1. SITUERING
Boston Consulting Group : één van de “big 4” (vier grootste consulting groups)
BCG-matrix:
• Ontwikkeld door de Boston Consulting Group (Henderson 1968)
• Kwalificeert businessunits door gebruik te maken van marktaandeel en groei
• Helpt bedrijven een productportfolio samen te stellen
• Gelinkt met de “expericience curve” en de product life cycle
• Hulp in het ontwikkelen van “invest/divest strategies”
BCG Matrix: groei en aandeel. Tot op vandaag is dit een veelgebruikt instrument door het
management om de strategie te ondersteunen.
Er zijn 2 manieren waarop deze tool je strategie kan ondersteunen:
Examen
1. Binnen je bedrijf (intern) = originele growth share matrix:
Portfolio analyse: portefeuille, enveloppe van wat zich binnen een organisatie aan
producten en diensten afspeelt. Businessunits van één bedrijf worden ten opzichte
van elkaar gepositioneerd
2. Als benchmark:
Dezelfde tool gebruikt om jezelf als bedrijf/business unit te gaan vergelijken met
concurrenten: hoe positioneer ik mij in de markt?
= strategische positioneringsanalyse
= businessunits/bedrijven ten opzichte van elkaar in de markt
= 2 types analyse gebruikt om strategische analyse te voeren. Belangrijk de filosofie achter
die tools te begrijpen (oefening zie pointcarré)
“Business unit” = vb. Afga Gevaert heeft een businessunit healthcare, .. Apple produceert
macbooks, ipads (= clusters van producten die samen horen).
è via BCG productportefeuille samenstellen: wat betekent dit voor mijn strategie?
, 2. DE ORIGINELE BCG-MATRIX: INTERNE PORTFOLIO-ANALYSE
De plaats in de matrix : positie is gelinkt met de leercurve. De combinatie leercurve en positie
kan je als manager iets leren over je strategie: tool om strategie analyse op te bouwen: wat
doen met producten of diensten: invest or divest?
§ Y as: market growth rate
§ X as: relatief marktaandeel
o Witte lijn verticaal doormidden: gemiddeld marktaandeel. rechts:
marktaandeel hoger dan gemiddeld ó links: marktaandeel lager dan
gemiddeld.
è Punten op grafiek verschillende producten in een portfolio bevinden zich op een
verschillende plaats. Allemaal samen zijn dit business units van 1 bedrijf.
Vb. 5 producten vormen 100% van een bedrijf. Gemiddeld marktaandeel = 20%.
(100 / aantal business unit = gemiddelde aandeel dat een product kan hebben)
Verticale witte lijn: Gemiddelde groeivoet van je businessunits. Deze moet je berekenen.
We onderscheiden 4 marktposities (verdere uitdieping zie verder)
1. Dogs = kennen een laag marktaandeel en een lage groeivoet
2. Question marks = we weten niet goed welke richting het uitgaat; nog klein als
business unit, maar groeit sterker dan gemiddeld. Dit wil zeggen dat er grote kans
bestaat dat deze groep opschuift naar Stars
3. Stars = producten die een hoog aandeel hebben (hoger dan gemiddeld) en sterker
groeien dan gemiddeld à veel omzet, veel eenheden verkocht, groeit nog steeds è
zo lang mogelijk producten hier houden.
4. Cash cows: producten worden na verloop van tijd (vb. door technologie) verstoten;
groeien niet meer en zakken dus af naar dit kwadrant. (vb. mobiele telefoons worden
verstoten door smartphones à door creatieve destructie kan je zelfs een negatieve
groei krijgen). Deze kan zelf een beweging maken naar links : terug naar dogs à
verdwijnen (vb. filmrolletjes bestaan niet meer)