3.1 Wat is democratie?
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden. De keuzes
van politici liggen vast in wetten. De besluiten van politici gaan over zaken die van algemeen belang
zijn. Dit kan zijn op het gebied van:
Welvaart, zoals de zorg voor voldoende banen voor jongeren.
Volksgezondheid, zoals het zorgen voor vaccinaties en genoeg ziekenhuisbedden
Infrastructuur, zoals aanleg en onderhoud van bruggen, wegen en dijken
Onderwijs, zoals de invoering van de basisbeurs
Buitenlandse betrekkingen, zoals het opnemen van vluchtelingen in Europa.
Veiligheid, zoals bestrijding van criminaliteit en terrorisme
Landbouw en milieu, zoals het duurzamer maken van landbouw
Om al dit soort zaken te kunnen regelen en de voorzieningen te betalen is geld nodig. Daarom
betalen we belasting. Politici moeten keuzes maken waar ze dit geld aan uit geven.
Een democratie is een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de
politieke besluitvorming. Het oudst bekende voorbeeld van een directe democratie is de stad Athene
uit de Griekse oudheid. Hier stemde de bevolking op het centrale stadsplein gezamenlijk over
belangrijke besluiten. Het was wel een beperkte democratie, omdat alleen mannen mee mochten
doen. Nu bestaat in sommige landen als vorm van directe democratie het referendum: een
volksstemming over een bepaalde politieke kwestie. Nederland heeft een indirecte democratie.
Daarin neemt het volk niet zelf de beslissingen, maar laat het over aan gekozen vertegenwoordigers
in het parlement. Dit is praktischer dan een directe democratie met een kleinere groep kom je
sneller tot besluiten. We spreken bij een indirecte democratie ook wel van een parlementaire
democratie, omdat de gekozen vertegenwoordigers samen het parlement vormen. De rechtsstaat
met zijn grondrechten is de basis van onze democratie. Belangrijke kenmerken van de parlementaire
democratie in Nederland:
De rechten van minderheden worden gerespecteerd. Hierdoor kunnen grondrechten niet
zomaar worden afgeschaft, ook niet als een meerderheid dat zou willen.
Er is een machtenscheiding, zodat een kleine groep niet te veel macht krijgt.
De bevolking kiest volksvertegenwoordigers in het parlement.
De regering en het parlement maken samen wetten. Deze wetten gelden pas als de
meerderheid in het parlement dit besluit.
Er is individuele vrijheid. Iedereen mag een eigen mening hebben en leven zoals ze willen.
Burgers hebben politieke grondrechten:
- Iedereen vanaf 18 jaar mag stemmen en zich verkiesbaar stellen als
volksvertegenwoordiger.
- Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten.
- Verkiezingen zijn vrij, eerlijk en geheim.
- Iedereen mag demonstreren
Er bestaat persvrijheid. Journalisten bepalen zelf welk nieuws ze brengen