Sociale psychologie hoofdfase periode 3
Sociale contacten en relatees minder eenzaamheid, depressie, vroegtidig overleiden, kans
om opgenomen te worden in psychiatrische inrichtngen, hartt en vaatziekten, bufer tegen
stress.
Evolute doors sociale steun, maken samenwerking mogeliik, maken voortplantng mogeliik.
Sociale eteuns emotonele steun (elkaar op emotoneel gebied helpeni informatonele steun
(elkaar adviezen of informate geveni instrumentele steun (praktsche dingen voor elkaar
doeni waarderende steun (bevestging halen uit het contact met andereni
Openlijke eteuns degene die helpt en degen die geholpen wordt realiseren zich beiden dat er
steun wordt gegeven.
Onzichtbare eteuns de ontvanger van de steun heef niet door dat hii geholpen wordt, maar
heef er wel profit van.
Waargenomen eteuns het gaat niet zozeer op de daadwerkeliike steun die ie ontvangt. Het
gaat om het idee dat gesteund wordt, of gesteund zou kunnen worden indien nodig.
Verklaring van eociale eteuns
Inclueive ftneee theories vooral bereid ziin mensen te heplen met wie ze een gentsche band
delen.
Compettve altruiem theories verbeteren eigen reputate
Empathie- altruïeme theories empathie voor de ander, zonder eigenbelang de ander helpen.
Negatve etate reliee models mensen voelen niet per se empathie om iemand te helpen in
nood. De persoon in nood, kan een ongemakkeliik gevoel oproepen en vanuit daar helpt
men de ander, niet om hem een plezier te doen, maar op ziin eigen negateve gevoelens weg
te halen.
Mood enhancement theories gemotveerd om iemand te helpen om zelf in een beter
stemming te komen.
Ervaren van plichtbeeees mensen voelen zich verplicht iemand te helpen in nood.
Sociale-uitwieeelingetheories streven naar wederkerigheid, helpen van mensen omdat ze
hopen daar nu of in de toekomst iets voor terug te kriigen of omdat de ander hen in het
verleden heef geholpen.
Hulpverlenere eyndrooms helpen van anderen om een goed zelfeeld te houden.
Cliënt ontvangt sociale steun, maar;
Cliënt moet leren zelf weer regie te nemen.
, Cliënt wordt afankeliik(eri
Hulpverlener neemt problemen van cliënt mee naar huis.
Optmale eamenwerking doors positeve sociale interdependente (mensen kunnen alleen
hun doel bereiken als anderen hun doel ook bereikeni groepsdoelen, cohesie, vertrouwen,
gevoel van rechtvaardigheid.
Sociaal dilemmas individueel belang en collectef belang staan tegenover elkaar.
Eerder bereid tot eamenwerking wanneers
Sterk eociale normens gedragsregels die aangeven wat er van groepsleden wordt verwacht.
Deecripteve normens wat mensen denken dat anderen in een bepaalde situates doen.
(Sterke invloed op gedragi
Injuncteve normens wat door de groep als (onigewenst wordt gezien.
Sociaal netwerks geheel van mensen waarmee een relatonele band is. Zorgen voor steun,
ontspanning, gevoel ergens bii te horen.
Steungroep (7 pers.i mensen met wie men sterke banden heef en met wie men dageliiks
contact onderhoudt. – eympathiegroep (12t15 pers.i mensen met wie ie goed kan
opschietten. Weaktee (max. 150 persi vriibliivend contact, die vooral plezier opleveren.
Gebrekkig eociaal netwerks
Eenzaamheids meer behoefe aan sociale contacten hebben. Eenzaamheid de discrepante
tussen het aantal gewenste sociale contacten en het reële aantal (dus subiectef!i
Sociale eenzaamheids gebrek aan vrienden (sociaal isolementi.
Emotonele eenzaamheids afwezigheid van belangriike centrale persoon (emotonele
intmiteit, troost en steuni.
Aantaetng zelewaarderings gevoel er niet bii te horen. Zelfeeld heef een sociaal karakter
dat zorgt voor sociale identteit. Bii uitsluitngg weinig contacten daalt de zelfwaardering.
Erbii horen (‘need to belong”i leidt tot een posttever zelfeeld.
Sociale identteits zich niet lid voelen van een bepaalde groep
Sociometerhypotheees zelfwaardering is afankeliik van gevoel van acceptategafwiizing
door een groep.
Sociale cognites hoe mensen over zichzelf en over anderen denken.
Zelfbeelds zelkenniegbewustziin; de kennis over iezelf in relate tot de buitenwereld.
Zelewaardering; de mate waarin zelfennis positefgnegatef is.
