100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting OOP 1 (colleges en boek) AOLB1 RUG

Rating
-
Sold
-
Pages
23
Uploaded on
25-11-2023
Written in
2023/2024

In deze samenvatting heb ik mijn aantekeningen van de colleges en het boek 'How children develop' verwerkt. Hoofdstuk 1 t/m 4. Ik heb een 7,8 gehaald!!

Institution
Course












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1 t/m 4
Uploaded on
November 25, 2023
Number of pages
23
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

tSamenvatting tentamen ontwikkelings- en onderwijspsychologie
Tentamenstof: De boekhoofdstukken, de artikelen en de collegeslides behoren tot de tentamenstof.



College 1

7 terugkerende thema’s:

1. Nature/nurture
Nature = biologische aanleg voor iets hebben
Nurture = iets aangeleerd krijgen, omgevingsinvloeden
Dit wordt veel onderzocht met tweelingen of geadopteerde kinderen




2. Het actieve kind
Kinderen hebben zelf ook invloed op hun ontwikkeling
Kind is geen marionet die wordt bestuurd, maar speelt zelf ook een rol
- Aandacht: als een kind ergens naar kijkt geven ouders de aandacht aan hetgene waar
het kind naar kijkt.
- Taal: je praat over wat je aandacht geeft
- Spel: motorisch spel, fantasie spel, dingen uitproberen, samen spelen met anderen
- Keuzes: met wie ze omgaan, welk speelgoed, middelbare schoolkeuze, studiekeuze
(keuzes nemen toe). Balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid.

3. Continuïteit/discontinuïteit
Voor de meeste vaardigheden lijkt er een continue ontwikkeling te zijn.
Sommige vaardigheden lijken heel langzaam te ontwikkelen, maar als het kwartje eenmaal
valt dan is er opeens een sprong.

Assimilatie: steeds nieuwe informatie
opneemt in wat je al weet. Je kennisbasis
bouwt zich verder uit. Vult aan op wat je
weet.

Accomodatie: aanpassen. Alwetende
kennis aanpassen. Manier om met nieuwe
informatie om te gaan. Structuur
aanpassen.

,4. Mechanismen van verandering
Wat zorgt voor verandering bij een kind?
- Gedragsmatig: door handelen en ontdekken wat je reacties ergens op zijn
Je leert omgaan met veranderingen. Je blijft niet op elke prikkel hetzelfde reageren. Als iets 5
keer achter elkaar gebeurt reageer je daar de 5e keer minder sterk op dan de 1e keer.
- Neuraal: je zenuwen en hersenactiviteit
- Genetisch: wat heb je meegekregen bij je geboorte

5. Socioculturele context
Plaatje: het ecologisch model
Het systeem van een kind: Het kind staat
nooit los van de omgeving waar hij zich in
bevindt.

Pijltjes in de gele laag: relaties bestaan
tussen verschillende personen in het
microsysteem. De ouder en de leerkracht
staan ook in contact met elkaar. De relaties
om het kind heen.

Mesosysteem: mensen waarmee je contact
hebt, maar die wat verder van je afstaan
Exosysteem: werk van ouders, media
systeem
Macrosysteem: land waarin je leeft (ideologieen)
Chronosysteem: wanneer ben je geboren, tijdperk, gebeurtenissen in het tijdperk
waarin je leeft.

Je bouwt steeds verder uit naar het systeem waar een kind middenin staat en de
ringen staan voor hoe dichtbij alles om het kind heen staat.

Sociaaleconomische status: inkomen en opleidingsniveau van ouders speelt een grote
rol in de ontwikkeling van kinderen. De verwachtingen zijn lager van de kinderen. Ze
krijgen dus niet gelijke kansen.
Cumulatief risico: de ongunstige omstandigheden tellen op en hebben uiteindelijk
een negatief effect.
Intergenerationele armoede: de armoede zet door bij de kinderen
Normen in de maatschappij: mannen in de bouw, vrouwen in de zorg. Dit wordt van
jongs af aan erin gestampt (wel subtiel). Ook in kinderboeken staat dit subtiel.

, 6. Individuele verschillen
Het spanningsveld tussen waar leg je de lat
en waar is er ruimte voor aanpassingen. Pas
je je aan, aan de verschillen van mensen of
moet je de lat voor kinderen heel hoog
leggen (ook als ze dat niet kunnen).

Oorzaken van variatie:
- Genetische verschillen
- Verschillende aanpakken door opvoeders
- Verschillende reacties
- Verschillende omgevingen

7. Welzijn bevorderen
Belangrijk doel van ontwikkelingspsychologisch en onderwijskundig onderzoek:
bijdragen aan beter welzijn van kinderen.

Evidence-based onderwijs: uit eerder onderzoek is gezien
Naturalistisch: neutraal, maar gedetailleerd wat je ziet
Gestructureerd: noteren wat je ziet (turf)


College 2
Proces voor bevruchting: Reductiedeling van een cel (meiose) zorgt voor eicellen en zaadcellen
(gameten) met elk 23 chromosomen. Als eicel wordt bevrucht, spreken we van een zygote en zijn er
weer 23 chromosomenparen.

4 processen in de cellen:

- Normale celdeling: exponentiele groei van de cellen vol met genetisch materiaal.
- Celmigratie: hun plekje vinden in het lichaam van het kindje
- Cel differentiatie: cellen ontwikkelen zich in verschillende functies
- Apoptose: sterfte (cellen gaan dood)

Mogelijkheid tot ontstaan tweeling:

 twee-eiig: 2 cellen bevrucht tegelijkertijd
 eeneiig: zygote splitst binnen 10 dagen na
bevruchting.

