Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
INHOUDSOPGAVE
Week 1 → bladzijde 2: Grondslagen van het bestuursprocesrecht en
bevoegdheidsverdeling.
▪ Procedures om bestuursrechtelijke geschillen te beslechten (blz. 3)
▪ Constitutionele grondslagen van de bestuursrechtspraak (blz. 4)
▪ Standaardjurisprudentie Changoe/Staat & Benthem (blz. 8)
▪ Hoofdfuncties van bestuursprocesrecht (blz. 11)
▪ Absolute en relatieve competentie (bevoegdheidsverdeling) (blz. 13)
Week 2 → bladzijde 15: Ontvankelijkheid en voorprocedures.
▪ De bezwaar- en beroepsbevoegdheid als ontvankelijkheidseis (blz. 16)
▪ De eisen aan het bezwaar- en/of beroepschrift als ontvankelijkheidseisen (blz. 17)
▪ De bezwaar- en/of beroepstermijn als ontvankelijkheidseis (blz. 17)
▪ Bezwaarschriftprocedure (algemeen) (blz. 20)
▪ Beoordeling en besluitvorming in de bezwaarschriftprocedure (blz. 23)
Week 3 → bladzijde 24: Procedure bij de bestuursrechter.
▪ Artikel 6:13 Awb (onderdelentrechter) (blz. 25)
▪ Achtergrondinformatie: Van der Veen en De Graaf in gesprek over het ‘Varkens in nood’-
uitspraak (blz. 28)
▪ Organisatie van de rechtbank, vooronderzoek en onderzoek ter zitting (blz. 28)
▪ Nieuwe Zaaksbehandeling / Professionele Standaarden (blz. 31)
▪ Bijzondere procedures Awb (blz. 32)
▪ Omvang van het geding (blz. 33)
Week 4 → bladzijde 35: Toetsing door de bestuursrechter.
▪ Kwesties van openbare orde, aanvullen rechtsgronden en feiten (art. 8:69 Awb) (blz. 36)
▪ Bewijsrecht in het bestuursprocesrecht (blz. 39)
▪ Toetsingsintensiteit en toetsingsmoment bestreden besluit (blz. 41)
▪ Passeren van gebreken (art. 6:22 Awb) (blz. 42)
▪ Toepassing van het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) (blz. 44)
▪ Nieuw besluit hangende beroep (art. 6:19 Awb) (blz. 46)
Week 5 → bladzijde 46: Uitspraak van de bestuursrechter.
▪ Termijn, vorm en inhoud van de uitspraak (blz. 47)
▪ Het dictum van de uitspraak en nevendicta (blz. 49)
▪ Finale geschilbeslechting (blz. 53)
▪ De bestuurlijke lus (Afdeling 8.2.2a Awb) (blz. 56)
▪ Introductie Brummen-lijn (blz. 58)
▪ Verdieping Brummen-lijn (blz. 60)
Week 6 → bladzijde 64: Hoger beroep en voorlopige voorziening.
▪ De procedure van Hoger Beroep (blz. 65)
▪ De functies van Hoger Beroep en het object van het geding (blz. 66)
▪ Incidenteel Hoger Beroep (blz. 69)
▪ De procedure van Voorlopige Voorziening (blz. 72)
▪ De inhoudelijke beoordeling van het verzoek om Voorlopige Voorziening (blz. 74)
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
1
, Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
▪ Kortsluiten en doorpakken in de Voorlopige Voorziening (blz. 76)
Week 7 → bladzijde 77: Burgerlijke rechter, schadevergoeding &
nadeelcompensatie en klachtbehandeling.
▪ Rechtsmachtverdeling tussen bestuursrechter en civiele rechter (blz. 78)
▪ Verzoekschriftprocedure voor schadevergoeding (blz. 83)
▪ Procedure voor nadeelcompensatie (blz. 87)
▪ Klachtprocedures (blz. 89)
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
2
, Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
WEEK 1
VIDEO: Procedures om bestuursrechtelijke geschillen te beslechten
Bij bestuursrechtelijke geschillen kunnen worden onderscheiden:
▪ Voorprocedure: deze vinden bij een bestuursorgaan plaats.
▪ Eerste aanleg: waarbinnen een onderscheidt kan worden gemaakt in een reguliere,
vereenvoudigde en een versnelde behandeling.
▪ Hoger beroep: waarbinnen eveneens een onderscheidt kan worden gemaakt in een
reguliere, vereenvoudigde en een versnelde behandeling.
▪ Voorlopigevoorzieningenprocedure.
▪ Herziening.
▪ Klachtprocedures, met name de Nationale ombudsman.
Art. 1:5 Awb is een belangrijk artikel omdat die definieert wat er onder een ‘bezwaar’ (lid 1),
een ‘administratief beroep’ (lid 2 en 3) en een ‘beroep bij de rechter’ (lid 3) moet verstaan.
Voorprocedures: een procedure voorafgaand aan de behandeling bij de rechter.
