motivatie: 7+8
filmpje: 3X personen die erg gemotiveerd zijn.
rusthuis:
effect op zichzelf, collega's en ook de bewoners van een rusthuis. → bewoners worden meer
tevreden, doen mee.
diegene die niet meedoen → afwachtende positie
hoog gemotiveerde → sterke prestaties → groot verband te zien tss motivatie en werktevredenheid.
→ ook extrarolgedrag, hoeven het niet te doen → bewoners hebben meer fun
vuilniskar → er is file achter, op die manier mss toch een invloed op gemoedstoestand vd
bestuurders.
→ impact op maatschappij,.. invloed hebben.
streetart, mensen die muziek spelen op straat → andere mensen worden blij omdat ze zien hoe
gemotiveerd zijn.
motivatie waarom is het belangrijk?
economische overwegingen: oogpunt van WG/organisatie
- betere prestaties
- minder ongevallen op werkvloer → letten beter op
- lager verloop
- betere samenwerking
- tevredenheid van klanten
betere samenwerking → als iedereen gemotiveerd is, werkt vlotter.
ethische overwegingen: WN kant
- ongeveer 16% vd tijd van een volledig leven ben je op je werk
- algemene levenstevredenheid
- gezondheid (slaapkwaliteit (minder piekeren), hartproblemen,..)
dat WN zich goed voelt, gemotiveerd
, begrip motivatie:
proces in mensen dat de intensiteit, richting en volharding bepaalt van hun pogingen om een ander doel te
bereiken.
componenten:
● intensiteit → geleverde inspanning, hoe hard iemand zijn best doet
● richting → focus vd inspanning, waarop het gericht is
● volharding → hoelang kan iemand de inspanning volhouden (ondanks tegenslag)
omvatten samen een proces.
bv: hond aan de leiband.
veel motivatie→ snuffelen (richting, de vijver is rechts en hij wilt er naar toe),
trekken aan leiband (intensiteit)
weinig motivatie→ neerzitten (trekt in begin snel maar naarmate de tijd vordert wordt hij moet
(volharding))
bv studeren:
intensiteit → hoe grondig je studeert, actief nadenken
richting → duidelijk pakket, welke hoofdstukken
volharding → heel hard geleerd, doorgezet → hoelang, geen afleiding
→ varieert tussen mensen, in verschillende situaties, afhankelijk vd taak
hoe meer moeite je moet doen voor iets, hoe intenser je bezig bent en hoe volhardender je wordt.
we stellen heel veel gedrag dat we normaal niet zouden stellen → door veel zaken wordt beïnvloed.
bv verkeersregels → je hebt een doel, je wilt geen boete. vaak over bewuste dingen die je doet om
het te bereiken.
filmpje: 3X personen die erg gemotiveerd zijn.
rusthuis:
effect op zichzelf, collega's en ook de bewoners van een rusthuis. → bewoners worden meer
tevreden, doen mee.
diegene die niet meedoen → afwachtende positie
hoog gemotiveerde → sterke prestaties → groot verband te zien tss motivatie en werktevredenheid.
→ ook extrarolgedrag, hoeven het niet te doen → bewoners hebben meer fun
vuilniskar → er is file achter, op die manier mss toch een invloed op gemoedstoestand vd
bestuurders.
→ impact op maatschappij,.. invloed hebben.
streetart, mensen die muziek spelen op straat → andere mensen worden blij omdat ze zien hoe
gemotiveerd zijn.
motivatie waarom is het belangrijk?
economische overwegingen: oogpunt van WG/organisatie
- betere prestaties
- minder ongevallen op werkvloer → letten beter op
- lager verloop
- betere samenwerking
- tevredenheid van klanten
betere samenwerking → als iedereen gemotiveerd is, werkt vlotter.
ethische overwegingen: WN kant
- ongeveer 16% vd tijd van een volledig leven ben je op je werk
- algemene levenstevredenheid
- gezondheid (slaapkwaliteit (minder piekeren), hartproblemen,..)
dat WN zich goed voelt, gemotiveerd
, begrip motivatie:
proces in mensen dat de intensiteit, richting en volharding bepaalt van hun pogingen om een ander doel te
bereiken.
componenten:
● intensiteit → geleverde inspanning, hoe hard iemand zijn best doet
● richting → focus vd inspanning, waarop het gericht is
● volharding → hoelang kan iemand de inspanning volhouden (ondanks tegenslag)
omvatten samen een proces.
bv: hond aan de leiband.
veel motivatie→ snuffelen (richting, de vijver is rechts en hij wilt er naar toe),
trekken aan leiband (intensiteit)
weinig motivatie→ neerzitten (trekt in begin snel maar naarmate de tijd vordert wordt hij moet
(volharding))
bv studeren:
intensiteit → hoe grondig je studeert, actief nadenken
richting → duidelijk pakket, welke hoofdstukken
volharding → heel hard geleerd, doorgezet → hoelang, geen afleiding
→ varieert tussen mensen, in verschillende situaties, afhankelijk vd taak
hoe meer moeite je moet doen voor iets, hoe intenser je bezig bent en hoe volhardender je wordt.
we stellen heel veel gedrag dat we normaal niet zouden stellen → door veel zaken wordt beïnvloed.
bv verkeersregels → je hebt een doel, je wilt geen boete. vaak over bewuste dingen die je doet om
het te bereiken.