,Chronologisch gezien hoe een zwangerschap loopt

- 3 week – 8 week: na bevruchting embryonale fase. Hele belangrijke fase ogen, hart, oren,
armen, benen gevormd
- 9 week ->: foetus, cefalocaudale fase. De hersenen worden goed ontwikkelt en de rest groeit
groter. 24 week al wel levensvatbaar (mocht het kind te vroeg geboren worden), na 24 week
wordt het kindje vaak wel gehandicapt geboren.
- Eigenlijk 38 weken zwanger, maar we tellen er vaak 2 week bij op, dus 40 week.




Wat kan een foetus?:

 Bewegen: kun je zien op echo’s, kan hikken, na 20 week voelbaar
 Voelen: ze pakken de navelstreng vast, duimzuigen
 Zien: klein beetje, heel donker
 Proeven: smaken die de moeder eet zijn bekend voor het kind en vind het kindje vaak lekker
 Ruiken: bepaalde geuren van eten die moeder veel heeft gegeten tijdens zwangerschap
 Horen: kinderen geven reactie op harde geluiden, ook subtiele geluiden zoals hartslag. Geruis
voor baby’s een vertrouwd geluid, stem van moeder en andere ouder ook bekend.

Hoe leert een foetus?

 Habituatie: gewenning, het lichaam past zich aan, aan bepaalde prikkels.
 Dishabituatie: iets nieuws, geen gewenning

Wat kan er misgaan in de zwangerschap?

 Miskraam/verlies: 15% van de zwangerschappen, in de eerste 12 weken. Na 12 weken wordt
de kans op een miskraam minder groot. Kans op verlies na zwangerschap wordt wel kleiner.
 Afwijkende groei: te klein zijn (kan zorgen voor leerproblemen, klein hoofdje), beperkingen
die zich ontwikkelen.
 Congenitale afwijkingen: aangeboren afwijkingen (syndroom van down), afwijkingen aan het
zenuwstelsel (open rug, hazenlip), kans kan verkleind worden door foliumzuur te slikken.
 Meestal is dit gewoon pech
 Hoe ouder de moeder, hoe groter de kans op chromosomale afwijkingen. Risico op miskraam
stijgt ook.
 Teratogenen: omgevingsfactoren die een negatieve invloed hebben op de zwangerschap

Teratogenen:

 Bepaalde voeding: rauw vlees, vis en eieren mee oppassen (vanwege risico op salmonella),
gezond eten, foliumzuur slikken (goed)

,  Sommige medicijnen: antidepressiva kan negatieve invloed hebben, maar stresslevel kan wel
omhoog gaan door het stoppen ervan.
 Drugs, alcohol, nicotine: ademhalingsproblemen, leerproblemen, heel klein. FAS: als moeder
alcoholverslaafd is kan het kind een syndroom krijgen, een voorbeeld is FAS (Foetaal Alcohol
Syndroom) .
 Vervuilde lucht: via de moeder in het vruchtwater

Belangrijk over teratogenen:

 Sensitieve periodes: kan vooral kwaad in
bepaalde periodes. Vooral in de eerste 12
weken.
 Dosis-respons relatie: hoe meer, hoe erger.
Risico vergroot als je vaker wordt blootgesteld
aan negatieve factoren
 Cumulatief risico: meer verschillende
negatieve factoren maken het negatieve effect
groter.

Sociaalculturele risicos op de zwangerschap

 Leeftijd: hoe hoger opgeleid, hoe ouder je begint met kinderen vaak (duur opleidingen)
 Hoeveelheid voorlichting en controles: weten wat je wel en niet kan eten bijvoorbeeld,
verschilt heel erg per land en ethisch. Sommige landen geen goede ziekenhuizen. In
Nederland hebben ouders veel eigen keuzes over de zwangerschap (bijv. als ouders erachter
kunnen komen of hun kind een beperking heeft, maar wil je alles wel weten?).
 Gezonde levensstijl: heb je het geld om te beschikken over gezond eten thuis
 Mate van stress

Geboorte: na 38 weken

Fysiek:

 Baby daalt in
 Weeën beginnen
 Persen bij 10 cm ontsluiting
 Voldoende zuurstof voor baby is essentieel, kan zorgen voor leerproblemen

Sociaal/culturele invloeden:

 Thuis of in ziekenhuis bevallen: in ziekenhuis verzekerd van goede hulp, mocht het niet goed
gaat. Hangt er ook vanaf hoe dichtbij een ziekenhuis is.
 Wie is erbij?: in Nederland niet teveel mensen, zelf kiezen. In Bali bijvoorbeeld zijn er heel
veel vrouwen bij.
 Welke houding?: bed, bad, zijn verschillende opties. Dit is ook cultureel beïnvloed.

Laag geboortegewicht

 Baby weegt minder dan 2500 gram (gemiddeld=3500 gram)
 Vaak bij een prematuur, 3 weken te vroeg
 1 op de 10 kinderen heeft een laag geboortegewicht
 Risico’s op korte termijn (vaker ziek zijn) en lange termijn (IQ, gedragsproblemen,
leerproblemen)
$6.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
LarissaWoortman

Get to know the seller

Seller avatar
LarissaWoortman
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
4 year
Number of followers
4
Documents
4
Last sold
3 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions