Les 1:
Je hebt 3 soorten beroepen:
- Handarbeiders
- Kenniswerker
- Manager
Rol van een kenniswerker = het genereren, verwerken en ter beschikking stellen van informative
Kenmerken van kenniswerkers:
- Continu leren
- Specialistische kennis
- Inhoudelijk gedreven
- Sterke beroepsethiek
- Streeft naar autonomie
- Data, informatie en kennis analyseren
- Problemen oplossen (creativiteit)
- Communiceren
Werksectoren van de economie:
- Primaire sector (o.a. visserij, olie/gas)
o Veel handarbeid
- Secundaire sector (o.a. industrieel verwerken, metaal industrie, voedselverwerking)
o Naast handarbeid ook kennis nodig
- Tertiaire sector (o.a. commerciële dienstverlening, banken, advocaten)
o Met kennis kan een dienst verleend worden
- Quartaire sector (o.a. niet-commerciële dienste, gemeente, ziekenhuizen)
o Kennis noodzakelijk
De informatieladder:
- Feiten: werkelijke gebeurtenissen of omstandigheden
- Gegevens: objectief geregistreerde feiten
- Informatie: interpretatie van gegevens in/voor een bedoelde situatie
- Kennis: beoordeelde en/of toegepaste informatie
- Competentie (Wijsheid): inzicht hoe met kennis omgegaan kan worden
, Voorbeeld:
Verkeersbord met 100km/h
- Feit: een verkeersbord
- Gegevens/data: 100 op het wordt en bepaalde kleuren
- Informatie: de combinatie van 100 en de kleuren beteken max. snelheid
- Kennis: de informatie interpreteren, begrijpen en 100km/h rijden
- Wijsheid: zelf o.b.v omstandigheden (bijv. smal wegdek) je snelheid aanpassen
Doel van informatiemanagement = alle activiteiten om met informatie waarde toe te voegen
waarmee mensen in hun werkzaamheden ondersteund worden.
Waarde van informatiemanagement:
- Efficiënter werken (lagere kosten door automatisering)
- Effectiever werken (Hogere opbrengst)
- Risico’s beheerden
- Nieuwe activiteiten mogelijk maken (innovatie)
Een bestaansrecht van een organisatie is dat ze waarde leveren. Meerwaarde is te creëren door:
- Verhogen opbrengst
- Verlagen kosten
- Verhogen kwaliteit
- Voldoen aan wettelijke verplichtingen
Waarde is te creëren doormiddel van:
- Tastbare bronnen: grondstoffen, medewerkers en machines
- Ontastbare bronnen:
o Onderscheid 1: interne op externe informatie:
Extern: van buiten de organisatie
Intern: ontstaat in de organisatie
o Onderscheid 2: harde en zachte informatie:
Hard: bewezen op basis van cijfers
Zacht: informeel uit ervaring, gevoelens, etc.
Informatiebehoefte bij waard creatie:
- Operationele planning: wat moet wanneer
- Tactische aggregaties: wat zijn de resultaten over een bepaalde periode
- Strategische informatie: wat zijn de te verwachte ontwikkelingen
Les 2
ERP = informatiemanagement = Software die ondersteunend is aan alle processen binnen een bedrijf.
Door ERP-systemen zijn organisaties in staat om het gebruik van bedrijfsmiddelen te controleren en
de efficiëntie van de activiteiten te verbeteren
Je hebt 3 soorten beroepen:
- Handarbeiders
- Kenniswerker
- Manager
Rol van een kenniswerker = het genereren, verwerken en ter beschikking stellen van informative
Kenmerken van kenniswerkers:
- Continu leren
- Specialistische kennis
- Inhoudelijk gedreven
- Sterke beroepsethiek
- Streeft naar autonomie
- Data, informatie en kennis analyseren
- Problemen oplossen (creativiteit)
- Communiceren
Werksectoren van de economie:
- Primaire sector (o.a. visserij, olie/gas)
o Veel handarbeid
- Secundaire sector (o.a. industrieel verwerken, metaal industrie, voedselverwerking)
o Naast handarbeid ook kennis nodig
- Tertiaire sector (o.a. commerciële dienstverlening, banken, advocaten)
o Met kennis kan een dienst verleend worden
- Quartaire sector (o.a. niet-commerciële dienste, gemeente, ziekenhuizen)
o Kennis noodzakelijk
De informatieladder:
- Feiten: werkelijke gebeurtenissen of omstandigheden
- Gegevens: objectief geregistreerde feiten
- Informatie: interpretatie van gegevens in/voor een bedoelde situatie
- Kennis: beoordeelde en/of toegepaste informatie
- Competentie (Wijsheid): inzicht hoe met kennis omgegaan kan worden
, Voorbeeld:
Verkeersbord met 100km/h
- Feit: een verkeersbord
- Gegevens/data: 100 op het wordt en bepaalde kleuren
- Informatie: de combinatie van 100 en de kleuren beteken max. snelheid
- Kennis: de informatie interpreteren, begrijpen en 100km/h rijden
- Wijsheid: zelf o.b.v omstandigheden (bijv. smal wegdek) je snelheid aanpassen
Doel van informatiemanagement = alle activiteiten om met informatie waarde toe te voegen
waarmee mensen in hun werkzaamheden ondersteund worden.
Waarde van informatiemanagement:
- Efficiënter werken (lagere kosten door automatisering)
- Effectiever werken (Hogere opbrengst)
- Risico’s beheerden
- Nieuwe activiteiten mogelijk maken (innovatie)
Een bestaansrecht van een organisatie is dat ze waarde leveren. Meerwaarde is te creëren door:
- Verhogen opbrengst
- Verlagen kosten
- Verhogen kwaliteit
- Voldoen aan wettelijke verplichtingen
Waarde is te creëren doormiddel van:
- Tastbare bronnen: grondstoffen, medewerkers en machines
- Ontastbare bronnen:
o Onderscheid 1: interne op externe informatie:
Extern: van buiten de organisatie
Intern: ontstaat in de organisatie
o Onderscheid 2: harde en zachte informatie:
Hard: bewezen op basis van cijfers
Zacht: informeel uit ervaring, gevoelens, etc.
Informatiebehoefte bij waard creatie:
- Operationele planning: wat moet wanneer
- Tactische aggregaties: wat zijn de resultaten over een bepaalde periode
- Strategische informatie: wat zijn de te verwachte ontwikkelingen
Les 2
ERP = informatiemanagement = Software die ondersteunend is aan alle processen binnen een bedrijf.
Door ERP-systemen zijn organisaties in staat om het gebruik van bedrijfsmiddelen te controleren en
de efficiëntie van de activiteiten te verbeteren
