Samenvatting hoofdstuk 8
Bruto primaire productie: ( BPP ) de hoeveelheid energie uit zonlicht die zij vastleggen in hun
organische stoffen
Bruto productie omdat dit de totale hoeveelheid is die ze produceren
Door dissimilatie ( D ) word er energie vrij gemaakt, hierbij kan warmte ontstaan
Netto primaire productie: ( NPP ) bouwstof voor voortgezette assimilatie
Dus BPP – D = NPP
Garnalen die algen eten, zijn consumenten van de eerste orde ( C1 ) . De NPP, de beschikbare
hoeveelheid organische stoffen, vormt het voedsel voor de C1.
De opgenomen organische stoffen zijn geschikt als bouwstof voor de groei
Dat vormt de secundaire productie
Daarnaast is de NPP ook brandstof voor de C1 en verdwijnt een deelvia
uitscheiding en uitwerpselen weer in het milieu
De tweede ( C2 ) orde gebruiken organische stoffen vaak voor activiteiten
De rest van de organische stoffen is bouwstof voor de secondaire productie.
Ook bij de derde orde ( C3 ) geld dat een deel brandstof is en de rest bouwstoffen en
sommige deeltjes komen in het milieu
Ook andere voedselketens beginnen dus bij C1 maar na elke schakel blijft er van de energie
die door de algen als NPP is vastgelegd steeds minder over
Elke schakel van de voedselketens verliest gemiddeld 90% van de energie inhoud
voor door dissimilatie
Voedselconversie: de hoeveelheid voor in kg die nodig is voor de toename van 1 kg aan
lichaamseigen organische stoffen door een organisme
Deze is zo gunstig bij kweekvissen door het uitgebalanceerde voer en doordat de
kweekvissen geen energie kwijt zijn aan het zoeken naar voedsel en het wegvluchten
voor vijanden.
Reducenten ( derde groep organismen ) : dit zijn bacteriën en schimmel, zij leven in het
water, op land, in de lucht.
Het voedsel bestaat uit detritus: dode organismen en organische resten van
organismen zoals uitwerpselen, haren, veren etc.
Drooggewicht: de hoeveelheid energie die in organismen is opgeslagen te berekenen.
Bestaat uit organische stoffen, de biomassa en uit mineralen.
De energie zit vooral in de organische stoffen, vetten, koolhydraten, eiwitten
De mineralen vormen een klein aandeel en bevatten bijna geen energie.
De biomassa van trofisch niveau geven ze weer in de vorm van een rechthoek
De breedte van de rechthoek is een maat voor de biomassa
Hoe breder, hoe meer biomassa
Stapel je de rechthoeken op elkaar, producten onder en consumenten daarbovenop dan krijg
je een piramide van biomassa
Geeft aan hoe de biomassa is verdeeld over de trofische niveaus
Bij jaargemiddelden dan krijg je een piramide van productiviteit
Door biomassa naar de energie inhoud om te rekenen krijg je een piramide van energie
Veel piramiden geven daarom de productiviteit als jaargemiddelde weer, de aantallen
organismen per trofisch niveau geef je in een piramide van aantallen weer
, Energie komt in ecosystemen doordat producten via fotosynthese energie uit zonlicht
vastleggen
energie verdwijnt uiteindelijk uit ecosystemen via de warmte die ontstaat bij
dissimilatie
in een zeegebied of in een meer komt ook energie binnen uit de rivieren door
migratie en in de vorm van dode organismen .
