H0: Introductie
Frictie = een stroring in de flow, een slechte ervaring
Ecologische duurzaamheid= alles wat met milieu en klimaatverandering te maken heeft
Sociale duurzaamheid= positieve impact op iedereen die met het bedrijf te maken heeft door bv
gelijkheid en inclusiviteit
Beleidsmatige duurzaamheid= goede beslissingen maken en een goed bestuur hebben
Donutmodel van Kate Raworth:
- Middelste cirkel is de perfecte samenleving
- Naar binnen = onvoldoende groeien (te weinig inkomen/voedsel/…)
- Naar buiten= te hard groeien (problemen met klimaat en milieu)
Consument wordt wakker door VUCA-tijden (volatility, uncertainty, complexity, ambiguity)
Brand switching = veranderen van bank
Extreme brand switching = spaargeld rechtsreeks bij de overheid onderbrengen
,H1: De onzekere consument
Onethisch gedrag van grote bedrijven
- Milieuschade
- Prijsmanipulatie
- Privacy
- Misbruik marktpositie
- …
Versnellende verandering:
Versnellende verandering razende stilstand
- Stijgende vervreemding
- Stijgende stress
- Stijgende onzekerheid
- Nood aan vertrouwen
Mondigheid van consumenten:
Altijd op zoek naar de beste deal voor zichzelf, verleden met merk maakt niet uit
Pos: snelle adoptie
Neg: irritant gedrag
H2: Vertrouwen van de consument
Uitgangspunt
,Vertrouwen is een absolute voorwaarde in communicatieproces
Ruis= een probleem in de communicatie waardoor de boodschap wordt aangepast
Doublescreening is een grote ruis (constant afgeleid door het andere scherm tijdens reclame)
Niveaus van vertrouwen
Vertrouwen in:
- Maatschappij vertrouwen in maatschappelijke stabiliteit
- Economie Vertrouwen in welvaart
- Bedrijf/organisatie Vertrouwen in positieve impact van producerend bedrijf voor
aandeelhouders en maatschappij
- Merk Vertrouwen in merkcommunicatie die verwachtingen rond waardeaanbod creëert
- Waardeaanbod Vertrouwen in een goede deal, goede prijs-kwaliteit verhouden
Impact van vertrouwen op aankopen
Aankoop gebaseerd op: - kennis en ervaring - actieve communicatiekanalen
Merkcommunicatie is belangrijke informatiebron:
1) Mond-tot-mond reclame / aanbevelingen van mensen die ik ken / earned media
2) Aanbevelingen van mensen die ik niet ken
3) Websites van merken
Belang type media:
1) Earned media (mond tot mond)
2) Owned media (merkeigen kanalen)
3) Paid media (betaalde kanalen)
, Vertrouwen uitstralen als bedrijf
5 voorwaarden ‘olympisch:
- Consistente communicatie altijd gelijkaardige campagnes (zelfde kleuren, slogan,…)
- Transparante communicatie altijd duidelijk zijn (zeggen wat je doet)
- Authentieke communicatie eigen stijl gebruiken die herkenbaar is (dit onderscheid je van
andere merken)
- Hoge mate van responsiviteit altijd snel reageren op vragen, klachten, …
- Digitale ervaring die niet hapert online geen frictie ondervinden
Meten van vertrouwen
NPS= Net Promotor Score meet het vertrouwen van het merk
“Hoe waarschijnlijk is het op een schaal van 1 tot 10 dat je dit merk aan een vriend, collega, familielid
zou aanbevelen?”
Zowel bij consumenten als bij niet-consumenten (=prospecten)
0-6: Detractor = geen fan
7-8: Passives = neutraal (worden niet meegeteld)
9-10: promotors = zijn echt fan
Aandeel promotors – aantal detractors = NPS
Frictie = een stroring in de flow, een slechte ervaring
Ecologische duurzaamheid= alles wat met milieu en klimaatverandering te maken heeft
Sociale duurzaamheid= positieve impact op iedereen die met het bedrijf te maken heeft door bv
gelijkheid en inclusiviteit
Beleidsmatige duurzaamheid= goede beslissingen maken en een goed bestuur hebben
Donutmodel van Kate Raworth:
- Middelste cirkel is de perfecte samenleving
- Naar binnen = onvoldoende groeien (te weinig inkomen/voedsel/…)
- Naar buiten= te hard groeien (problemen met klimaat en milieu)
Consument wordt wakker door VUCA-tijden (volatility, uncertainty, complexity, ambiguity)
Brand switching = veranderen van bank
Extreme brand switching = spaargeld rechtsreeks bij de overheid onderbrengen
,H1: De onzekere consument
Onethisch gedrag van grote bedrijven
- Milieuschade
- Prijsmanipulatie
- Privacy
- Misbruik marktpositie
- …
Versnellende verandering:
Versnellende verandering razende stilstand
- Stijgende vervreemding
- Stijgende stress
- Stijgende onzekerheid
- Nood aan vertrouwen
Mondigheid van consumenten:
Altijd op zoek naar de beste deal voor zichzelf, verleden met merk maakt niet uit
Pos: snelle adoptie
Neg: irritant gedrag
H2: Vertrouwen van de consument
Uitgangspunt
,Vertrouwen is een absolute voorwaarde in communicatieproces
Ruis= een probleem in de communicatie waardoor de boodschap wordt aangepast
Doublescreening is een grote ruis (constant afgeleid door het andere scherm tijdens reclame)
Niveaus van vertrouwen
Vertrouwen in:
- Maatschappij vertrouwen in maatschappelijke stabiliteit
- Economie Vertrouwen in welvaart
- Bedrijf/organisatie Vertrouwen in positieve impact van producerend bedrijf voor
aandeelhouders en maatschappij
- Merk Vertrouwen in merkcommunicatie die verwachtingen rond waardeaanbod creëert
- Waardeaanbod Vertrouwen in een goede deal, goede prijs-kwaliteit verhouden
Impact van vertrouwen op aankopen
Aankoop gebaseerd op: - kennis en ervaring - actieve communicatiekanalen
Merkcommunicatie is belangrijke informatiebron:
1) Mond-tot-mond reclame / aanbevelingen van mensen die ik ken / earned media
2) Aanbevelingen van mensen die ik niet ken
3) Websites van merken
Belang type media:
1) Earned media (mond tot mond)
2) Owned media (merkeigen kanalen)
3) Paid media (betaalde kanalen)
, Vertrouwen uitstralen als bedrijf
5 voorwaarden ‘olympisch:
- Consistente communicatie altijd gelijkaardige campagnes (zelfde kleuren, slogan,…)
- Transparante communicatie altijd duidelijk zijn (zeggen wat je doet)
- Authentieke communicatie eigen stijl gebruiken die herkenbaar is (dit onderscheid je van
andere merken)
- Hoge mate van responsiviteit altijd snel reageren op vragen, klachten, …
- Digitale ervaring die niet hapert online geen frictie ondervinden
Meten van vertrouwen
NPS= Net Promotor Score meet het vertrouwen van het merk
“Hoe waarschijnlijk is het op een schaal van 1 tot 10 dat je dit merk aan een vriend, collega, familielid
zou aanbevelen?”
Zowel bij consumenten als bij niet-consumenten (=prospecten)
0-6: Detractor = geen fan
7-8: Passives = neutraal (worden niet meegeteld)
9-10: promotors = zijn echt fan
Aandeel promotors – aantal detractors = NPS