Mensenrechten samenvatting compleet 2018

Mensenrechten
Week 1
Hoofdstuk 1.1 tot 1.2, 1.4 tot 1.5.4

Geschiedenis mensenrechten
- Mensenrechten zijn universeel en ondeelbaar: ze gelden altjdd overal voor iedereen
- Mensenrechten zijn er om ieder mens een leven in waardigheid te geven.
Er is geen duidelijke oorsprong van de mensenrechten wel bv:
De golden rule; behandel de mensen zoals je wilt dat ze jou behandelen.


Het UVRM werd aangenomen in 1948 door de Verenigde Natesd het is de basis van het werk van
Amnesty internatonal.
1. Het UVRM is juridisch niet bindend (alleen grote morele waarde)d wel de verdragen die eruit
voorgekomen zijn:
2. Het VN-verdrag voor burgerrechten en politeke rechten
3. Verdrag voor economisched sociale en culturele rechten (1966)
 Deze drie vormen samen het fundament van het mensenrechten raamwerk: de
internatonale Bill of rights


Verklaring = niet bindend  een document waarin passende normen staan  universele verklaring
van de rechten van de mens.
Vb: In geval van een overtreding kan de VN geen actes tegen de lidstaten doen als het een verklaring
is.
Verdrag = bindend  een overeenkomst tussen landen om op een bepaalde manier te handelen
VWEU
Vb: In geval van een overtreding kan de VN acte ondernemen tegen de lidstaten als het een
convente is.



Functies mensenrechten
- Begrenzen handelen overheid
- Realiseren menselijke waardigheid
- Maatschappelijk doel: vrede en rechtvaardigheid

Kenmerken mensenrechten
- Inherent aan mens zijn
- Gerespecteerd en nageleefd door de overheid
- Niet statsch naar in ontwikkelingd living instrument (= afankelijk van maatschappelijke
omstandighedend cultuur en tjdsgeest).
- Onvervreemdbaar: kan niet afgenomen worden (wel afstand doen)

Collectieve mensenrechten: rechten van de mens die van toepassing zijn op volkerend gekeken naar
de leden van de groep  het recht op zelfbeschikkingd bevrijding van onderdrukking en kolonialismed
vrede en veiligheidd beheer over hulpbronnen en natuurlijke rijkdommend ontwikkelingd
milieubeschermingd en bescherming van minderheden.
Groepsrechten: rechten van een groep zelf zoals het recht op vereniging en vergaderingd die tot de
burgerlijke en politeke rechten worden gerekend.

,Met negatieve plichten (klassieke grondrechten) worden onthoudingsplichten bedoeldd passieve rol
overheid  Geen overheidsbemoeienisd recht op privacy
Met positieve plichten (sociale grondrechten) worden prestates bedoeldd acteve rol overheid 
Recht op werkgelegenheid

1. Onthoudingsplicht (obligation to respect) Negateve plicht
2. Beschermingsplicht (obligation to protect) Positeve plicht
3. Plicht tot verwezenlijking (obligation to fulfll)  Positeve plicht
- Verzekeringsplicht (obligation to ensure)
 Adequate levensstandaardd watervoorziening  resultaatverplichtng
- Beleidsplicht (obligation to promote)
 Huisvestnggwoonruimte  inspanningsverplichtng overheid doet zijn best’

Verticale werking is van burger naar overheid  gelijke behandeling
Horizontale werking is van partculier naar partculier  vrijheid van meningsuitng
Botsen mensenrechten op horizontale werking  de aanspraak van een beroemdheid op respect
voor zijn persoonlijke levenssfeer enerzijds en die van een journalist op zijn vrijheid van
meningsuitng anderzijds.
Botsen mensenrechten op vertcale werking  het recht op individuele zelfbeschikking (recht op
respect voor het privélevend onthoudingsverplichtng) botsen met de plicht van de overheid te
garanderen dat er geen aanslagen komen (positeve verplichtng om actef op te treden)


Horizontale en vertcale werking: afdwingbaarheid
Handhaving mensenrechten in Nederland door de natonale rechter in Nederland en internatonale
instellingd het college voor de rechten van de mens (verschil: college voor de rechten van de mensen
is geen rechterlijke instante)
•Afdwingbaarheid
- met behulp van natonale rechtscolleges en internatonale instellingen
- tegenover staat en partculier

Duidelijk horizontaal: discriminate door werkgever
Minder duidelijkd bv. bij recht op arbeid
- tegenover staat: zorgplicht van de overheid
- tegenover partculier: goed werkgeverschap”
Minder duidelijkerd bv. bij recht op onderwijs:
- tegenover staat: regering zorgt voor bekostgingd inrichtng
- tegenover partculier: toelatngsbeleid

, Week 2
Hoofdstuk 2.2 tot 2.1.2.2 en hoofdstuk 3 tot 3.1.3.3

EHRM is ingesteld in het verdrag: EVRM. Dit verdrag is binnen De Raad van Europa (1949)
afgesproken. Het Europees hof voor de rechten van de mensen (EHRM) valt dus onder de raad van
Europa en niet onder de EU.
Het EVRM (De raad van europa) staat los van het handvest van de grondrechten van de Europese
Unie (EU)

- EU  28 lidstaten
- De raad van Europa (ben je lid van de EUd moet je ook lid zijn van de Raad van Europa 47
lidstaten
- VN richt zich op structurele lange termijndimensies van mensenrechtenbescherming.

Mondiaal: binnen VN.
Handvestorganen  staan in Handvest VN opgesomd:
- Algemene Vergadering (AV): politeke inslag. Resolutes  enige beleidsorgaan waarin alle
lidstaten vertegenwoordigd zijn en allemaal een enkelvoudige stem hebben. Toch wordt het
werk van de AV op basis van consensus uitgevoerd.
- Mensenrechtenraad (Tot 2006 de Commissie voor de Rechten van de Mens)
 zowel AV en mensenrechtenraad hebben bijzondere bevoegdheden inzake standard
settingd maar AV heeft laatste woord over het vaststellen van normen inzake mensenrechten.
 Gevestgd in Geneve.
 Taken:
 Ontwikkelen normen (standardsetting)
 Juridisch afdwingbare normen in verdragen.
Nu 9 VN-verdragen “9 Core Internatonal Human Rights Treates”
 Toezicht houdend o.a. dmv klachtenprocedure en “speciale procedures” (fact fnding
missions  rapporteurs die erop uit worden gestuurd feiten te verzamelen in een bepaald
land.) Horen een aantal getuigen en is daarna een lange weg om daar iets mee te doen.
Aanspreken staat of veroordelen is een gevoelige kweste
- Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
 (HCMR). Valt onder SG van VN-Secretariaat.
 Bevordering bescherming van de mensenrechten en coördineren binnen de VN
 Sinds Resolute van AV in 1993
 Breed mandaat: “to protect and promote human rights for all”
- De subcommissie inzake de bevordering en bescherming van mensenrechten
 Bestaat uit 26 onafankelijke eeperts
 Vooral adviserende rol.

Regionaal: Bijv. Europad Afrikad Noord- en Zuid-Amerika
Binnen Europa:
 Raad van Europa
 Focus op mensenrechten.
 Europese Unie  Economische focus.
 Nu wel Handvest EU. Van toepassing op EU en uitvoering EU-wetgeving door lidstaten (Is
beperkt!!). Handvest EU is anders dan EVRMd namelijk alleen van toepassing op de
instellingen van de EU en de lidstaten voor zover zij wetgeving moeten