• Bezwaar
o Bij het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
→ Bijv: besluit van het College van B&W, dan ook bij College van B&W in bezwaar.
o Heroverweging door hetzelfde bestuursorgaan.
• Administratief beroep: bij ander (hoger) bestuursorgaan.
- Denkend aan het niet eens zijn met een tentamenuitslag, dan ga je hogerop.
• Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Uov). Wordt bij dit vak niet veel behandeld!
o Zienswijze ipv bezwaar;
o Heroverweging;
o Wanneer uov, dan geen bezwaar, art. 7:1d Awb.
Beroep bij de rechter: persoon is het niet eens met besluit in bezwaar/ een voorprocedure.
• Eerste aanleg
o Rb
• Hoger beroep
o CBB / CRvB / ABRvS
• Allerlei uitzonderingen, bijvoorbeeld:
o Eerste en enige aanleg bij ABRvS → bijvoorbeeld milieuzaken;
o Hoger beroep bij hof;
o Cassatieberoep.
Verzoek aan voorzieningenrechter
• Vovo-procedure (voorlopige voorziening-procedure) = vergelijkbaar met het
bestuursrechtelijk kort geding (dus civiel KG).
• Hangende bezwaar of beroep. Connectie, er moet altijd een lopende bodemprocedure
zoals bezwaar zijn.
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
3
, Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
Algemeen overzicht rechtsmiddelen
= wat burger kan
= wat BO kan
= wat rechter kan
Burger kan een aanvraag indienen (kan ook ambtshalve) → er volgt een besluit in primo (bip) →
burger kan bezwaar maken indien niet eens met besluit → er volgt een besluit op bezwaar
(bob) → niet mee eens? beroep instellen → resulteert in een uitspraak (usp) van de Rb →
Oneens met rechtbankuitspraak? hoger beroep instellen → resulteert in uitspraak van hb.
• De vovo-balkjes maken duidelijk wanneer er een voorlopige voorziening aangevraagd kan
worden, dit wordt aangevraagd tussen hangend bezwaar/beroep/hoger beroep.
Structuur procedures: onderstaande procedure wordt standaard gevolgd!
▪ Bevoegdheid BO / rechter.
▪ Ontvankelijkheid beroep, zo ja dan:
▪ Toetsing besluit, er vindt inhoudelijke toetsing plaats mbt 3 toetsingsaspecten:
- Object: besluit ca; onderdelen
- Gronden: rechtmatigheid; beleidsmatig
- Ex nunc (tijdens nemen van het besluit) / ex tunc (tijdens nemen van de beslissing)
▪ Uitspraak bij de rechter, met daarin:
- Dicta
- Zelf voorzien
- Schadevergoeding
- Proceskosten
▪ Gevolgen uitspraak
- Formele rechtskracht / gezag, kracht van gewijsde
Verschillen van bestuur procedures tov civiele en strafprocedures
→ In partijen: in het bestuursprocesrecht is er altijd een BO als partij.
→ In bevoegdheid.
→ In procedure: het betreft over de procedure zoals in de Awb geregeld, m.n. H8 Awb.
→ In toetsing.
→ In uitspraak: alleen de bestuursrechter heeft vlg. de Awb de bevoegdheid een bestreden
besluit te vernietigen.
Vervolg
- Deze week al bijzondere aandacht voor absolute en relatieve competentie;
- Daarna komen de andere procedures aan bod, van voorprocedure, via gewone procedure naar vovo-
procedure (dus de voorlopige voorziening-procedure);
- Nationale ombudsman;
- Nadere verhouding bestuursrechter tot civiele rechter, dus: bestuursrechtspraak-civiele rechtspraak.
VIDEO: Constitutionele grondslagen van de bestuursrechtspraak
Constitutionele grondslagen
• Wat?
o Nl is een democratie en rechtsstaat. De fundamentele grondslagen en basisregels over
de inrichting van de staat en de verhouding tussen de staat en zijn burgers vormen
samen de constitutie.
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
4
, Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
o Meer concreet is het onderwerp van deze week de inbedding van de rechtsbescherming
tegen de overheid welke in de Grondwet en in het EVRM zijn vastgelegd.
• Waarom?
o De constitutionele grondslagen betekenen fundamentele waarborgen voor de
rechtsbescherming tegen de overheid! Denk hierbij met name aan:
o Onafhankelijkheid en onpartijdigheid; voorts aan fair balance in belangen staat en
belangen burger (art. 6 EVRM), uitspraken in het openbaar, etc.
Nu twee vragen die gesteld kunnen worden als sprake is van constitutionele grondslagen:
• Hoe zit het systeem van de rechtsbescherming van de overheid in elkaar?
• Waarom zit het systeem zo in elkaar? → deze vraag is lastig en ligt niet de focus op.
Vraag 1 → HOE ZIT HET IN ELKAAR
Besluit en bestuursrechter
▪ Bestuursrecht betreft rechtsbetrekking tussen overheid - burger / bedrijf.
▪ Vaak BO (art. 1:1 Awb) – belanghebbende (art. 1:2 Awb), over besluit (art. 1:3 Awb).
