Samenvatting IPO2A Gezinspedagogiek College aantekeningen

Samenvatning Colleiesn-nGezinspedai Coiiek
Inleiding in de Pedagogische en Onderwijswetenschappen 2A
Pedagogische Wetenschappen, jaar 1

g Colleien5n–nGezinspedai Coiiek:neennintr Coducte
Centrale vraag voor de gezinspedagogiek: H Coenbeïnvl Coedtnhetniezinnhetnkind?
 Gehechtheid speelt bij elk thema in de gezinspedagogiek een rol (= heel belangrijk)-
 Gericht op normale ontwikkeling van het kind en als er dingen mis gaan in de
opvoeding
 Specifeke opvoedsit ates
 Opvoeding (GxE, ne robiologisch)
 Adopte en pleegzorg
 Kinderdagopvang
 Kindermishandeling
 Diversiteit
 Forensische pedagogiek
 Invloed media

Verandering in de maatschappij: je wilt het kind opvoeden om het te laten f nctoneren in
de maatschappij.

De theorieën en modellen:
 Gehechtheidstheorie (Bowlby & Ainsworth)
 Sociaal-context eel procesmodel (Belsky)
 Transactoneel model (Samerof)
 Family systemstheory (Min chin & Bowen)

 Gehechtheidsthe Corie:
De gehechtheidstheorie is in verschillende sit ates nodig om te begrijpen. Bijvoorbeeld in
een rechtszaak, moet een rechter wel iets afweten van de gehechtheidstheorie in de
rechtspraak.

Gehechtheid is ook van toepassing op andere sit ates met anderen. Het is een projecte. e
eigen ervaring met sensitviteit draag je iteindelijk zelf weer over op anderen en in andere
sit ates.
- Genetschenpredisp Cositen= genetsche aanleg, aangeboren neiging om zich te
hechten aan een opvoeder/persoon in de omgeving.
- Belang van o derlijke sensitviteit en contn uteit in verzorgers
- Bij ith isplaatsing van een jong kind zo vroeg mogelijk zo stabiel mogelijk plaatsen.
Bij perspectef op ter gplaatsing omgangsregeling wenselijk. Plaatsing in
gezinsomgeving heef voorrang (op kinderteh is).

Artkelniehechtheidsthe Corie: relate t ssen persoon en h isdier.
Laat zien wat belangrijk is aan de gehechtheidstheorie. Interactes t ssen individ en zorgen
voor schema’s en deze zorgen voor een patroon met verwachtngen over gedrag en
interactes. Daarom zie je dat gehechtheidsrelates tot in de volwassenheid nogsteeds efect
kan hebben (verschillen t ssen veilige en onveilige gehechtheid).

, Denkwaliteitnvanniehechtheidnwordt vooral bepaald door de pedagogische omgeving.

 S Cociaal-c Contextueelnpr Cocesm Codeln(Belsky)
Het gaat niet 1 richtng op, maar heef allemaal met elkaar te maken. Verklaart hoe het komt
dat o ders een bepaalde opvoeding geven. Het is ontwikkeld om een verklaring te k nnen
geven van kindermishandeling. Wat zijn no de factoren dat een o der gaat mishandelen,
dat de opvoeding d s ontspoort. Stressfactoren die van invloed k nnen zijn naast de kind-
en o derkenmerken.
Interacte t ssen o der en kind factoren. Draagkracht van de o der staat centraal.

Interienerat Conelen Coverdracht: Opvoedingsgedrag leidt tot een bepaalde
gehechtheidsgedraging naar de o ders toe (van it het kind). O ders die zelf mishandeld zijn
hebben een groter risico om zelf ook h n kinderen te mishandelen. Een hele grote oorzaak
van kindermishandeling is Conmacht. Heel weinig o ders willen h n kinderen bewust pijn
doen. Probleemgedrag zoals agressiviteit wordt doorgegeven aan de kinderen, niet alleen
genetsch, maar j ist d.m.v. de opvoeding. De opvoeding is d s een belangrijke
‘doorgeefactor’ die ertoe leidt dat agressiviteit wordt doorgegeven.

Artkel dat hierbij hoort: Warm-Sensitve-Stmulatni-Parentni (Belsky).
Hyp Cothesen:n
1. P Cositeven Copv Coedervariniennz Coritnv Co Corneennwarmnsensitefn Couderschap.
2. P Cositevenpartnerrelatenbeschermtnteienninterienerat Conelen Coverdrachtnvann
neiateven Copv Coedervarinien.

Hyp CothesennGr Coepsverschillen:
 Er zijn verschillen t ssen de twee groepen. e hebt in dit geval de mensen met een
positeve partnerrelate en de mensen met een negateve partnerrelate.
 Efect van eigen opvoedingservaring afankelijk van kwaliteit van de partnerrelate.
D s de partnerrelate heeftneennbepaaldeninvl Coedn Copnh Coenir Co Cotdnkleinnhetnefectnisn
vanndeneiienn Copv Coediniservarini: Mensen die een positeve partnerrelate hebben,
hebben geen verband t ssen de opvoedingservaring en de opvoeding die ze n
doen. Mensen met een negateve partnerrelate hebben eerder een verband t ssen
de opvoedingservaring en de opvoeding die ze n doen. Meer negatef d s. Er is d s
een verschil t ssen deze twee groepen.

 Efect van eigen opvoedingservaring is afankelijk van de kwaliteit van de
partner relate.




Hyp Cothesennafweziienir Coepsverschillen:
Geen/weinig efect van de partnerrelate. Welke partnerrelate je ook hebt (+ of -), er is hoe
dan ook geen efect. Hierin verschillen de twee groepen d s niet van elkaar, ze hebben
beide geen efect. concl sie artkel.