Sociale contacten en relatees minder eenzaamheid, depressie, vroegtidig overleiden, kans
om opgenomen te worden in psychiatrische inrichtngen, hartt en vaatziekten, bufer tegen
stress.
Evolute doors sociale steun, maken samenwerking mogeliik, maken voortplantng mogeliik.
Sociale eteuns emotonele steun (elkaar op emotoneel gebied helpeni informatonele steun
(elkaar adviezen of informate geveni instrumentele steun (praktsche dingen voor elkaar
doeni waarderende steun (bevestging halen uit het contact met andereni
Openlijke eteuns degene die helpt en degen die geholpen wordt realiseren zich beiden dat er
steun wordt gegeven.
Onzichtbare eteuns de ontvanger van de steun heef niet door dat hii geholpen wordt, maar
heef er wel profit van.
Waargenomen eteuns het gaat niet zozeer op de daadwerkeliike steun die ie ontvangt. Het
gaat om het idee dat gesteund wordt, of gesteund zou kunnen worden indien nodig.
Verklaring van eociale eteuns
Inclueive ftneee theories vooral bereid ziin mensen te heplen met wie ze een gentsche band
delen.
Compettve altruiem theories verbeteren eigen reputate
Empathie- altruïeme theories empathie voor de ander, zonder eigenbelang de ander helpen.
Negatve etate reliee models mensen voelen niet per se empathie om iemand te helpen in
nood. De persoon in nood, kan een ongemakkeliik gevoel oproepen en vanuit daar helpt
men de ander, niet om hem een plezier te doen, maar op ziin eigen negateve gevoelens weg
te halen.
Mood enhancement theories gemotveerd om iemand te helpen om zelf in een beter
stemming te komen.
Ervaren van plichtbeeees mensen voelen zich verplicht iemand te helpen in nood.
Sociale-uitwieeelingetheories streven naar wederkerigheid, helpen van mensen omdat ze
hopen daar nu of in de toekomst iets voor terug te kriigen of omdat de ander hen in het
verleden heef geholpen.
Hulpverlenere eyndrooms helpen van anderen om een goed zelfeeld te houden.
Cliënt ontvangt sociale steun, maar;
Cliënt moet leren zelf weer regie te nemen.
, Cliënt wordt afankeliik(eri
Hulpverlener neemt problemen van cliënt mee naar huis.
Optmale eamenwerking doors positeve sociale interdependente (mensen kunnen alleen
hun doel bereiken als anderen hun doel ook bereikeni groepsdoelen, cohesie, vertrouwen,
gevoel van rechtvaardigheid.
Sociaal dilemmas individueel belang en collectef belang staan tegenover elkaar.
Eerder bereid tot eamenwerking wanneers
Sterk eociale normens gedragsregels die aangeven wat er van groepsleden wordt verwacht.
Deecripteve normens wat mensen denken dat anderen in een bepaalde situates doen.
(Sterke invloed op gedragi
Injuncteve normens wat door de groep als (onigewenst wordt gezien.
Sociaal netwerks geheel van mensen waarmee een relatonele band is. Zorgen voor steun,
ontspanning, gevoel ergens bii te horen.
Steungroep (7 pers.i mensen met wie men sterke banden heef en met wie men dageliiks
contact onderhoudt. – eympathiegroep (12t15 pers.i mensen met wie ie goed kan
opschietten. Weaktee (max. 150 persi vriibliivend contact, die vooral plezier opleveren.
Gebrekkig eociaal netwerks
Eenzaamheids meer behoefe aan sociale contacten hebben. Eenzaamheid de discrepante
tussen het aantal gewenste sociale contacten en het reële aantal (dus subiectef!i
Sociale eenzaamheids gebrek aan vrienden (sociaal isolementi.
Emotonele eenzaamheids afwezigheid van belangriike centrale persoon (emotonele
intmiteit, troost en steuni.
Aantaetng zelewaarderings gevoel er niet bii te horen. Zelfeeld heef een sociaal karakter
dat zorgt voor sociale identteit. Bii uitsluitngg weinig contacten daalt de zelfwaardering.
Erbii horen (‘need to belong”i leidt tot een posttever zelfeeld.
Sociale identteits zich niet lid voelen van een bepaalde groep
Sociometerhypotheees zelfwaardering is afankeliik van gevoel van acceptategafwiizing
door een groep.
Sociale cognites hoe mensen over zichzelf en over anderen denken.
Zelfbeelds zelkenniegbewustziin; de kennis over iezelf in relate tot de buitenwereld.
Zelewaardering; de mate waarin zelfennis positefgnegatef is.
