Horeca
Hoofdstuk 20: Bierbrouwerijcontract
Waarom een bierbrouwerijcontract?
Om een horecabedrijf te starten heb je geld nodig en zeker in deze tijden is het lastig om een
financiering bij een bank te krijgen. Bierbrouwerijen zagen hier wél mogelijkheden in en zijn
begin vorige eeuw begonnen met het verstrekken van leningen in ruil voor een
afnameverplichting van hun bier en overige dranken. Er wordt niet altijd een geldlening
verstrekt. De brouwerij kan bijvoorbeeld ook een tapinstallatie ter beschikking stellen. Dit
noem je bruikleen.
Het contract
Het bierbrouwerijcontract bestaat uit twee onderdelen:
De geldlening;
De afnameverplichting.
De geldlening
Als de brouwerij geld uitleent aan een horecaondernemer zal de brouwerij ook rentekosten
in rekening brengen. De looptijd van de lening wordt gekoppeld aan de looptijd van de
afnameverplichting.
Zekerheid
Als de brouwerij een lening verstrekt wil het ook zekerheid hebben over de betaling hiervan.
De meest gebruikelijke manier is het in onderpand geven van inventaris en voorraden van
het bedrijf. Dit noemen we bezitloos pandrecht.
Zekerheid bij huur
Indien de ondernemer het pand huurt zullen er meestal afspraken worden gemaakt tussen
de verhuurder en de brouwerij. Deze afspraken gaan over wat er gebeurt als de
ondernemer de huur niet meer kan betalen. De brouwerij neemt dan de huur over en kan
het bedrijf zelf exploiteren of verkopen.
Europese Horeca Financieringsmaatschappij (EHF)
De EHF is ooit opgericht op initiatief van Heineken. Heineken verstrekt zelf geen leningen
aan ondernemers maar laat dit via de EHF lopen. Heineken staat wel garant voor deze
lening.
De afnameverplichting
De brouwer sluit een afnamecontract met de ondernemer. In dit contract wordt vastgelegd
dat de ondernemer geen producten van de concurrent mag verkopen. De ondernemer