HOOFDSTUK 1: THEORIE VAN DE COMMUNICATIE
1. Inleiding
1.1 Goede zorg
De gesprekken & contacten die in de gezondheidszorg plaatsvinden -> zeer
divers. Soms zakelijk & technisch, persoonlijk & emotioneel.
De technologie van de gezondheidszorg -> gebruik van technische apparaten.
Goede communicatie met cliënten in team.
Iedereen kan communiceren: allerlei vormen & aandachtspunten.
Wie is een goede zorgverlener? Goed luisteren, vriendelijk, ... -> alleen te
maken met communicatie & niet over de technologie.
Communicatieve aspecten maken net zo goed deel uit van de kwaliteit van de
zorg als de ‘’meer technische” aspecten zoals de methoden & apparaten die
gebruikt worden bij het behandelen van een stoornis.
Goede zorg = goede communicatie met de cliënten.
1.2 Communicatie = interactie
Ook rekening houden met wie er gecommuniceerd wordt.
Communicatie = NOOIT eenrichtingsverkeer -> sprake van interactie.
IK & de ANDER -> ik communiceer met de ander. De ander vraagt/reageert/gaat
(niet) akkoord.
Effectieve communicatie = interactieproces waarin tenminste 2 personen op
elkaar reageren & elkaar wederzijds beïnvloeden -> resultaten: niet enkel
afhankelijk van de gedragingen van 1 partij, maar ook van de reacties/opinies
van de ander.
In de zorg: rekening houden met de visie & de mening van de patiënt ->
effectieve communicatie moet aansluiten bij de specifieke situatie van elke
zorgvrager = cliëntgericht werken.
1.3 Misverstanden in de communicatie
De logo/audioloog/ergo begrijpt de cliënt niet goed -> risico op verkeerde
diagnose.
De cliënt begrijpt de logo/audioloog/ergo niet goed -> risico om af te haken bij
de therapie.
2. Het basismodel van de communicatie
2.1 Model van David Berlo – SMCR-model
, Komt vanuit WO2 -> morsecodes. Toen zocht men naar manieren om
boodschappen over lange afstanden naar elkaar te sturen. Idee paste hij toe in
allerlei situaties -> studie naar communicatieprocessen.
Mensen communiceren voortdurend & er is geen begin of einde vast te stellen
(~Berlo)
SMCR-model: boodschap – bericht wordt
gecommuniceerd door een bepaald
kanaal – zender.
SMCR = Sender, message, channel &
receiver -> 8 componenten:
1. de zender
2. het encodeerproces
3. de booschap
4. het kanaal M
5. het decodeerproces
6. de ontvanger
7. de feedback S C R
8. de ruis
2.1.1 Encodeerproces
Encoderen van een boodschap = men selecteert & rangschikt verbale & non-
verbale symbolen, zodat deze begrijpbaar worden voor de toehoorder of
ontvanger -> boodschap die je wilt overbrengen omzetten in verbale & non-
verbale symbolen.
Symbolen: moeten in overeenstemming zijn met elkaar -> misverstanden
voorkomen.
2.1.2 Boodschap
Boodschap = informatie die via interactie doorgespeeld wordt.
Samenhangend geheel van tekens, signalen en gegevens.
Valkuil: de ontvanger kan een boodschap anders interpreteren dan deze was
bedoeld.
2.1.3 Kanaal
Kanaal = middel waardoor de boodschap wordt overgebracht van de zender
naar de ontvanger.
Menselijk communicatieproces -> 2 belangrijke kanalen:
1. Verbaal-auditief kanaal
2. Lichamelijk-visueel kanaal
1. Inleiding
1.1 Goede zorg
De gesprekken & contacten die in de gezondheidszorg plaatsvinden -> zeer
divers. Soms zakelijk & technisch, persoonlijk & emotioneel.
De technologie van de gezondheidszorg -> gebruik van technische apparaten.
Goede communicatie met cliënten in team.
Iedereen kan communiceren: allerlei vormen & aandachtspunten.
Wie is een goede zorgverlener? Goed luisteren, vriendelijk, ... -> alleen te
maken met communicatie & niet over de technologie.
Communicatieve aspecten maken net zo goed deel uit van de kwaliteit van de
zorg als de ‘’meer technische” aspecten zoals de methoden & apparaten die
gebruikt worden bij het behandelen van een stoornis.
Goede zorg = goede communicatie met de cliënten.
1.2 Communicatie = interactie
Ook rekening houden met wie er gecommuniceerd wordt.
Communicatie = NOOIT eenrichtingsverkeer -> sprake van interactie.
IK & de ANDER -> ik communiceer met de ander. De ander vraagt/reageert/gaat
(niet) akkoord.
Effectieve communicatie = interactieproces waarin tenminste 2 personen op
elkaar reageren & elkaar wederzijds beïnvloeden -> resultaten: niet enkel
afhankelijk van de gedragingen van 1 partij, maar ook van de reacties/opinies
van de ander.
In de zorg: rekening houden met de visie & de mening van de patiënt ->
effectieve communicatie moet aansluiten bij de specifieke situatie van elke
zorgvrager = cliëntgericht werken.
1.3 Misverstanden in de communicatie
De logo/audioloog/ergo begrijpt de cliënt niet goed -> risico op verkeerde
diagnose.
De cliënt begrijpt de logo/audioloog/ergo niet goed -> risico om af te haken bij
de therapie.
2. Het basismodel van de communicatie
2.1 Model van David Berlo – SMCR-model
, Komt vanuit WO2 -> morsecodes. Toen zocht men naar manieren om
boodschappen over lange afstanden naar elkaar te sturen. Idee paste hij toe in
allerlei situaties -> studie naar communicatieprocessen.
Mensen communiceren voortdurend & er is geen begin of einde vast te stellen
(~Berlo)
SMCR-model: boodschap – bericht wordt
gecommuniceerd door een bepaald
kanaal – zender.
SMCR = Sender, message, channel &
receiver -> 8 componenten:
1. de zender
2. het encodeerproces
3. de booschap
4. het kanaal M
5. het decodeerproces
6. de ontvanger
7. de feedback S C R
8. de ruis
2.1.1 Encodeerproces
Encoderen van een boodschap = men selecteert & rangschikt verbale & non-
verbale symbolen, zodat deze begrijpbaar worden voor de toehoorder of
ontvanger -> boodschap die je wilt overbrengen omzetten in verbale & non-
verbale symbolen.
Symbolen: moeten in overeenstemming zijn met elkaar -> misverstanden
voorkomen.
2.1.2 Boodschap
Boodschap = informatie die via interactie doorgespeeld wordt.
Samenhangend geheel van tekens, signalen en gegevens.
Valkuil: de ontvanger kan een boodschap anders interpreteren dan deze was
bedoeld.
2.1.3 Kanaal
Kanaal = middel waardoor de boodschap wordt overgebracht van de zender
naar de ontvanger.
Menselijk communicatieproces -> 2 belangrijke kanalen:
1. Verbaal-auditief kanaal
2. Lichamelijk-visueel kanaal