1.1 Soorten markten
Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Een andere
belangrijke functie van een markt is de prijsvorming: op een markt komt een bepaalde prijs
tot stand.
Concrete markt daar komen vragers en aanbieders op bepaalde tijden direct met elkaar in
contact. Voorbeeld hiervan is de rommelmarkt, veemarkt of veiling.
Abstracte markt is geen sprake van een plaats waar vragers en aanbieders elkaar
ontmoeten. Een abstracte markt is vaak opgebouwd uit zeer veel kleine concrete markten
zoals de supermarkt en webwinkels. Voor elk product is in principe een markt.
Economen onderscheiden:
• Goederen/dienstenmarkt
• Arbeidsmarkt
- Vragers: werkgevers
- Aanbieders: individuele personen
- Prijs die tot stand komt: loon
• Vermogensmarkt
- Vragers: overheid, bedrijven, individuele personen
- Aanbieders: banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, individuele
personen
- Prijs die tot stand komt: rente
• Valutamarkt
- Vragers: bedrijven, banken, individuele personen
- Aanbieders: banken
- Prijs die tot stand komt: wisselkoers
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoekt via budgetonderzoeken aan welke
producten de Nederlander zijn geld besteedt.
Door de economische crisis is het consumentenvertrouwen tot een dieptepunt gekomen.
Afzet = hoeveelheid goederen die in een bepaalde periode is verkocht.
Omzet = de geldwaarde van de in een bepaalde periode verkochte goederen.
Omzet kan je uitrekenen door: OMZET = AFZET X VERKOOPPRIJS.
Segmenten zijn de verschillende afdelingen van een bepaalde markt. Bijvoorbeeld: de
kledingmarkt bestaat uit een aantal modesegmenten zoals herenmode, damesmode, jeans,
kindermode enz.
, 2.1 individuele vraagfunctie of vraagvergelijking
Hoeveel van het product iemand bereid is te kopen bij uiteenlopende prijzen kun je in een
functie weergeven. Voorbeeld:
Prijs 100 80 60 40 20
Gevraagde hoeveelheid 1 2 3 4 5
De vraagfunctie hiervan zal er zo uitzien:
Qv = -0,05P + 6 Qv = gevraagde hoeveelheid
P = prijs
De vraagfunctie kan worden getekend in een grafiek. Op de horizontale as staat de
gevraagde hoeveelheid en op de verticale de prijs. De lijn is de individuele vraaglijn.
Betalingsbereidheid
De betalingsbereidheid van iemand wordt bepaald door:
• Prijs van het product
• Wat iemand van het product vindt
• Besteedbaar inkomen van de persoon
• Prijs van andere gelijkwaardige producten
Verschuiving over of langs de vraaglijn
Er worden meer producten gekocht doordat de prijs van een product daalt -> verschuiving
over (langs) de vraaglijn
Bepalende factoren voor de gevraagde hoeveelheid:
• Verandering van inkomen
• Verandering van smaak
• Prijzen van andere producten
Wil je de invloed van de prijs op de gevraagde hoeveelheid onderzoeken dan moet je
aannemen dat de andere factoren die de vraag beïnvloeden constant blijven. Deze
veronderstelling heet ceteris paribus.