100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting specifiek deel gezondheids- en ziekteleer

Rating
4.0
(1)
Sold
3
Pages
38
Uploaded on
24-01-2024
Written in
2023/2024

een volledige samenvatting van het specifiek deel van het vak gezondheids- en ziekteleer bestaande uit 3 delen: aandoeningen van het respiratoir systeem, aandoeningen van het cardiovasculair systeem, aandoeningen van het metabool systeem

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 24, 2024
Number of pages
38
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inhoud
Deel 1: aandoeningen van het respiratoir systeem..................................................................................................2

1. de ademhaling en het ademhalingsregelsysteem.............................................................................................2

2. pathofysiologie van dyspneu.............................................................................................................................4

3. specifieke stoornissen in ademregulatie...........................................................................................................4

4. specifieke stoornissen in ventilatie...................................................................................................................6

5. specifieke stoornissen in gasuitwisseling & gastransport...............................................................................15

Deel 2: aandoeningen van het cardiovasculair systeem.........................................................................................20

1. ischemisch hartlijden.......................................................................................................................................20

2. perifeer arterieel vaatlijden............................................................................................................................23

3. hartritmestoornissen.......................................................................................................................................24

4. hartfalen..........................................................................................................................................................26

5. plotse dood tijdens sport................................................................................................................................27

Deel 3: aandoeningen van het metabool systeem.................................................................................................32

1. overgewicht & obesitas...................................................................................................................................32

meerkeuze vragen voorbeelden.............................................................................................................................35

,DEEL 1: AANDOENINGEN VAN HET RESPIRATOIR SYSTEEM

1. DE ADEMHALING EN HET ADEMHALINGSREGELSYSTEEM

 = homeostase van de O2 en CO2 spanning in het arterieel bloed


ADEMHALINGSSPIEREN

 Motorneuronen → activeren spieren
 Diafragma → belangrijkste
o Koepelvormige spier
o Inademen in rust → borstkas zet uit → diafragma duwt naar ↓ (contractie)
 Uitzetting: craniocaudaal + lateraal vooral aan thoraxbasis
o Uitademen in rust → passief → diafragma relaxatie
o Geen andere spieren nodig in rust
 Bij grote inspanningen of ziekte:
o Hulpinademhalingsspieren: halspieren & tussenribspieren → bewegen borstkas ↑ en naar
voren
o Uitademhalingsspieren: tussenribspieren & buikspieren → aanspannen duwt buikinhoud naar
↑ tegen diafragma
o Inademen: volume borstkas + → diafragma ↓ → buikspieren ontspannen
o Uitademen: volume borstkas  → diafragma ↑ → buikspieren gespannen
 Let op: expiratoire spieren ook bij specifieke geforceerde expiratie maneuvers
o Bv: hoesten of iets opblazen


VENTILATIE

 Gasuitwisseling (O2 in & CO2 uit) gebeurt thv alveolen, waar er zeer nauw contact is tussen bloedvaten
en lucht-houdende alveolen
 Principe 1:  druk (P) in alveolen
o Lucht passief aangezogen door –P (bv. -5) in alveolen
o Contractie AH-spieren → thorax wordt groter, maar long moet ook volgen
 Als long niet volgt → gaat niet uitzetten → geen – P gecreëerd
o Long volgt thorax dankzij pleuraholte: kleine hoeveelheid vocht tussen viscerale & pariëtale
pleura
 Resultaat v continu productie v vocht doorheen pleurale capillairen
 Vochtlaagje is soort suctie waardoor de 2 pleura bladen elkaar gaan volgen → thorax
zet uit → long volgt mee want daar wordt opgezogen

,  Absorptie > productie → grotere absorptie doordat thoraxwand uitgerust is met
grote bloedsomloop en lymfevatensysteem & vocht makkelijk weg n plaats waar – P
in ons vatensysteem zit
o Long heeft neiging om niet uit te zetten, als je die uitzet wilt die terug plat vallen:
retractiekracht
  intrapleurale druk is sterker dan retractiekracht v longparenchym
  druk tussen pleura bladen = vacuüm → waardoor als we thorax bewegen die long
mee volgt
o Retractiekracht v longparenchym: reden 1
 Rondom alveolen zitten elastische vezels
o Retractiekracht v longparenchym: reden 2
 Oppervlaktespanning: H2O-moleculen in rand staan in contact met lucht → gaan
elkaar aantrekken → longblaasje wordt kleiner
 Indien enkel H2O-moleculen in alveolaire film → enorme attractie & long zelfs
moeilijk open te krijgen
 Zien we bij prematuren
 Indien in waterfilm grotere moleculen (surfactant) met hydrofoob gedeelte
dan is die attractie 12x minder
o Retractiekracht v longparenchym: sterkst op einde v inademhaling
 Alveolen zijn mooi uitgezet → surfactant moleculen verder uit mekaar & elastiek
uitgetrokken → neiging om hun potentieel aan bescherming v plat vallen gaat tegen
 Principe 2: dit verloopt enkel vlot indien goede luchtwegen-doorgankelijkheid


