Hoofdstuk 1: wat is motivatie
1.1 Waaruit blijkt motivatie?
Motivatie is essentieel voor leren. Wanneer je gemotiveerd bent, steek je meer energie in de
leeractiviteit.
Motivatie heeft invloed op het opstarten van de activiteit, de manier van uitvoeren, de
intensiteit en het doorzettingsvermogen.
1.2 Theoretische benaderingen van motivatie
Piramide van Maslow
Amerikaanse psycholoog Maslow maakte in 1943 de behoeftepiramide, waarin de behoefte
van de mens op volgorde werd geplaatst. Een mens streeft de behoefte onder in de piramide
eerst na, voordat hij zich kan richten op de vervulling van een hogere behoefte.
Verwachtingstheorie
De verwachtingstheorie komt van Vroom. Hij geeft motivatie weer in een formule:
motivatie = verwachting X beloning X waarde
Er spelen 3 aspecten van een activiteit mee bij het bepalen van de motivatie.
Verwachting
Het gaat om de mate waarin de leerling verwacht dat een bepaalde actie tot succes zal
leiden.
Beloning
De beloning geeft aan welk beeld de leerling heeft van het voordeel of het succes dat een
bepaalde activiteit oplevert.
Waarde
De waarde geeft aan hoe belangrijk de leerling het verwachte effect van de inspanning en de
beloning vindt.
De motivatie van leerlingen is alleen hoog als leerlingen verwachten dat extra inzet leidt tot
beter presteren, als de verwachte beloning die dit oplevert hen aanspreekt en als ze veel
belang hechten aan de leerprestatie en de beloning.
, Attributietheorie
Volgens de attributietheorie hangt motivatie samen met attributies: factoren waaraan een
mens zijn succes of falen toeschrijft.
Locus of control de mate waarin een mens gelooft dat hij controle heeft over de
gebeurtenissen in zijn leven.
Interne locus of control interne attributies wel beïnvloedbaar eigen inzet
Externe locus of control externe attributies niet beïnvloedbaar buiten jezelf om
Flowtheorie
Flow je bent volledig in beslag genomen door wat je doet, je bent je niet bewust van je
omgeving hoge concentratie.
Flow treedt vooral op wanneer mensen een hoge mate van uitdaging ervaren en een hoge
mate van competentie.
Tegenovergestelde van flow = apathie geen uitdaging, geen gevoel van competentie
Uitdaging
Competentie Laag Hoog
Laag Apathie Angst
Hoog Verveling Flow
1.3 Zelfdeterminatietheorie
Amerikaanse psychologen Richard Ryan en Edward Deci zijn grondleggers van de theorie.
Intrinsieke motivatie
Je bent intrinsiek gemotiveerd als je wil leren omdat je echt geïnteresseerd bent. Intrinsiek
gemotiveerde leerlingen leren met minder inspanning, leren sneller en houden het leren veel
langer vol dan extrinsiek gemotiveerde leerlingen.
De ZDT stelt dat bij intrinsieke motivatie de zelfregulatie of zelfsturing heel bewust
plaatsvindt, dit zorgt voor leren van hoge kwaliteit. deep learning gericht op betekenis
van kennis
Deep learning kinderen kunnen kennis toepassen in andere contexten.
Surface learning oppervlakkig leren gericht op reproduceren van kennis
Extrinsieke motivatie
Bij extrinsieke motivatie leert de leerling omdat er druk van buiten is.
Persoonlijk belang
Leerlingen voeren opdracht uit omdat ze er het belang van inzien.
Interne verplichtingen
Leerlingen voeren opdracht uit omdat ze bepaalde druk ervaren,.
Externe verplichtingen
De reden om iets te doen ligt geheel buiten de leerling zelf. Leerlingen voeren opdracht uit
om aan een externe eis te voldoen.