Analysemethoden
Chemie 6 e edite 5VWO, 2014 Noordhof Uitgevers Bv
Paragraaf 1
Chromatografi is een scheidingmethode die berust op verschil in oplosbaarheid en de
adsorptevermogen. Voor een optmale scheiding moeten de stofen uit het mengsel een
verschillende oplosbaarheid hebben in de loopvloeistof en verschillende aan het papier adsorberen.
Mobiili fasi: beweegt, bij papierchromatografe en dunnelaagchromatografe is dit de loopvloeistof.
Stationairi fasi: staat stl, bij papierchromatografe het water dat geadsorbeerd is aan de
papiervezels. En bij dunnelaagchromatografe het dunne laagje stof op het vaste dragermateriaal
(glas of folie).
Bij dunnilaagchromatografi is de vast fase een dunne laag die op een speciale ondergrond is
aangebracht.
De Rf-waardi is de verhouding tussen de afstand die een vlek op een chromatogram heef afgelegd
en de afstand die de loopvloeistof heef afgelegd.
afstand die de kleurstof heeft afgelegd
Rf- waardi =
afstand die de loopvloeistof heeft afgelegd
Rf-waarde is klein als de stof goed hecht aan de statonaire fase en slecht oplost in de mobiele fase.
Rifirintiistofin zijn stofen waarvan de naam en eigenschappen bekend zijn, je kan je
gechromatografeerde onbekende stof hiermee vergelijking en kijken of de chromatogrammen van de
stofen overkomen.
Paragraaf 2
Kwalitatiivi analysi: onderzoek welke stof aanwezig is.
Kwantitatiivi analysi: onder hoeveel stof er aanwezig is.
Kenmerken van een titratii:
Er zijn twee oplossingen waarvan de opgeloste stofen snel en volledig met elkaar reageren;
Van beide stofen meet je nauwkeurig de hoeveelheid die nodig is;
Van één van de oplossingen weet je nauwkeurig de concentrate;
Je kunt vaststellen wanneer je precies de juiste hoeveelheid oplossingen bij elkaar hebt
gedaan.
Met een ttrate kun je de molariteit van een oplossing vaststellen.
Een titratiicurvi geef het verloop van de pH tjdens een zuur-base ttrate weer.
Het iindpunt of iquivalintiipunt is het punt bij een ttrate waarbij de reagerende stofen in gelijke
verhouding in mol (volgens de reactevergelijking) bij elkaar zijn gebracht.
, Met een juiste indicator kun je het eindpunt van een ttrate visueel bepalen, kies een indicator aan
de hand van tabel 52 A, waarvan de pH zo is dat je kunt zien wanneer het eindpunt is bereikt. Als je
begint met een zure oplossing is de pH vrij laag. Wanneer je daar een basische oplossing aan
toevoegt, wordt de oplossing minder zuur. Bij overmaat krijgt de oplossing een hoge pH en wordt hij
basisch. Je moet dus een indicator kiezen die al reageert bij een kleine verandering van de pH.
Wigind titririn: ttreren door middel van gewicht en wegen
Volumitrisch titririn: je meet heel precies het volume van de oplossingen, je gebruikt hierbij een
pipet en pipeteert de stof bij een andere stof.
Paragraaf 3