HFDST 1: LE JOUR DE GLOIRE EST ARRIVÉ
REVOLUTIE : een fundamentele wijziging in het denken van mensen en in de structuren van de
samenleving.
DOMEIN ANCIEN RÉGIME VERLICHTINGSIDEEËN FRANSE REVOLUTIE
(= theorie) (= praktijk)
POLITIEK Absolutisme - Volkssoevereiniteit - Grondwet met minder of
Machtsconcentratie - Scheiding der machten meer volkssoevereiniteit
Machtswillekeur - Rechtsstaat - Scheiding der machten
- Rechten en vrijheden
SOCIAAL standenmaatschappij Pleidooi voor sociale Afschaffing van de
gelijkheid standenmaatschappij
ECONOMISCH protectionisme Economische vrijheid - Afschaffing protectionisme
- Wet Le chapelier
CULTUREEL/ Staatsgodsdienst - Vrijheid - afbouw macht van de kerk
GODSDIENST Onverdraagzaamheid - tolerantie - godsdienstvrijheid
* Wet Le chapelier: naar de Bretoense advocaat en grondwetgever Isaac Le Chapelier, werd in het toenmalige Franse rijk
afgekondigd op 14 juni 1791. Hij verbood beroepsmatige of sectoriële coalities, dat wil zeggen alle vormen van organisatie,
afspraak en overleg tussen ondernemers en tussen werkers.
1.1 HET ANCIEN REGIME ONDER DRUK - 18e EEUW
▪ Belang van de REDE is duidelijk geworden in de natuurwetenschappen, reeds in de 17e eeuw
▪ Verlichtingsfilosofen denken na over politiek, maatschappij en godsdienst
▪ Veel wordt in vraag gesteld
1.2 DE FRANSE REVOLUTIE (1789-1804)
HB pg 13
1.3. NAPOLEON (1799/1804-1815)
De Franse revolutie zorgde in FR voor veel chaos. Het leger diende in het binnenland en ook in het
buitenland opstanden te onderdrukken. Het moest zich dus verdedigen tegen een coalitie van
landen die de revolutie wilden beëindigen.
Napoleon Bonaparte, een Franse generaal maakte een einde aan deze chaos. Hij was een uitstekend
tacticus en kende vele successen, onder meer in Italië en Egypte. In 1799 besloot hij de macht te
grijpen.
Belangrijkste doelstelling: orde op zaken stellen volgens zijn visie.
Hij wilde de principes van de revolutie consolideren:
▪ Het bestuur kwam in handen van ambtenaren van wie promotie en rang bepaald werden
door verdienste (= meritocratie) en niet door afkomst zoals tijdens het Ancien Régime.
▪ Het door hem ingevoerde burgerlijk wetboek, de Code Napoleon, maakte een einde aan de
plaatselijke gebruiken en gold voor alle burgers zonder onderscheid.
In 1804 bracht hij de Code Civil uit, die in 1807 werd omgedoopt tot Code Napoleon. Het wetboek is
een juridisch meesterwerk. Codificatie was voor die tijd enorm vooruitstrevend.
Codificatie: duizenden uiteenlopende rechtsregels bijeenbrengen in een wetboek.
Code Civil -> vader is dictator in het gezin; zijn vrouw is de eerste onderdaan; de kinderen moeste
hun vader gehoorzamen of ze konden volgens een bepaling van het wetboek worden opgesloten.
1
REVOLUTIE : een fundamentele wijziging in het denken van mensen en in de structuren van de
samenleving.
DOMEIN ANCIEN RÉGIME VERLICHTINGSIDEEËN FRANSE REVOLUTIE
(= theorie) (= praktijk)
POLITIEK Absolutisme - Volkssoevereiniteit - Grondwet met minder of
Machtsconcentratie - Scheiding der machten meer volkssoevereiniteit
Machtswillekeur - Rechtsstaat - Scheiding der machten
- Rechten en vrijheden
SOCIAAL standenmaatschappij Pleidooi voor sociale Afschaffing van de
gelijkheid standenmaatschappij
ECONOMISCH protectionisme Economische vrijheid - Afschaffing protectionisme
- Wet Le chapelier
CULTUREEL/ Staatsgodsdienst - Vrijheid - afbouw macht van de kerk
GODSDIENST Onverdraagzaamheid - tolerantie - godsdienstvrijheid
* Wet Le chapelier: naar de Bretoense advocaat en grondwetgever Isaac Le Chapelier, werd in het toenmalige Franse rijk
afgekondigd op 14 juni 1791. Hij verbood beroepsmatige of sectoriële coalities, dat wil zeggen alle vormen van organisatie,
afspraak en overleg tussen ondernemers en tussen werkers.
1.1 HET ANCIEN REGIME ONDER DRUK - 18e EEUW
▪ Belang van de REDE is duidelijk geworden in de natuurwetenschappen, reeds in de 17e eeuw
▪ Verlichtingsfilosofen denken na over politiek, maatschappij en godsdienst
▪ Veel wordt in vraag gesteld
1.2 DE FRANSE REVOLUTIE (1789-1804)
HB pg 13
1.3. NAPOLEON (1799/1804-1815)
De Franse revolutie zorgde in FR voor veel chaos. Het leger diende in het binnenland en ook in het
buitenland opstanden te onderdrukken. Het moest zich dus verdedigen tegen een coalitie van
landen die de revolutie wilden beëindigen.
Napoleon Bonaparte, een Franse generaal maakte een einde aan deze chaos. Hij was een uitstekend
tacticus en kende vele successen, onder meer in Italië en Egypte. In 1799 besloot hij de macht te
grijpen.
Belangrijkste doelstelling: orde op zaken stellen volgens zijn visie.
Hij wilde de principes van de revolutie consolideren:
▪ Het bestuur kwam in handen van ambtenaren van wie promotie en rang bepaald werden
door verdienste (= meritocratie) en niet door afkomst zoals tijdens het Ancien Régime.
▪ Het door hem ingevoerde burgerlijk wetboek, de Code Napoleon, maakte een einde aan de
plaatselijke gebruiken en gold voor alle burgers zonder onderscheid.
In 1804 bracht hij de Code Civil uit, die in 1807 werd omgedoopt tot Code Napoleon. Het wetboek is
een juridisch meesterwerk. Codificatie was voor die tijd enorm vooruitstrevend.
Codificatie: duizenden uiteenlopende rechtsregels bijeenbrengen in een wetboek.
Code Civil -> vader is dictator in het gezin; zijn vrouw is de eerste onderdaan; de kinderen moeste
hun vader gehoorzamen of ze konden volgens een bepaling van het wetboek worden opgesloten.
1