→ Niet per se: de overheid verricht namelijk ook privaatrechtelijke rechtshandelingen en
feitelijke handelingen (behandeld in vak Bestuursrecht: Besluitvorming).
▪ Kern van het bestuursrecht is wel dat het veelal een besluit betreft waarover geschillen
kunnen ontstaan: dan vaak naar de bestuursrechter (art. 1:4 Awb) om daar te procederen.
Soorten rechters
▪ Bestuursrechter: art. 1:4 Awb.
▪ Civiele (= burgerlijke) rechter (onder te verdelen in o.a. handel, familie): de rechter
bevoegd ogv Wetboek van Rv.
▪ Strafrechter: de rechter bevoegd ogv Wetboek van Sv.
▪ Rechterlijke macht: vlg. art. 2 RO (conform 116 lid 1 Gw), vallen hier gewone rechters
onder, te weten:
o Rechtbank;
o Hof;
o Hoge Raad.
▪ Gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren:
o CBB (College van Beroep voor het bedrijfsleven)
→ Wel onafhankelijk en onpartijdig
o CRvB (Centrale Raad van Beroep)
→ Wel bij wet ingesteld: Wbbo, Bw, RvS
o ABRvS (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State)
→ Verschil tov RM: het niveau waarop de waarborgen zijn neergelegd
o Andere, o.a. CBHO (College van Beroep voor het Hoger Onderwijs).
Verschil rechters die wel en niet tot de rechterlijke macht behoren = dat de waarborgen voor
de rechter die wel van de rechterlijke macht zijn, zijn neergelegd in de grondwet & de
waarborgen voor de rechters die niet tot de rechterlijke macht behoren zijn neergelegd in
wetten in formele zin die dus makkelijker aan te passen zijn.
RM, niet-RM en bestuursrechter
▪ CBB, CRvB en ABRvS zijn bestuursrechter
▪ Maar ook Rb, Hof en HR voor zover zij Awb of Wahv toepassen
▪ Art. 8:1 Awb: Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de
bestuursrechter = eerste aanleg.
▪ Art. 8:6 lid 1 Awb: Het beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij […].
Dus als hoofdregel beroep tegen een besluit bij een rechterlijke macht-gerecht, maar bij
Hoger beroep is dit echter doorgaans bij niet-RM-gerechten! Dit mag vlg. art. 112 Gw.
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
5
, Collegeaantekeningen; uitwerking HC (wekelijkse video’s)
Bestuursrecht - Rechtsbescherming
Art. 112 Gw
1. Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke
rechten en over schuldvorderingen.
2. De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn
ontstaan, opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de
rechterlijke macht behoren. De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van
de beslissingen.
RM dus in meeste ruime zin bevoegd, want mag over alle geschillen oordelen (zie plaatje).
Twee soorten geschillen
1) Uit burgerlijke rechtsbetrekking = privaatrechtelijk geschil (alles mag, tenzij anders
bepaald), met als kenmerken:
▪ Contractsvrijheid en eigendomsrecht;
▪ Autonomie van de burger staat voorop;
▪ Een ieder toekomende bevoegdheden.
2) Niet uit burgerlijke rechtsbetrekking = publiekrechtelijk geschil (niets mag, tenzij anders
bepaald), met als kenmerken:
▪ Openbaar gezag: eenzijdige burgerbinding, besluit;
▪ Legaliteit, denk aan het fluoride-arrest;
▪ Exclusieve bevoegdheden, enkel BO die bevoegdheid geattribueerd of gedelegeerd
heeft gekregen mag handelen.
Rechterlijke macht is dus altijd bevoegd
▪ Als je bij de Rb ogv BW en Rv een civiele procedure tegen de overheid begint terwijl de
Rb als bestuursrechter bevoegd is omdat het om een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1
Awb gaat: de rechter (Rb) in de civiele procedure is als RM-gerecht wel bevoegd.
▪ In deze civiele procedure is eiser echter niet-ontvankelijk omdat er een met voldoende
waarborgen omgeven bestuursrechtelijke procedure openstaat (bij de Rb resp. CBB,
CRvB of ABRvS), doorgaans met verplichte bezwaarschriftprocedure vooraf)!
Vaak op tentamen: De rechter verklaart zich niet-ontvankelijk, NEEN = FOUT! Noteer:
De civiele rechter is als gewone rechter vlg. art. 112 Gw wel bevoegd, maar eiser is niet-
ontvankelijk omdat een andere met voldoende waarborgen bekleedde procedure open staat.
▪ In laatste instantie beoordeelt de HR ALTIJD of een rechtsgang, inclusief die bij een niet
RM-gerecht, met voldoende waarborgen is bekleed!
Als de HR bijvoorbeeld vindt dat de ABRvS er inderdaad een potje van heeft gemaakt
en het niet met voldoende waarborgen is bekleed, dan kan de HR zeggen dat de
eiser in de civiele procedure ontvankelijk is.
▪ In allerlaatste instantie beoordeelt het EHRM het → conform Benthem-arrest!
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
6