- Psyche (ziel)
- Dia (door)
- Gnosis (kennen -> nauwkeurig leren kennen van de psyche)
- Diagnostiek= het voorspellen van menselijk gedrag
Criterium= waar je aan moet voldoen (voorspellen)
Test= testen
Stanineverdeling
H1 Psychodiagnostiek & assessment
Diagnostiek= het inschatten van mensen
- Persoonlijkheidskenmerken
- Waarden & normen
- Vaardigheden
- Attitudes & typische manieren van doen
Besliskunde:
Test & criterium= een beoordelingsmoment nu (test) en een beoordelingsmoment ergens in
de toekomst (criterium)
Predictieve validiteit= een voorspelling hoe goed de voorspeller zal functioneren
,Besliskunde Matrix:
- Valid Positive (VP)= de voorspelling was positief en bleek achteraf ook waar
- False Positive (FP)= de voorspelling was positief, maar achteraf negatief
- False Negative (FN) de voorspelling was negatief, maar bleek later positief
- Valid Negative (VN)= de voorspelling was negatief en bleek achteraf ook waar
Correlaties:
Correlatiecoëfficiënt= een getal tussen de 0 en 1.00 dat de sterkte van de relatie tussen twee
variabelen aangeeft.
- Een perfecte correlatie is 1.00
, Fouten in ons beoordelingsvermogen:
1. Verstandige fouten
- Besliskunde Matrix -> het voorspellen van een hert of er en leeuw in de bosjes
zit of dat het geritsel van de wind komt. Hierbij maak je dus een inschatting
welke juist of onjuist kan zijn.
2. Overschatten van specifieke kansen
- Verkeerde inschattingen maken; kiezen voor wat het meest waarschijnlijk is,
dus erover nadenken ipv kiezen voor wat intuïtie zegt (de boer en
vertegenwoordiger -> schrijver van wiskundeboeken)
3. Beschikbaarheidsheuristiek
- Dingen waarvan we sneller een beeld kunnen vormen, denken we ook dat ze
vaker voorkomen -> moord gepleegd, heel NL in schok/terwijl we in NL
historisch lage moordcijfers hebben.
4. Regressie naar het gemiddelde
- Je komt altijd terug op het gemiddelde van je gezondheid, fitheid etc.
Wanneer je je even extreem goed hebt gevoeld, keer je vanzelf weer terug
naar je gemiddelde. Wanneer je je even extreem belabberd hebt gevoeld, zal
je je snel beter voelen en naar je gemiddelde teruggaan.
5. Eerste en laatste indruk
- Primacy- en recency-effect -> wat aan het begin (primacy) en eind (recency)
gebeurt onthouden we het best.
6. Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie
- Tegenstrijdige keuzes of ideeën, zoals weten dat roken slecht is maar het toch
doen. En tegen bio-industrie zijn, maar wel kiloknallers kopen.
- Horn- en halo-effect:
Halo-effect= wanneer je iemand goed ziet presteren tijdens bijv. sport, nemen
we aan dat diegene ook tijdens de studie goed presteert.
Horn-effect= als iemand drugsverslaafd is, nemen we aan dat diegene tijdens
de studieperiode ook onbetrouwbaar is geweest, terwijl dit verband er
helemaal niet hoeft te zijn.
Remedies tegen beoordelingsfouten:
- Op zoek gaan naar Contrary Evidence -> op zoek gaan naar waarom iemand juist wél
geschikt voor iets is, ondanks dat je had vastgesteld dat het niet zo is. Als dit je lukt
dan zal je je mening moeten bijstellen.
- Falsificatie -> experimenten bedenken die een wetenschappelijk idee onderuit
kunnen halen, in plaats van nog meer ondersteunend bewijs te zoeken. (alle honden
hebben een staart -> vind je er één zonder staart, dan heb je dus gezorgd voor
falsificatie)
- Multi-ratermethode -> meerdere personen inschakelen om tot een eindoordeel te
komen. Dit om te voorkomen om eenzijdigheid in je meningsvorming tegen te gaan.