare data verzamelen
ongestructureerd interview:
- als onderzoekers nog niet weten wat ze nog niet weten
- vertrouwen op respondenten om het hen te vertellen
1. bestaande informatie inwinnen
wat bestaat er al ? Wat is er al geweten ? Wat is er al onderzocht?
probleemstelling + onderzoeksvragen
voorbereidingsproces: r
- raadplegen v schriftelijke/mondelinge bronnen
o theoretische bronnen
o empirische bronnen
- grondig literatuuronderzoek: aanleiding om onderzoeksdoelstelling verder te
concretiseren in onderzoeksvragen
semi-gestructureerd: laat openheid toe waarop interviewer niet is/kan voorbereid
zijn: totaal onverwachte zaken, irrelevent in kader v onderzoeksvragen
vermijden? interviewleidraag (= sturingsmaatregel om gesprek in goede
(onderzoeks)banen te leiden.)
2. interviewleidraad
voorbereidende studie
, discussietopics die onderzoeker kan voorleggen in interview
topics goede onderzoeksvragen
volgens Krueger & Casey: 6 stappen
- brainstormen: organiseren v gesprek met inhoudsrijke informanten en
inventariseren v vragen
- (her)formuleren v vragen)
- ordenen v vragen
- rekening houden met tijd die interview kan/mag beslaan
- feedback vragen v anderen over ontwikkelde interviewleidraad
- testen v vraagstellingen bij aantal willekeurige personen
Kenmerken goede interviewleidraad:
- geordende vragen
- transparante en gebruikelijke taal: zo weinig mogelij afkortingen, jargon..
- gemakkelijk begin: gesprek op gang brengen
- logische opvolging v vragen (met rationale)
- v algemeen nr specifiek
- tijdindicaties
- op niveau v respondenten
- gemakkelijk om voor te lezen
- kort van aard
- open einde
- unidimensioneel
Vragen die gesprek moeten stimuleren of op gang houden
- openingsvragen
in 10 sec antw op geven
polsen nr feiten
- inleidende vragen
beschrijvend v aard
gesprek op gang trekken
- overgangsvragen
interview in richting v onderzoeker loodsen
brug naar belangrijkste vragen
- Kernvragen
belangrijkste vragen
verzamelde feiten gebruiken om kernvragen in te leiden
duidelijk markeren: mag niet overgeslagen worden
- Slotvragen
veelzijdig
bij beëindigen van goed afgekbakend geheel
terugkomen op eerder gestelde vraag?
samenvatting maken v geheel v antwoorden v respondent
schets geven v doelstelling v interviewafname
3. selectie en uitnodiging respondenten
3.1. Sampling
Welke is de eenheid van analyse ?
, - deelnemers/respondenten/informanten (wie?)
- acties, gebeurtenissen, programma’s, periodes (wat?)
- scholen, organisatie
Hoe kunnen eenheden/cases worden geselecteerd?
Kwalitatieve steekproefmethodes: (+ Cohen hfdst 4!)
non-probability (= kans van deelnemers is niet gekend, sommige zullen zeker w
uitgesloten en andere zeker w gekozen, niet elk lid heeft evenveel kans om deel te
nemen, doelbewust een kleiner deel v populatie gekozen, specifieke groep
representeren, specifieke groep voor ogen, wil niet generaliseren maar enkel
uitspraken doen over die groep, bij kleinschalig onderzoek, minder ingewikkeld
om op te zetten )
- purposive/theoretical sampling (bv. doelgericht obv wat je te weten wil komen
die kenmerken zoeken of mensen in die situatie waarvan je denkt dat ze je de
informatie gaan knn geven die je nodig hebt)
= kiezen van casussen die variatie brengen
= kiezen van casussen via vastgelegde criteria (theorie/data)
- theoretical sampling
toepassing v grounded theory: sample moet groot genoeg zijn om tot saturatie te
komen om theoretische verklaring te geven
weet niet op voorhand hoeveel nodig
o welke groepen benaderen voor data
o voor welke theoretische doeleinden zoeken we meer data?
sample grootte kan afhangen v grootte v groep of toegang tot participanten
- quota sampling (tegenhanger v stratified sampling)
wil opvallende karakteristieken representeren in proportie
o karakteristieken in populatie identificeren
o proporties v karakteristieken in populatie identifieren
o verzekeren dat zelfde proportie in sample terugkomt (soms start-survey
nodig)
- dimensional sampling: probleem v sample size bij quota sampling reduceren
verfijning v quota sampling
één respondent per combinatie v factoren
- convenience sampling (bv. mensen die bereikbaar zijn, je buurjongen zit toevallig
in eerste bachelor, ze zijn in de buurt/bereikbaar/beschikbaar…)
sample w bepaald door wie beschikbaar en toegankelijk is
case study/serie v case studies
- snowball sampling (je doet interview met iemand, die zegt dit aan iemand anders
waardoor die ook wil meedoen…
= cases die zich voordoen; pragmatisch
= aanspreken van netwerken van informanten
