Samenvatting Privaatrecht Blok 3
Hoofdstuk 2 Vermogensrecht algemeen (Vermogensrecht deel I, van Zeijl)
Een vermogen wordt gevormd door de bezittingen en schulden die een persoon op een bepaald moment heeft, de
activa en passiva. Een vermogen is op geld waardeerbaar. De wet (art. 3:1 BW) geeft geen definitie van het vermogen,
maar geeft alleen een omschrijving van het begrip goederen.
Natrekking (bestanddeelvorming) (art. 3:4 BW) Goed
Een bepaalde zaak gaat één geheel vormen met een andere (hoofd)zaak
(bestanddeel volgt de hoofdzaak)
Verkeersopvatting (bijv. een auto zonder banden is Zaak Vermogensrecht
nutteloos) zoals een huis, zoals recht op betaling
Beschadigingscriterium; datgene dat zo hecht met de een auto of een van de koopsom of
computer hypotheekrecht op een
(hoofd)zaak is verbonden, dat het zonder beschadiging
bedrijfspand
niet verwijderd kan worden.
Onroerend
Let op: natrekking doorbreekt het eigendomsvoorbehoud de grond en alles - zijn overdraagbaar
wat erop gebouwd - strekken ertoe de
of erin is geplant rechthebbende
Eigendomsvoorbehoud: goederen worden geleverd, maar het
stoffelijk voordeel te
eigendom gaat nog niet op de ontvanger over. Pas als de ontvanger verschaffen
betaald heeft. Roerend - zijn verkregen in ruil
elke zaak die niet voor verstrekt of in
Registergoederen (zowel zaken als vermogensrechten) roerend is het vooruitzicht
gesteld stoffelijk
Voor vestiging of overdracht is inschrijving in de openbare registers voordeel
noodzakelijk (3:10 BW)
1. Alle onroerende zaken
2. Bepaalde roerende zaken (schepen/luchtvaartuigen)
3. Bepaalde vermogensrechten
Vermogensrechten
Onderscheid in vermogensrechten
Vermogensrechten zijn in twee categorieën onder te verdelen:
1. Absolute en relatieve rechten: ten opzichte van wie kan het recht worden
Absolute Relatieve
uitgeoefend? rechten rechten
2. Zakelijke en persoonlijke rechten: rust het betreffende recht al dan
niet op een zaak?
Absolute niet-
= Persoonlijke
zakelijke Goederen
rechten
Absolute rechten rechten
Kunnen tegenover iedereen worden uitgeoefend.
Kunnen rusten op goederen (zaken + vermogensrechten) Zakelijke Absolute
Drie kenmerken: exclusiviteit, zaaksgevolg en gesloten systeem. rechten vermogensrechten
Relatieve rechten Beperkte
Kunnen slechts ten opzichte van de wederpartij worden uitgeoefend. rechten
Worden ook wel ‘persoonlijke rechten’ of ‘vorderingsrechten’ genoemd.
Ontstaan uit een verbintenis.
Afhankelijke
rechten
Beperkte rechten
Een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht, welk met het beperkte recht is bezwaard.
Geven genot (genotsrechten) of zekerheid (zekerheidsrechten).
1
Hoofdstuk 2 Vermogensrecht algemeen (Vermogensrecht deel I, van Zeijl)
Een vermogen wordt gevormd door de bezittingen en schulden die een persoon op een bepaald moment heeft, de
activa en passiva. Een vermogen is op geld waardeerbaar. De wet (art. 3:1 BW) geeft geen definitie van het vermogen,
maar geeft alleen een omschrijving van het begrip goederen.
Natrekking (bestanddeelvorming) (art. 3:4 BW) Goed
Een bepaalde zaak gaat één geheel vormen met een andere (hoofd)zaak
(bestanddeel volgt de hoofdzaak)
Verkeersopvatting (bijv. een auto zonder banden is Zaak Vermogensrecht
nutteloos) zoals een huis, zoals recht op betaling
Beschadigingscriterium; datgene dat zo hecht met de een auto of een van de koopsom of
computer hypotheekrecht op een
(hoofd)zaak is verbonden, dat het zonder beschadiging
bedrijfspand
niet verwijderd kan worden.
Onroerend
Let op: natrekking doorbreekt het eigendomsvoorbehoud de grond en alles - zijn overdraagbaar
wat erop gebouwd - strekken ertoe de
of erin is geplant rechthebbende
Eigendomsvoorbehoud: goederen worden geleverd, maar het
stoffelijk voordeel te
eigendom gaat nog niet op de ontvanger over. Pas als de ontvanger verschaffen
betaald heeft. Roerend - zijn verkregen in ruil
elke zaak die niet voor verstrekt of in
Registergoederen (zowel zaken als vermogensrechten) roerend is het vooruitzicht
gesteld stoffelijk
Voor vestiging of overdracht is inschrijving in de openbare registers voordeel
noodzakelijk (3:10 BW)
1. Alle onroerende zaken
2. Bepaalde roerende zaken (schepen/luchtvaartuigen)
3. Bepaalde vermogensrechten
Vermogensrechten
Onderscheid in vermogensrechten
Vermogensrechten zijn in twee categorieën onder te verdelen:
1. Absolute en relatieve rechten: ten opzichte van wie kan het recht worden
Absolute Relatieve
uitgeoefend? rechten rechten
2. Zakelijke en persoonlijke rechten: rust het betreffende recht al dan
niet op een zaak?
Absolute niet-
= Persoonlijke
zakelijke Goederen
rechten
Absolute rechten rechten
Kunnen tegenover iedereen worden uitgeoefend.
Kunnen rusten op goederen (zaken + vermogensrechten) Zakelijke Absolute
Drie kenmerken: exclusiviteit, zaaksgevolg en gesloten systeem. rechten vermogensrechten
Relatieve rechten Beperkte
Kunnen slechts ten opzichte van de wederpartij worden uitgeoefend. rechten
Worden ook wel ‘persoonlijke rechten’ of ‘vorderingsrechten’ genoemd.
Ontstaan uit een verbintenis.
Afhankelijke
rechten
Beperkte rechten
Een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht, welk met het beperkte recht is bezwaard.
Geven genot (genotsrechten) of zekerheid (zekerheidsrechten).
1