GASUITWISSELING EN TRANSPORT

 Gasuitwisseling gebeurt over 80m²
 Vertakkingen op dichotome of laterale manier waarbij diameter van elk van 2 takken kleiner, maar
gezamenlijke doorsnede groter wordt
 O2 & CO2 diffundeert door wand longblaasjes & wand v haarvaten n bloed, deze wanden liggen tegen
mekaar zonder bindweefsel tussen
 CO2 uitwisseling = diffusie
o CO2 is goed oplosbaar in vl.
o PCO2 (mmHg) =  45 in circulatie & 40 in alveoli
 Reden: we ademen niet alle lucht uit
 O2 uitwisseling: diffusie = drukgradiënt afhankelijk
o O2 is weinig oplosbaar in vl.
o PO2 (mmHg) =  100 in alveoli & 35 – 40 in circulatie

,  Hemoglobine bindt O2 moleculen zodat PO2 spanning ↓ blijft & drukgradiënt
behouden blijft
 Elke hemoglobinemoleculen kan max. 4 O 2 binden


HERSENCORTEX

 Ademcentra wordt nog is beïnvloedt door onze hersencortex
 We kunnen bewust stoppen met ademen of ons adempatroon beïnvloeden
 Als we wakker zijn draait onze ademcentra op een sneller tempo
 Gasuitwisseling-stoornissen tijdens slaap worden minder gecorrigeerd: resulteert in ↓ PO2 & ↑ PCO2
 Rol van emotional brain → ook invloed op ademhaling
o Kan in gevoel van angst of stress een soort vecht- of vlucht reactie geven
o Sterke activatie van sympatisch ZS waardoor o.a. fysiologische hyperventilatie
o Doel: ++ ademen gezien ↑ metabolisme op komst (soort beschermingssysteem)

2. PATHOFYSIOLOGIE VAN DYSPNEU

 = kortademigheid
 Normaal: men is zich bewust van het feit dat men ademt
 Dyspneu: is een sensatie uitgaande v de hersencortex die ontstaat
o Als er een toegenomen efferente motoneurale activiteit nodig is om te ademen
o & afferente feedback-signalen info aanleveren dat deze toegenomen motoneurale activiteit n
verhouding te weinig ventilatie aangeeft
 Het ideale vat met een tap:
o Efferente respiratoire motoneuron activiteit resulteert in PO 2 – PCO2
o Afferente (“feedback”) activiteit gaat zorgen dat, moest dat gat veel te groot zijn, je niet
teveel gas gaat verliezen & de luchtwegen dat vat gaan vullen
 Een vat met een tap en een probleem:
o Luchtwegenvernauwing → PO2 dreigt te zaken & PCO2 dreigt te stijgen → gaat enorm signaal
sturen n u hersenstam
o Efferente respiratoire motoneuron activiteit neemt toe (vat vult & compenseert behoud v
normale gassen) → hersenstam stuurt meer efferente signalen om arbeid op te drijven
o Nog meer luchtwegenvernauwing → PO2 dreigt heel diep te zaken & PCO2 dreigt heel hoog te
stijgen → HT stuurt nog meer efferente signalen om arbeid op te drijven → maar: vat loopt
over → limiet: zinloze arbeid → signaal n hersencortex → signaal v HT n HC: sensatie v dyspneu

3. SPECIFIEKE STOORNISSEN IN ADEMREGULATIE


HET CENTRAAL HYPOVENTILATIESYNDROOM

 = er worden te weinig signalen n hersencentra doorgestuurd

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
1 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
studentje48923 UC Leuven-Limburg
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
34
Member since
2 year
Number of followers
5
Documents
28
Last sold
15 hours ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions