DYSFAGIE
,HOORCOLLEGE 1: SLIKKEN: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
ANATOMIE
DEFENITIE
Slikken
= Normaal slikken bestaat uit een reeks fysiologische gedragingen die ervoor zorgen dat voedsel, vloeistof of
andere stoffen veilig en efficiënt van de mond naar de maag worden gebracht.
FYSIOLOGIE
3 FASEN
ORALE FASE
1) Voorbereidende fase
- Bolus voorbereiding
- Kauwen
- Tong, lippen, labiale en buccale musculatuur, beweging van de kaak
2) Transportfase
- Tong beweegt de bolus posterieur in de mondholte
- Druk tussen tong en palatum
- Drijvende kracht voor de bolus
- Voortbewegen bolus
1
,FARYNGEALE FASE
Voedsel in de slokdarm, NIET in de luchtweg/neus.
4 verschillende kleppen
A
C
DB
1. Velopharyngeale klep (A)
→ Zacht gehemelte & keelwanden
→ Voorkomen dat voedsel de neus binnendringt
→ Druk op keelholte
2. Larynxklep (B) – 3 niveaus:
→ (1) Glottale sluiting – apneu
→ (2) Arytenoid adductie
→ (3) Epiglottale plooiing
3. Tongbasis (C)
→ Contact met achterste farynxwanden
→ Drijft bolus door de keelholte
→ Samentrekking van de keelholte
4. Bovenste slokdarmsfincter (UES: upper oesophageal sphincter) (D)
→ In rust: in enige mate van contractie
→ Sfincter is gesloten tijdens de ademhaling
→ Opening van de UES op 3 niveaus:
- Tongsterkte
- Mondbodem
- UES
- Faryngeale kracht: faryngeale vernauwers
2
, SLOKDARMFASE
Peristaltische contractiegolven die de bolus naar de maag verplaatsen. Vervolg peristaltische strepingsgolf naar
de onderste slokdarmsfincter.
NEURALE CONTROLE
2 vitale functies van slikken
1. Voeden
2. De luchtwegen beschermen → Longaspiratie van voedseldeeltjes voorkomen
Slikken is een van de meest uitgebreide motorische functies.
- Voorbereidende orale fase = bijna volledig vrijwillig en kan op elk moment worden onderbroken.
- Keel- en slokdarmfase zijn onwillekeurig.
- Faryngeale fase = onomkeerbare motorische gebeurtenis.
Iedereen is geboren met een centrale patroongenerator (central pattern generator) in de hersenstam (brain
stem). Dit systeem zorgt voor een sequentieel en ritmisch patroon van motorische werving (sequential &
rhytmic pattern of motor recruitment) wat nodig is om te slikken. Bijvoorbeeld zoals tijdens het slapen, je
slikt maar dit gaat via een vast patroon je hebt het niet door, anders zou je kunnen stikken in je eigen
speeksel. Maar ook gewoon tijdens de dag, je slikt heel vaak niet bewust.
De hersenstam geeft signalen door aan de perifere zenuwen (peripheral nerves) meer specifiek aan de 5 e, 7e,
9e, 10e, 12e. Deze zenuwen sturen signalen naar de slikspieren (swallowing musculature) die actie gaan
ondernemen. Heel dit proces gaat automatisch.
Maar we slikken niet alleen speeksel, tijdens dat we eten, hebben we een hoge neurale controle nodig. ‘Ik
neem een hap van een koek, dan moet ik kauwen en daarna slikken’. En dit gedeelte verloopt via de hogere
neurale controle (higher neural control). Deze activeert de centrale patroongenerator (central pattern
generator) om het slikproces te starten (initiëren). Hierbij zien we ook nog een verschil als je een steak eet of
yoghurt. Bij yoghurt moeten we niet kauwen maar gewoon slikken. Dit is dus een ander proces. Het
slikproces moet dus geïnitieerd en gemoduleerd worden. Er wordt feedback gegeven.
De perifere zenuwen geven ook sensorische informatie door via de subcorticale structuren en moduleren
het andere slikpatroon.
3
,HOORCOLLEGE 1: SLIKKEN: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
ANATOMIE
DEFENITIE
Slikken
= Normaal slikken bestaat uit een reeks fysiologische gedragingen die ervoor zorgen dat voedsel, vloeistof of
andere stoffen veilig en efficiënt van de mond naar de maag worden gebracht.
FYSIOLOGIE
3 FASEN
ORALE FASE
1) Voorbereidende fase
- Bolus voorbereiding
- Kauwen
- Tong, lippen, labiale en buccale musculatuur, beweging van de kaak
2) Transportfase
- Tong beweegt de bolus posterieur in de mondholte
- Druk tussen tong en palatum
- Drijvende kracht voor de bolus
- Voortbewegen bolus
1
,FARYNGEALE FASE
Voedsel in de slokdarm, NIET in de luchtweg/neus.
4 verschillende kleppen
A
C
DB
1. Velopharyngeale klep (A)
→ Zacht gehemelte & keelwanden
→ Voorkomen dat voedsel de neus binnendringt
→ Druk op keelholte
2. Larynxklep (B) – 3 niveaus:
→ (1) Glottale sluiting – apneu
→ (2) Arytenoid adductie
→ (3) Epiglottale plooiing
3. Tongbasis (C)
→ Contact met achterste farynxwanden
→ Drijft bolus door de keelholte
→ Samentrekking van de keelholte
4. Bovenste slokdarmsfincter (UES: upper oesophageal sphincter) (D)
→ In rust: in enige mate van contractie
→ Sfincter is gesloten tijdens de ademhaling
→ Opening van de UES op 3 niveaus:
- Tongsterkte
- Mondbodem
- UES
- Faryngeale kracht: faryngeale vernauwers
2
, SLOKDARMFASE
Peristaltische contractiegolven die de bolus naar de maag verplaatsen. Vervolg peristaltische strepingsgolf naar
de onderste slokdarmsfincter.
NEURALE CONTROLE
2 vitale functies van slikken
1. Voeden
2. De luchtwegen beschermen → Longaspiratie van voedseldeeltjes voorkomen
Slikken is een van de meest uitgebreide motorische functies.
- Voorbereidende orale fase = bijna volledig vrijwillig en kan op elk moment worden onderbroken.
- Keel- en slokdarmfase zijn onwillekeurig.
- Faryngeale fase = onomkeerbare motorische gebeurtenis.
Iedereen is geboren met een centrale patroongenerator (central pattern generator) in de hersenstam (brain
stem). Dit systeem zorgt voor een sequentieel en ritmisch patroon van motorische werving (sequential &
rhytmic pattern of motor recruitment) wat nodig is om te slikken. Bijvoorbeeld zoals tijdens het slapen, je
slikt maar dit gaat via een vast patroon je hebt het niet door, anders zou je kunnen stikken in je eigen
speeksel. Maar ook gewoon tijdens de dag, je slikt heel vaak niet bewust.
De hersenstam geeft signalen door aan de perifere zenuwen (peripheral nerves) meer specifiek aan de 5 e, 7e,
9e, 10e, 12e. Deze zenuwen sturen signalen naar de slikspieren (swallowing musculature) die actie gaan
ondernemen. Heel dit proces gaat automatisch.
Maar we slikken niet alleen speeksel, tijdens dat we eten, hebben we een hoge neurale controle nodig. ‘Ik
neem een hap van een koek, dan moet ik kauwen en daarna slikken’. En dit gedeelte verloopt via de hogere
neurale controle (higher neural control). Deze activeert de centrale patroongenerator (central pattern
generator) om het slikproces te starten (initiëren). Hierbij zien we ook nog een verschil als je een steak eet of
yoghurt. Bij yoghurt moeten we niet kauwen maar gewoon slikken. Dit is dus een ander proces. Het
slikproces moet dus geïnitieerd en gemoduleerd worden. Er wordt feedback gegeven.
De perifere zenuwen geven ook sensorische informatie door via de subcorticale structuren en moduleren
het andere slikpatroon.
3