door migratie en visvangst verdwijnt weer energie uit het ecosysteem
de energiestromen, de toename en afname van energie in de vorm van organische stoffen,
zijn met elkaar in evenwicht, dit veranderd na een verstoring
1. een gebeurtenis waardoor een snelle, blijvende verandering in een ecosysteem
plaatsvindt
Paragraaf 2
groene planten gebruiken koolstofdioxide uit de atmosfeer bij fotosynthese
Bruto primaire productie: ( BPP ) de hoeveelheid energie uit zonlicht die zij vastleggen in hun
organische stoffen
Bruto productie omdat dit de totale hoeveelheid is die ze produceren
Door dissimilatie ( D ) word er energie vrij gemaakt, hierbij kan warmte ontstaan
Netto primaire productie: ( NPP ) bouwstof voor voortgezette assimilatie
Dus BPP – D = NPP
Garnalen die algen eten, zijn consumenten van de eerste orde ( C1 ) . De NPP, de beschikbare
hoeveelheid organische stoffen, vormt het voedsel voor de C1.
De opgenomen organische stoffen zijn geschikt als bouwstof voor de groei
Dat vormt de secundaire productie
Daarnaast is de NPP ook brandstof voor de C1 en verdwijnt een deelvia
uitscheiding en uitwerpselen weer in het milieu
De tweede ( C2 ) orde gebruiken organische stoffen vaak voor activiteiten
De rest van de organische stoffen is bouwstof voor de secondaire productie.
Ook bij de derde orde ( C3 ) geld dat een deel brandstof is en de rest bouwstoffen en
sommige deeltjes komen in het milieu
Ook andere voedselketens beginnen dus bij C1 maar na elke schakel blijft er van de energie
die door de algen als NPP is vastgelegd steeds minder over
Elke schakel van de voedselketens verliest gemiddeld 90% van de energie inhoud
voor door dissimilatie
Voedselconversie: de hoeveelheid voor in kg die nodig is voor de toename van 1 kg aan
lichaamseigen organische stoffen door een organisme
Deze is zo gunstig bij kweekvissen door het uitgebalanceerde voer en doordat de
kweekvissen geen energie kwijt zijn aan het zoeken naar voedsel en het wegvluchten
voor vijanden.
Reducenten ( derde groep organismen ) : dit zijn bacteriën en schimmel, zij leven in het
water, op land, in de lucht.
Het voedsel bestaat uit detritus: dode organismen en organische resten van
organismen zoals uitwerpselen, haren, veren etc.
Drooggewicht: de hoeveelheid energie die in organismen is opgeslagen te berekenen.
Bestaat uit organische stoffen, de biomassa en uit mineralen.
De energie zit vooral in de organische stoffen, vetten, koolhydraten, eiwitten
De mineralen vormen een klein aandeel en bevatten bijna geen energie.
De biomassa van trofisch niveau geven ze weer in de vorm van een rechthoek
De breedte van de rechthoek is een maat voor de biomassa
Hoe breder, hoe meer biomassa
Stapel je de rechthoeken op elkaar, producten onder en consumenten daarbovenop dan krijg
je een piramide van biomassa
Geeft aan hoe de biomassa is verdeeld over de trofische niveaus
Bij jaargemiddelden dan krijg je een piramide van productiviteit
Door biomassa naar de energie inhoud om te rekenen krijg je een piramide van energie
Veel piramiden geven daarom de productiviteit als jaargemiddelde weer, de aantallen
organismen per trofisch niveau geef je in een piramide van aantallen weer
, Energie komt in ecosystemen doordat producten via fotosynthese energie uit zonlicht
vastleggen
energie verdwijnt uiteindelijk uit ecosystemen via de warmte die ontstaat bij
dissimilatie
in een zeegebied of in een meer komt ook energie binnen uit de rivieren door
migratie en in de vorm van dode organismen .
door migratie en visvangst verdwijnt weer energie uit het ecosysteem
de energiestromen, de toename en afname van energie in de vorm van organische stoffen,
zijn met elkaar in evenwicht, dit veranderd na een verstoring
1. een gebeurtenis waardoor een snelle, blijvende verandering in een ecosysteem
plaatsvindt
Paragraaf 2
groene planten gebruiken koolstofdioxide uit de atmosfeer bij fotosynthese