BIO Samenvatting H4 Voortplanting
Paragaaf 1
Ieder mens ziet er anders uit. Of het nou een jongen of een meisje is. De
kenmerken waaraan je een geslacht kan herkennen heten
geslachtskenmerken. De geslachtskenmerken die al aan het begin van de
geboorte aanwezig waren heten primaire geslachtskenmerken. (Jongen:
Penis en balzak – Meisje: Vagina en Schaamlippen). Als een kind vanaf de 12 e
ongeveer in de puberteit komt verander er sociaal en lichamelijk veel.
Lichffamelijke veranderingen
Sommige lichamelijke veranderingen kun je aan jezelf zien. Bijvoorbeeld de
groeispurt rond het 12e jaar en haargroei onder de oksels en rond de
geslachtsorganen. De geslachtskenmerken die ongeveer vanaf je 10e
ontstaan heten de secundaire geslachtskenmerken. Man: gespierd lichaam,
borst haar, baard, lagere stem (baard in de keel). Vrouw: Rondere
lichaamsvormen, brosten, grotere heupen. Het verschilt per persoon
wanneer deze veranderingen komen.
Dit zijn gemiddeldes, dus later of eerder kan ook. Er bestaat geen perfect.
Geestelijke veranderingen
In de puberteit verander je ook geestelijk. Je word steeds volwassener en
verstandiger. Meisjes worden dit gemiddeld eerder. In de puberteit begint
seksualiteit ook een rol te spelen. Als je heel erg aangetrokken word tot een
, persoon heet dat verliefd zijn. Hieruit kan je ook een relatie krijgen. Soms
heb je dan op een gegeven moment ook geslachtsgemeenschap.
Sociale veranderingen
In de puberteit verander je ook sociaal. Je gaat je anders opstellen tegen je
ouders, en gaat je anders gedragen tegen je vrienden. De puberteit is een
leuke en spannende tijd, maar soms kan je je ook onzeker voelen.
Paragaaf 2: Het voortplantingsstelsel van
een man
Als een jongen ongeveer 13 jaar is, beginnen zijn teelballen te functioneren.
Vanaf dan produceert de jongen altijd zaadcellen (sperma-cellen). De
teelballen liggen in de balzak. Daar is de temperatuur iets lager dan in de
onderbuik. Bij vorming van geslachtscellen spelen hormonen een grote rol.
Hormonen zijn stoffen die door hormoonklieren worden geproduceerd en
allerlei dingen regelen in het lichaam. De hormonen worden afgegeven aan
het bloed, waardoor ze door het hele lichaam stromen.
Een belangrijke hormoonklier is de hypofose, die net onder
de hersenen ligt. In de puberteit begint hij meer stimulerende
hormonen af te geven, waardoor onder andere zaadcellen en het
mannelijk geslachtshormoon testosteron. De zaadcellen worden
tijdelijk opgeslagen in de bijballen. De zaadleiders vervoeren de
Paragaaf 1
Ieder mens ziet er anders uit. Of het nou een jongen of een meisje is. De
kenmerken waaraan je een geslacht kan herkennen heten
geslachtskenmerken. De geslachtskenmerken die al aan het begin van de
geboorte aanwezig waren heten primaire geslachtskenmerken. (Jongen:
Penis en balzak – Meisje: Vagina en Schaamlippen). Als een kind vanaf de 12 e
ongeveer in de puberteit komt verander er sociaal en lichamelijk veel.
Lichffamelijke veranderingen
Sommige lichamelijke veranderingen kun je aan jezelf zien. Bijvoorbeeld de
groeispurt rond het 12e jaar en haargroei onder de oksels en rond de
geslachtsorganen. De geslachtskenmerken die ongeveer vanaf je 10e
ontstaan heten de secundaire geslachtskenmerken. Man: gespierd lichaam,
borst haar, baard, lagere stem (baard in de keel). Vrouw: Rondere
lichaamsvormen, brosten, grotere heupen. Het verschilt per persoon
wanneer deze veranderingen komen.
Dit zijn gemiddeldes, dus later of eerder kan ook. Er bestaat geen perfect.
Geestelijke veranderingen
In de puberteit verander je ook geestelijk. Je word steeds volwassener en
verstandiger. Meisjes worden dit gemiddeld eerder. In de puberteit begint
seksualiteit ook een rol te spelen. Als je heel erg aangetrokken word tot een
, persoon heet dat verliefd zijn. Hieruit kan je ook een relatie krijgen. Soms
heb je dan op een gegeven moment ook geslachtsgemeenschap.
Sociale veranderingen
In de puberteit verander je ook sociaal. Je gaat je anders opstellen tegen je
ouders, en gaat je anders gedragen tegen je vrienden. De puberteit is een
leuke en spannende tijd, maar soms kan je je ook onzeker voelen.
Paragaaf 2: Het voortplantingsstelsel van
een man
Als een jongen ongeveer 13 jaar is, beginnen zijn teelballen te functioneren.
Vanaf dan produceert de jongen altijd zaadcellen (sperma-cellen). De
teelballen liggen in de balzak. Daar is de temperatuur iets lager dan in de
onderbuik. Bij vorming van geslachtscellen spelen hormonen een grote rol.
Hormonen zijn stoffen die door hormoonklieren worden geproduceerd en
allerlei dingen regelen in het lichaam. De hormonen worden afgegeven aan
het bloed, waardoor ze door het hele lichaam stromen.
Een belangrijke hormoonklier is de hypofose, die net onder
de hersenen ligt. In de puberteit begint hij meer stimulerende
hormonen af te geven, waardoor onder andere zaadcellen en het
mannelijk geslachtshormoon testosteron. De zaadcellen worden
tijdelijk opgeslagen in de bijballen. De zaadleiders vervoeren de